De Toolkit ‘Palliatieve zorg in de ggz’ de toolkit palliatieve zorg in de ggz biedt hulpverleners in de ggz ondersteuning bij het bieden van goede lichamelijke, psychosociale en spirituele zorg in geval van een ernstige en levensbedreigende aandoening. De toolkit biedt specifieke handvatten voor zorg in de laatste levensfase. Daarbij wordt ook aandacht besteed aan begeleiding van familieleden. Verschillende bestaande methodieken voor het bieden van palliatieve zorg zijn in de toolkit geïntegreerd.
De Toolkit ‘Palliatieve zorg in de ggz’ de toolkit palliatieve zorg in de ggz biedt hulpverleners in de ggz ondersteuning bij het bieden van goede lichamelijke, psychosociale en spirituele zorg in geval van een ernstige en levensbedreigende aandoening. De toolkit biedt specifieke handvatten voor zorg in de laatste levensfase. Daarbij wordt ook aandacht besteed aan begeleiding van familieleden. Verschillende bestaande methodieken voor het bieden van palliatieve zorg zijn in de toolkit geïntegreerd.
De gangbare, DSM-gestuurde interpretatie van depressieve stoornis doet de ervaring van mensen die aan deze stoornis lijden geen recht. Er ontbreken drie wezenlijke aspecten aan de DSM-definitie: een verstoorde wereldbetrekking, een verstoorde lijfelijkheid en een verstoorde temporaliteit. De fenomenologische uitleg van depressie die in mijn proefschrift centraal staat, laat deze psychische stoornis niet naar voren treden als extreme somberheid, maar als existentieel isolement. De ‘stemmingsstoornis’ (mood disorder) is zo beschouwd een afstemmingsstoornis: een verstoring van een proces of gebeuren van synchronisatie op een heel elementair, lijfelijk-affectief niveau. Dat het fenomeen depressie momenteel zo wijdverbreid is – de zogeheten depressie-epidemie – kan in verband worden gebracht met de wijze waarop het individu door de laatmoderne ‘neoliberale’ cultuur tot subject wordt gevormd. De hedendaagse subjectpositie is ‘isolistisch’ van aard. Dit staat op gespannen voet met de menselijke grondbehoefte aan elementaire afstemming. Anders gezegd: de laatmoderne subjectificatie van het individu is depressogeen. LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/bert-van-den-bergh-95476526/
Aanleiding Sinds kort nemen zorgprofessionals en onderzoekers in Nederland initiatieven om mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB) zo lang mogelijk te laten functioneren in de eigen thuissituatie. Een manier om dit te doen is de inzet van zogenoemde Functional Assertive Community Treatment (FACT) teams. Deze teams gebruiken voornamelijk verbale interventies. Maar mensen met een LVB hebben moeite met het verwerken van verbale informatie. Vaktherapie kan juist met non-verbale en ervaringsgerichte methodieken goed aansluiten bij deze groep. Dit innovatieprogramma richt zich op de vraag van vaktherapeuten hoe en in welke vorm zij, in of rondom FACT LVB-teams, mensen met een LVB kunnen helpen. Doelstelling Het doel van de deelnemers aan het project is de zorg en ondersteuning van mensen met een LVB in de eigen thuissituatie (buurt/wijk) te verbeteren. Liefst zodanig dat deze mensen minder vaak hoeven te worden (her)opgenomen in een behandelcentrum. Het doel van het project is om de meerwaarde vast te stellen van de inzet van vaktherapie in of rondom FACT LVB teams bij het realiseren van deze ambitie. Het project is gefaseerd opgebouwd. In de eerste fase worden de vaktherapeutische behandelvormen bepaald. Vervolgens worden efficiënte interprofessionele werkwijzen en een vaktherapeutische behandel- & ondersteuningsroute vastgesteld, en ten slotte wordt het project geëvalueerd. Beoogde resultaten Het project biedt resulteert in een handreiking voor professionals om interprofessioneel samen te werken in de wijk voor mensen met LVB. Binnen het onderwijs levert het project een bijdrage aan een minor 'Wijkgerichte zorg & ondersteuning'. Het biedt een leerwerkplaats LVB voor studenten vaktherapie en aanpalende gebieden. De handreiking wordt geïmplementeerd in de opleidingen die opleiden tot vaktherapeut. Zogenaamde 'battles', waarin interprofessioneel samenwerken aan problemen vanuit de praktijk en het beste idee bekroond wordt met een stimuleringsprijs, zorgen voor verdere ontwikkeling. Publicaties in vakliteratuur zorgen voor verspreiding van de projectresultaten. De deelnemers aan het project zullen aansluiting zoeken bij symposia - regionaal, nationaal en internationaal - en bijeenkomsten buiten en binnen het netwerk om de resultaten aan een breed publiek te presenteren.
