IMPACT Europe is een evaluatie-Toolkit die professionals werkzaam op het gebied van het voorkomen en tegengaan van extremisme (hier Counter Violent Evaluation, afgekort CVE genoemd) ondersteunt bij de evaluatie van hun interventies. De tool is ontwikkeld in samenwerking met het Hogeschool Utrecht-lectoraat Kennisanalyse Sociale Veiligheid en is volledig toegankelijk via bijgaande link. Het doel van de IMPACT Europe Toolkit is om professionals te helpen in het ontwerpen en uitvoeren van evaluaties van CVE-interventies. Op dit moment zijn robuuste en rigoureuze evaluaties nog niet de norm in het CVE-veld, terwijl deze evaluaties juist zouden kunnen bijdragen aan het verbeteren van interventies. Daarnaast helpt deze Toolkit professionals bij het ontwikkelen van programma’s die makkelijker te evalueren zijn en waarbij het waarschijnlijker is dat gewenste resultaten worden behaald. De Toolkit bestaat uit drie onderdelen: 1. Evaluation Guide (Evaluatie Gids): dit onderdeel ondersteunt het ontwerpen en uitvoeren van een evaluatie van een CVE-interventie. 2. Interventions Database (Interventie Database): dit onderdeel geeft voorbeelden van bestaande interventies in het CVE-veld. 3. Lessons Learned (Geleerde Lessen): dit onderdeel geeft voorbeelden van CVE-interventies die geëvalueerd zijn en de lessen die uit deze evaluaties getrokken kunnen worden. Onder aan de voorpagina staat vermeld:'This project has received funding from the European Union's Seventh framework Programme for research, technological development and demonstration under grant agreement no 312235' en 'Copyright IMPACT Europe Consortium'.
LINK
We evalueren wat af in dit land. Er wordt, zo lijkt het, geen mogelijkheid onbenut gelaten om van oefeningen, calamiteiten en andersoortige crises te kunnen leren. In waarschijnlijk geen ander land ter wereld zijn ze zo gek om van een gebeurtenis als de Herculesramp (1996) meer dan twintig afzonderlijke evaluaties op te stellen. Van Vollenhoven en de toenmalige Transportongevallenraad verzuchtten destijds dat zij met hun rapport de finale conclusies over deze calamiteit zouden trekken, maar ook daarna zouden nog allerlei rapporten verschijnen en rechters uitspraken doen. Meer recent genoten Apeldoorn, Moerdijk, Alphen aan den Rijn en ongevallen van relatief beperktere omvang (duikincident bij Terneuzen) grote belangstelling van evaluatoren. Aan de hoge evaluatiedichtheid heeft de Politieacademie met het rapport Lessen in crisisbeheersing eveneens een steentje bijgedragen. Toch heeft deze mede door ons opgestelde evaluatie, die eigenlijk strikt genomen geen evaluatie mag heten, volgens ons een duidelijk toegevoegde waarde, juist vanwege de afwijkende vorm van evalueren. In dit artikel hopen wij de lezers daarvan te kunnen overtuigen. Mogelijk dat het de lezer beweegt het boek(je) over Alphen aan den Rijn eens te raadplegen en daarmee over deze – ons inziens – andere aanpak een oordeel te vormen
DOCUMENT
Hoofdstuk 8 in Kennis in de frontlijn. Ervaringen met praktijkonderzoek in de politie. Na het schietdrama in Alphen aan den Rijn (9 april 2011) ontstond bij de bestuurlijke en operationele verantwoordelijken behoefte aan verantwoording. De media en politiek stelden vragen over het functioneren van de overheid. Hoe was gehandeld? Heeft iemand gefaald? Zijn er schuldigen aan te wijzen? Hebben de burgemeester, de driehoek en het beleidsteam goed gefunctioneerd? Hoe hebben hulpdiensten en andere betrokken professionals het gedaan? Hoe was het samenspel tussen verschillende instanties? De verantwoordelijken die leiding gaven aan de beheersing van de crisis, werden vrijwel vanaf het eerste moment gevraagd zich publiekelijk te verantwoorden over de feiten en achtergronden en over hun optreden
DOCUMENT
Dit rapport bevat de resultaten van de tweede ronde procesevaluaties van zes cyberweerbaarheidsprojecten binnen de City Deal Lokale Weerbaarheid Cybercrime. De evaluaties zijn uitgevoerd door onderzoekers van meerdere hogescholen en richten zich op hoe lokale en regionale initiatieven werken aan het versterken van cyberweerbaarheid onder burgers, bedrijven en overheden. Het doel van het rapport is om inzicht te geven in: de voortgang van de projecten; succesfactoren en belemmeringen; lessen voor toekomstige (samenwerkings)projecten op het gebied van cyberweerbaarheid.
