Jongeren ouder dan 16 zonder diploma, zoals Aidan, mogen starten op een entreeopleiding. De opleiding biedt jongeren afkomstig uit praktijk-, speciaal en voortgezet onderwijs en de internationale schakelklas een nieuwe kans. Wat hen bindt is dat ze in hun leven al heel wat tegenslagen hebben gekend én graag een mbo-diploma willen halen. Een wezenlijk onderdeel van de opleiding is dan ook dat de student leert omgaan met moeilijkheden, tegenslagen en uitdagingen, kortom: de opleiding dient bij te dragen aan de veerkracht van studenten. Onontbeerlijk hierbij is de steun van school, leraren en klasgenoten om de negatieve invloed op de schoolloopbaan van risicofactoren als drugs, gedragsproblemen of schulden te compenseren. Met behulp van het begrip ‘veerkracht’ beschrijven we wat nodig is om deze jongeren te laten slagen
DOCUMENT
Een op de vijf entreestudenten en bijna een op de 10 mbo niveau 2 studenten stopt voortijdig met de opleiding (DUO, 2022). Uit eerder onderzoek (Baay, 2015; Slagter & Van Veldhuizen, 2021) blijkt dat studenten op entree- en mbo 2-niveau weinig gebruik maken van de aanwezige hulpbronnen, dat wil zeggen buiten de docenten van hun opleiding. Dat maakt de afhankelijkheid van entree- en mbo-niveau 2 studenten van hun docenten hoog. Om de positieve ontwikkeling van entree- en mbo-niveau 2 studenten te vergroten, lijkt het wenselijk om tijdens de mbo-opleiding meer aandacht te besteden aan het leren van alternatieve oplossingsstrategieën, buiten het vragen van hulp aan de docent. Om scherper in beeld te krijgen wat dit vraagt van mbodocenten, is een verkenning op dit thema gestart door MBO College Centrum (ROC van Amsterdam) in samenwerking met het lectoraat De Pedagogische Opdracht van Hogeschool Inholland.
DOCUMENT
Op 25 januari organiseerde Lectoraat De Pedagogische Opdracht een Symposium over actuele vragen in het onderwijs. Bijna 150 professionals vanuit het basisonderwijs, MBO en HBO bezochten het evenement op locatie Inholland Haarlem. Tijdens haar keynote besprak lector Mascha Enthoven actuele thema’s uit het publieke debat zoals kansenongelijkheid, persoonsvorming in het onderwijs en kwaliteit- en vrijheid van onderwijs. In de aansluitende sessies werden deze thema’s verder uitgediept en gingen deelnemers met elkaar in gesprek.
MULTIFILE
Door de krapte op de arbeidsmarkt leiden steeds meer ondernemers zelf (potentiële) werknemers op ten behoeve van het vervullen van vacatures. In dit artikel enkele voorbeelden van ondernemers die dit hebben opgepakt.
MULTIFILE
De komst van de Participatiewet in 2015 stond niet op zichzelf. Van 2015 toten met 2018 volgde een enorme hoos aan bijkomende wet- en regelgeving. Debedoeling van de wetgever was om met deze wetgeving ondernemers te stimulerenmedewerkers met een beperking in dienst te nemen. Uit ons onderzoek blijktdat de ondernemers die wij spraken ook zonder wet- en regelgeving over willengaan tot inclusief werkgeverschap. De regelzucht van de rijksoverheid kan er juisttoe leiden dat ook deze koplopers gaan afhaken, als de wet- en regelgeving nietondersteunend is en leidt tot ongelijke behandeling.
DOCUMENT
In deze adviestekst heeft het Algemeen Secretariaat van de Taalunie de uitdagingen in kaart gebracht die gepaard gaan met de doorstroom van nieuwkomersleerlingen naar het vervolgonderwijs. Er worden zes aanbevelingen gedaan voor een kwalitatieve doorstroom en verdere begeleiding van nieuwkomersleerlingen. De tekst kwam tot stand in samenwerking met een groep van Vlaamse en Nederlandse experts en werd gevoed door ervaringen uit diverse schoolbezoeken en interviews in Nederland en Vlaanderen.
DOCUMENT
Bij Vroeg Eropaf zoekt de gemeente contact met inwoners over wie een betaalachterstand is gemeld om hulp aan te bieden. Onderzoekers van Bureau Bartels, Verwey-Jonker Instituut, Centraal Bureau voor de Statistiek en Hogeschool Utrecht hebben samen met de Gemeente Amsterdam de Vroeg Eropaf-aanpak in Amsterdam tegen het licht gehouden: wat werkt? Wat zijn volgens dit onderzoek succesfactoren van de Vroeg Eropaf-aanpak? - Het outreachend werken/proactief benaderen van inwoners met betaalachterstanden. Dus: niet wachten tot inwoners zelf op zoek gaan naar hulp. - Combineren van meerdere vormen van communicatie (‘gecombineerde aanpak’). Dus: benaderen van inwoners via huisbezoek, telefoon, e-mail, WhatsApp, en alle andere manieren die je kunt bedenken. - Duidelijk en eerlijk zijn over mogelijke dienstverlening. Dus: verwachtingsmanagement. - Maken van écht contact. Dus: luisteren naar de inwoner en horen welke vragen, twijfels, angsten of oplossingen de inwoner heeft.
DOCUMENT
Naast bodembeheer is waterbeheer in de agrarische sector een belangrijk thema. Door klimaatverandering zijn de weersextremen sterk toegenomen. Tijden van wateroverlast worden afgewisseld met lange periodes van droogte. De verbeteringen van het watersysteem in Nederland zijn de afgelopen honderden jaren vooral gericht geweest op het voorkomen van schade door wateroverlast. De afgelopen jaren wordt het steeds duidelijker zichtbaar dat er meer maatregelen genomen moeten worden om droogteschade te voorkomen. Dat vraagt een enorme paradigmaverschuiving bij agrariërs, waterschappen en overheden. In dit lectoraatsplan wordt de problematiek van agrarisch waterbeheer uitgewerkt, worden onderzoeksvragen en doelstellingen geformuleerd en wordt aangegeven hoe het lectoraat de problematiek wil gaan aanpakken: Water-Leiding.
DOCUMENT
In deze bijdrage worden drie rollen van de schoolleider beschreven, die leiding wil geven aan een professionele leergemeenschap: architect, cultuurbouwer en leraar.
DOCUMENT