Mensen die niet zelfstandig kunnen leven, zoals ouderen en mensen met een ernstige psychische aandoening, hebben vaak intensieve en langdurige zorg nodig, waaronder thuisverpleging en begeleid wonen. Voor deze zorgafhankelijke mensen is het lastig om een mondzorgverlener te raadplegen, terwijl deze groep een grotere kans heeft op het krijgen van mondziekten, zoals cariës, tandvleesaandoeningen en/of mondkanker: de behoefte aan preventieve en curatieve mondzorg is dus groot. Zowel de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) als het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) vinden het belangrijk dat de zorg rondom de patiënt effectief georganiseerd wordt. Digitale technologieën die (mond)zorg op afstand (buiten de klinische omgeving) mogelijk maken kunnen de toegang tot zorg vergroten, de zorg doelmatiger organiseren, interprofessionele communicatie verbeteren, mondziekten tijdig detecteren en de (mond)gezondheid verbeteren. Ondanks alle voordelen en het ruime aanbod van digitale technologieën ter verbetering van de mondzorg, zijn digitale technologieën om (mond)zorg op afstand te leveren nauwelijks in Nederland geïmplementeerd. De centrale onderzoeksvraag voor de onderzoeksactiviteiten luidt: “Hoe kunnen digitale technologieën om mondzorg op afstand te leveren binnen de Nederlandse geestelijke gezondheidszorg en ouderenzorg effectief worden geïmplementeerd?” Om dit te onderzoeken voert de postdoc een literatuuronderzoek uit om effectieve digitale technologieën die mondzorg op afstand leveren te inventariseren. Vervolgens voert de postdoc een kwalitatief onderzoek uit onder potentiële gebruikers (zoals (mond)zorgverleners, cliënten en mantelzorgers) en deskundigen om de opvattingen over de toepasbaarheid van nieuwe digitale technologieën binnen geestelijke gezondheidszorg en ouderenzorg te onderzoeken. De bevindingen van het postdoctoraal onderzoek worden in een adviesrapport en wetenschappelijk publicaties verwerkt. Het adviesrapport voorkomend uit het onderzoek wordt ter consultatie aan verschillende beroepsorganisaties aangeboden.
Aanleiding De somatische zorg voor patiënten met een ernstige psychische aandoening (EPA) schiet in de Nederlandse gezondheidszorg op een aantal punten ernstig tekort. Dit leidt ertoe dat deze patiënten eerder ziek worden en een beduidend kortere levensverwachting hebben dan gemiddeld. In navolging van de groeiende aandacht binnen de gezondheidszorg voor dit thema, zijn er landelijk twee multidisciplinaire richtlijnen ontwikkeld. De eerste richtlijn is voor somatische screening bij patiënten met EPA en de tweede voor de toepassing van leefstijlinterventies ter bevordering van de gezondheid van deze patiënten. De interventies vinden o.a. plaats op voeding, bewegen, roken, alcoholgebruik, middelenmisbruik, slaap en seksueel risicovol gedrag. In dit RAAK-project worden de twee richtlijnen aan de praktijk getoetst. Doelstelling Het RAAK-project beoogt implementatie en evaluatie van de reeds ontwikkelde richtlijnen in twee GGZ-instellingen bij een groep van 750 patiënten. De (post-)hbo-opgeleide verpleegkundig specialisten vervullen een spilfunctie bij de uitvoering van de screening en de leefstijlinterventies en hebben een coördinerende functie naar andere betrokken disciplines (arts, psychiater, diëtist, fysiotherapeut, etc.). Bij gebleken gezondheidsproblemen wordt effectieve behandeling ingezet, gemonitord en geëvalueerd. Ter ondersteuning van de verpleegkundigen zijn de belangrijkste aanbevelingen uit de richtlijnen vertaald in twee methodieken: de Verpleegkundige Monitoring bij Somatiek en Leefstijl (VMSL-GGZ) en Leefstijl in Beeld. Hierbij horen e-healthtools en een e-learningmodule. Een uitgebreide evaluatie zal uitwijzen of de richtlijnen rond somatiek en leefstijl effectief geïmplementeerd kunnen worden in de GGZ-beroepspraktijk. Boogde resultaten Het project brengt tot op het niveau van de patiënt de resultaten in beeld van het werken met richtlijnen en methodieken bij: 1) screening van patiënten met een ernstige psychische aandoening op dreigende gezondheidsproblemen; 2) toepassing van interventies als de gezondheid in gevaar is. De bij de methodieken horende e-healthtools en e-learningmodule zijn doorontwikkeld en breed inzetbaar. Verspreiding van kennis en ervaring die is opgedaan in het project vindt plaats via de netwerken van het consortium. Borging van de inzichten in het onderwijs is eveneens een primaire doelstelling.