DOCUMENT
In deze Marie Kamphuis-lezing schetst Lia van Doorn de maatschappelijke veranderingen anno 2009. Aan de hand van de studie van Deborah Stone gaat zij in op de complexere werkelijkheid waarmee de hedendaagse professional te maken heeft. Zij behandelt vier veranderingen: coalitievorming, de partijpolitieke inkleuring, risicobeheersing en media-invloed. In zijn coreferaat schetst Lou Jagt in een terugblik op de jaren ¿60 en ¿70 hoe op grond van evaluaties sprake was van een effectiviteitcrisis in de VS als het gaat om social work. Hij focust zich op de situatie in Nederland en vraagt zich af hoe het staat met de body of knowledge van het vaderlandse maatschappelijk werk.
DOCUMENT
Fontys, met name de lerarenopleidingen in Tilburg en Eindhoven, voert sinds 1999 een duale opleiding uit ten behoeve van onderwijspersoneel voor het Bve. Bij de ontwikkeling van deze opleiding zijn tien Regionale Opleidingscentra (ROC s) betrokken uit Brabant en Limburg. De opleiding in het Bve-traject verloopt op een duale manier, waarbij werken en leren geontegreerd plaatsvinden. De student heeft een betaalde werkplek op het ROC. Fontys is verantwoordelijkheid voor de opleiding. Het verwerven van competenties vindt voor een belangrijk deel plaats via producerend leren. Bij producerend leren werkt de student aan een product dat bruikbaar is in de eigen ROC-werksituatie. De opzet van de duale opleiding Bve is relatief nieuw binnen de lerarenopleiding. Om die reden, maar zeker ook vanuit de noodzaak van permanente kwaliteitszorg, is het van belang de leerwinst en de leerzaamheid bij de duale trajecten te onderzoeken. In dit rapport worden de bevindingen uit diverse evaluaties gebundeld.
DOCUMENT
Effectmetingen naar de opbrengsten van brede scholen en integrale kindcentra leveren opnieuw geen bewijs voor de meerwaarde van deze pedagogische netwerkorganisaties in de wijk. Toch ervaren veel professionals, kinderen, ouders en andere buurtbewoners deze meerwaarde dagelijks. Zeggen deze teleurstellende uitkomsten iets over de effectiviteit van brede scholen, of (ook) over de insteek van deze evaluaties? Jacques Verheijke en Dirk Willem Postma van Hogeschool Utrecht leggen de blinde vlekken van de recente landelijke effectmeting bloot. Aan de hand van kwalitatief evaluatieonderzoek naar brede scholen laten zij zien dat een ontwikkelingsgerichte onderzoeksbenadering beter aansluit bij de complexe realiteit van het samenwerken aan ontwikkelingskansen voor kinderen.
DOCUMENT
Verpleegkundigen (i.o.) ervaren emotionele belasting door de werkzaamheden tijdens de eerste golf van de COVID-19 uitbraak. Verpleegkundigen (i.o.) ervaren peer support binnen hun eigen team of vanuit de opleiding als positief tijdens hun werkzaamheden in de COVID-19 uitbraak. Het toepassen van de drie- vragen-methode kan bijdragen aan het effectief omgaan met de emotionele belasting tijdens en na de COVID-19-uitbraak. De drie-vragen-methode kan informeel en structureel worden toegepast binnen het onderwijs door docenten en verpleegkundigen i.o., bijvoorbeeld tijdens bijeenkomsten voor intervisie, werkbegeleiding of studieloopbaanbegeleiding. De drie-vragen-methode kan informeel en structureel worden toegepast in de zorgpraktijk door leidinggevenden en collega's, bijvoorbeeld tijdens de koffie- of lunch- pauze, overdrachtsmomenten of dag- evaluaties.
LINK
Hoofdstuk 10 in 'Lessen uit crises en mini-crises 2012' van Duin, van M., Wijkhuijs, V. en Jong, W. (red.) (p. 151-165). In dit hoofdstuk staat de asbestzaak in Utrecht centraal. Over de casus zijn eind 2012 twee evaluaties verschenen. Ten eerste een rapport van de commissie Onderzoek asbestvondst Kanaleneiland, die – onder leiding van de heer Jansen (oud CdK Overijssel, hierna: commissie-Jansen) – in opdracht van het college van B&W van de gemeente Utrecht onderzoek naar de asbestzaak deed, en ten tweede een rapport van het COT dat in opdracht van woningbouwcorporatie Mitros is opgesteld (Zannoni et al., 2012). Daarnaast schreef journalist annex ingenieur Remco de Boer een aardige publicatie met de treffende titel Verloren vertrouwen: lessen uit de asbestzaak. Deze publicatie verscheen al voordat de twee evaluatierapporten openbaar werden. De genoemde publicaties staan aan de basis van dit hoofdstuk
DOCUMENT
Dit boek is een eerste stap in een gedegen methodiekontwikkeling van individuele begeleiding van jongeren. Het brengt overzichtelijk in beeld wat de afgelopen decennia in de wetenschappelijke en vakliteratuur, projectbeschrijvingen en evaluaties is geschreven over de betekenis en uitvoering van individuele begeleiding in het jongerenwerk.
LINK