Reactie van Sanne te Meerman en Laura Batstra op persbericht mbt genetisch onderzoek naar ADHD.
LINK
Geen samenvatting beschikbaar
DOCUMENT
Onder de mensen met psychische aandoeningen bevinden zich veel ouders van minderjarige kinderen. Naast de behoefte aan psychiatrische en psychologische behandeling voor hun individuele problematiek,hebben veel ouders met psychische aandoeningen ook steun nodig om een gewaardeerde ouderrol in hun gezin en in de samenleving te kunnen vervullen. Deze ouders en hun kinderen zijn kwetsbaar voor stigma’s endiscriminatie (Jeffery et al., 2013). Ze krijgen soms het gevoel dat ze worden beschouwd als ongeschikte ouders. Buitenstaanders twijfelen vaak of ze wel verantwoordelijk kunnen zijn voor het maken van de juiste keuzes inzake het opvoeden van hun kinderen. Als ouders met psychische problemen wel steun krijgen, vinden ze vaak dat hulpverleners teveel controle uitoefenen op het opvoeden van hun kinderen en op het uitvoeren van andere belangrijke taken in het leven (Ackerson, 2003).Deze ouders zijn dan ook niet zelden bang voor het verlies van hun wettelijk ouderlijk gezag. Naast steun voor de ouders zelf, is de aandacht en steun voor kinderen van ouders met psychische problemen – de zogenaamde ‘kopp-kinderen’– een belangrijk punt. Deze kinderen hebben immers kans op ontwikkelingsproblemen door erfelijkheid en door psychosociale stressoren tijdens het opgroeien (Van Santvoort, Hosman, Van Doesum & Janssens,2013). Voor hen zijn er reeds verschillende effectieve interventies ontwikkeld (zie bijvoorbeeld Hosman, Van Doesum & Van Santvoort, 2009).
DOCUMENT
geen samenvatting
DOCUMENT
Er lijkt een duidelijke mate van evidentie te bestaan betreffende de relatie fysieke activiteit, respectievelijk fitheid en gezondheid in de algemene populatie en bij bepaalde pathologieën. Er is evenwel nog behoefte aan verder wetenschappelijk onderzoek naar mogelijke determinanten en onderliggende mechanismen, als ook naar evidentie bij bepaalde, specifieke aandoeningen. Tevens mag duidelijk zijn dat ondanks de bestaande evidentie fysieke activiteit/oefening te weinig toegepast wordt in de gezondheidszorg. Het onderzoek naar de effectiviteit van gezondheidskundige interventies is dan ook uitermate belangrijk. Dit lectoraat hoopt dan ook een bescheiden bijdrage hieraan te kunnen leveren. Hiervoor heeft zij reeds afspraken tot samenwerking met de academische en medische wereld (in Utrecht, Amsterdam, Maastricht en Leuven), met de gezondheidszorg (RIVM Bilthoven en GG&GD Utrecht) en met de beroepen- of bedrijfswereld (Politie regio Utrecht; Enraf Nonius, Delft). De beoogde doelstellingen zullen echter naar alle waarschijnlijkheid beduidend meer tijd in beslag nemen dan de periode van 4 jaar die de Stichting Kennis Ontwikkeling voorzien heeft met betrekking tot het oprichten en financieren van de lectoraten.
DOCUMENT
De Korte Interventie Methode is een laagdrempelige, kortdurende interventie gericht op communicatie problemen binnen niet-westerse migranten gezinnen. In dit hoofdstuk wordt deze interventie inhoudelijk toegelicht en onderbouwd.
DOCUMENT
Elke crisis vraagt om veerkracht. De veerkrachtige samenleving kan een antwoord bieden op de uitdagingen, bedreigingen en schokken die voortkomen uit snel veranderende maatschappelijke omstandigheden. In het licht van de huidige crisis veroorzaakt door de corona pandemie, is dat niet alleen een hoopvol idee, maar ook een cruciaal idee. Deze publicatie is geschreven voor bestuurders, studenten, docenten, professionals en beleidsmakers binnen het sociale domein die in deze crisistijd behoefte hebben aan achtergrondinformatie over het begrip veerkracht. We bespreken hoe het begrip veerkracht betekenis krijgt binnen verschillende wetenschappelijke tradities en denkstromingen. Ook laten we zien dat het begrip veerkracht behulpzaam kan zijn om gedragsverandering en verbetering van maatschappelijke voorwaarden op verschillende niveaus inzichtelijk te maken: op individueel niveau, op collectief niveau (groepen), en op systemisch niveau (samenleving en ecosysteem). Voor beroepskrachten bieden deze drie niveaus elk andere aanknopingspunten en handelingsperspectieven.
DOCUMENT
In 2008 heeft het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF) de KNGF-beweegprogramma’s herzien; het warden de ‘Standaarden Beweeginterventies’, gericht op mensen met een chronische aandoening. Een dergelijke standaard stelt een voldoende competente fysiotherapeut in staat bij mensen met een chronische aandoening een actieve leefstijl te bevorderen en hun mate van fitheid te verhogen. Basis voor de herziening vormen de oorspronkelijk door TNO ontwikkelde beweegprogramma’s, van waaruit de tekst grondig is geactualiseerd. De gedetailleerde invulling van de programma’s in ‘kookboekstijl’ is niet opnieuw opgenomen. Gekozen is voor een actueel concept dat de fysiotherapeut de mogelijkheid biedt een ‘state-of-the-art’programma te ontwikkelen met respect voor de individuele patiënt en praktijkspecifieke randvoorwaarden
DOCUMENT
De maatschappij is complex. Op school leiden we kinderen op voor die maatschappij door haar in segmenten te bestuderen: namelijk de schoolvakken. Sinds de vorige eeuw zijn er al pogingen om schoolvakken meer samen te laten werken, in projecten, in geïntegreerde vakken, in leerdomeinen. Dat lijkt niet heel gemakkelijk te gaan, zeker niet bij de gammavakken. Maar eigenlijk weten we over praktijken van samenwerking tussen vakken nog niet veel. In deze publicatie presenteren we daarom achttien verschillende praktijkvoorbeelden. Ook presenteren we een model om op school en in de lerarenopleiding gestructureerd te praten over vormen en mate van samenwerking tussen (gamma)vakken. Dat maakt deze publicatie geschikt voor docenten, studenten aan de lerarenopleiding, lerarenopleiders, trainers en schoolleiders.
DOCUMENT
DOCUMENT