De provincie Groningen heeft HanzePro gevraagd om een verkenning te doen naar de stand van zaken binnen de restauratiebranche in Groningen, met aandacht voor onderwijs, arbeidsmarkt en innovaties. Het doel van de verkenning is om te komen tot een realistisch en gezamenlijk beeld van de huidige situatie en wat vervolgens nodig is om de restauratiebranche in de provincie Groningen toekomstbestendig te maken. In het voorliggende rapport is de verkenning en haar uitkomsten beschreven.
DOCUMENT
Wat gaat er gebeuren met de duizenden monumenten die binnenkort op de markt komen? Een groot deel van het Rijkserfgoed wordt overgedragen aan gemeenten. Zij hebben echter steeds minder te besteden voor monumentenzorg. Ook grootschalige gebiedsontwikkelingen met hergebruik van cultureel erfgoed staan onder druk. Dat versterkt de behoefte aan economische onderbouwing voor investeringen in cultureel erfgoed. ‘De waarde van erfgoed zal steeds vaker in harde cijfers moeten worden uitgedrukt. Dat heeft grote consequenties voor het erfgoedbeleid van gemeenten’, dat blijkt uit de vandaag verschenen publicatie Cultureel erfgoed op waarde geschat. De publicatie is het resultaat van twee onderzoekstrajecten van Platform31, uitgevoerd met diverse steden, de Vrije Universiteit van Amsterdam en de Universiteit Twente. De Vrije Universiteit toont aan dat cultureel erfgoed een grote economische toegevoegde waarde heeft. Dat is belangrijk nieuws voor bestuurders en beleidsmakers in monumentengemeenten. Dat de cultuurhistorische waarden niettemin van grote betekenis blijven bewijzen de voorbeelden uit Dordrecht, Heerlen en Zaanstad. Zij weten met succes hun erfgoed zo te herprofileren dat nieuwe bezoekers, bewoners en bedrijven zich tot deze steden voelen aangetrokken. De sleutel voor succes lijkt te liggen in de vorming van sterke coalities tussen overheid en bedrijfsleven. De publicatie beschrijft dit proces, geeft nieuwe impulsen voor de toekomst van het erfgoedbeleid en voor de rol van cultureel erfgoed in gebiedsontwikkelingen.
LINK
Herontwikkelen van industrieel erfgoed vereist grondig onderzoek naar de bouw- en gebruiksgeschiedenis van dat erfgoed, en een kaart met alle waardevolle details. Anders gaat teveel verloren bij herontwikkelingen, concludeert HU-docent Kees Geevers in zijn promotieonderzoek aan de TU Delft. Hij pleit voor nieuwe richtlijnen
DOCUMENT
Dit lectorenboek biedt een overzicht van actueel onderzoek aan hogescholen op het terrein van erfgoed en ruimte. In dit boek staan bijdragen van verschillende auteurs die toegepast onderzoek doen naar cultureel erfgoed. Zij hebben daardoor een pragmatische kijk op de sector. Het boek geeft een indruk van het onderzoek en onderwijs zoals dat bij hogescholen op het gebied van ruimtelijke ordening en erfgoed plaatsvindt. Onderwerp van de artikelen is de bijdrage die erfgoed kan leveren aan stedelijke, landschappelijke en sociaaleconomische ontwikkelingen.
LINK
In dit artikel zal worden ingegaan op transities in het landschap vanuit de stelling dat een belangrijk deel van de aard, de beleving en de waarde van het landschap het gevolg is van een aaneenschakeling van transities. Vervolgens wordt ingegaan op de relatie tussen landschapstransities en onderwijs resulterend in de conclusie dat transitieonderwijs eigenlijk immaterieel erfgoed is. Als laatste volgt een beschrijving van het erfgoedonderwijs en de betekenis van erfgoedonderwijs voor de huidige transities inzake klimaat, water, landbouw en natuur.
DOCUMENT
In dit onderzoeksrapport wordt verslag gedaan van het onderzoek dat door het Crossmedialab is uitgevoerd in het project Publieksannotatie van Cultureel Erfgoed (PACE). Dit proejct is uitgevoerd met subsidie van de regeling 'Digitaliseren met Beleid’ van het ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen in de periode 1 januari 2008 tot en met 31 december 2009. Deelnemers in dit onderzoek waren: Universiteitsmuseum Utrecht, Naturalis, Museon, Novay, de Hogeschool Utrecht en het advies- en managementbureau BMC. Dit brede consortium maakte het mogelijk het project te baseren op zowel kennis en ervaring vanuit de praktijk en de wetenschap. Doel van het project PACE was om te onderzoeken hoe social tagging als instrument ingezet kon worden in het verrijken en toegankelijk maken van de collecties en hoe de betrokkenheid van bezoekersgroepen kon worden vergroot. De sturende vraag van de musa hierachter was: Wanneer is het zinvol social tagging als instrument in te zetten voor musea en welk effect mag je hiervan verwachten?
DOCUMENT
In het Utrechts Archief is er een zaal waarin een film wordt vertoond van het straatleven aan het begin van de vorige eeuw. Als bezoeker word je bij binnenkomst gescand en vervolgens geprojecteerd in de filmbeelden. In het fotomuseum kunnen bezoekers middels fysieke hendels de selectie manipuleren van de 80.000 digitale fotos uit de collectie. Het Rijksmuseum biedt via een zogenaamde widget de mogelijkheid iedere dag een ander kunstwerk op je desktop te hebben. In TwentseWelle is een digitaal panorama gebouwd waar je als bezoeker middenin staat, kijkend naar een landschap vanuit het perspectief van opgejaagd wild. Stuk voor stuk zijn dit voorbeelden waarin nieuwe technologie en nieuwe media worden ingezet om het publiek te bedienen in hun interesse voor cultuur en kennis. In die zin zijn ze exemplarisch voor de ontwikkeling waarin technologie en nieuwe media door cultureel erfgoed instellingen worden ingezet om een belangrijke taakstelling in te vullen, namelijk die van cultuur- en kennisoverdracht naar het publiek.
DOCUMENT
Dit publieksonderzoek is een voortzetting van het onderzoek: Inventarisatie en analyse cultuuronderzoek Provincie Utrecht (2018). De opdracht voor beide onderzoeken is voortgekomen uit de cultuurnota Alles is NU, cultuur- en erfgoednota 2016 (Provincie Utrecht, 2016). De provincie Utrecht wil inzicht krijgen in de beleving en waardering van de culturele profilering van streken en gemeenten en de bekendheid en publiekswaardering van culturele voorzieningen en erfgoed-locaties.
DOCUMENT
Verslag van het door de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE) gehonoreerde project ‘Gewaardeerd Landschap’. Het is een feitelijk verslag dat wordt afgesloten met een opsomming van de opgeleverde producten, resultaten, conclusies een aanbevelingen.
DOCUMENT
Het gaat om een schets van de ontwikkeling van het HSAO in relatie tot ontwikkelingen in de samenleving, in het (hbo-) onderwijs en ontwikkelingen op het snijvlak van het HSAO met andere hbo-sectoren/opleidingen. Het blikt terug (historisch perspectief), schetst de huidige situatie en gaat in ieder geval in op de volgende vragen: ‐ Hoe heeft het HSAO c.q. de opleidingen als toeleveraar van sociale professionals gereageerd of ingespeeld op ontwikkelingen in de samenleving en hbo-brede ontwikkelingen; ‐ Wat is de maatschappelijke relevantie en het maatschappelijk rendement van het HSAO als toeleveraar van professionals en de betekenis van het HSAO voor de arbeidsmarkt van welzijn, zorg en hulpverlening, ook in verhouding tot mbo en wo; ‐ Wat waren de belangrijkste vraagstukken en dilemma’s waar de sector c.q. de opleidingen zich voor gesteld zag, hoe zijn deze getackeld dan wel doen zij zich nu nog voor, zoals: o Volume versus kwaliteit o Breed versus smal opleiden o Niveau bachelor in relatie tot mbo en tot hbo-masters o De verhouding kennis – vaardigheden – houding
DOCUMENT