Hoe denken cliënten en professionals over de kwaliteit van het contact en de onderlinge samenwerking tussen cliënten en professionals in het (semi)gedwongen kader? En helpt het volgens hen als zij daar samen af en toe systematisch over praten aan de hand van een door ons (Hogeschool Utrecht) ontwikkeld hulpmiddel? En heeft dat hulpmiddel, een vragenlijst, aanpassingen nodig om het beter werkbaar te maken? Deze vragen stonden centraal in het praktijkgerichte onderzoek waarvan we hier verslag doen. De kwaliteit van het contact en de onderlinge samenwerking noemen we ‘de werkalliantie’. In een recent empirisch onderzoek is gevonden dat een goede kwaliteit van de werkalliantie in het gedwongen kader voortijdige uitval van cliënten kan terugdringen (Menger, 2018).
DOCUMENT
‘Bedrijfsprocessen uit de cloud, business rules als succesfactor’ is een publicatie van het Platform Outsourcing Nederland en is het verslag van een onderzoek van de Hogeschool Utrecht, Lectoraat Extended Enterprise Studies, die tot stand is gekomen met een subsidie van het PON (Platform Outsourcing Nederland).
MULTIFILE
Identiteitsnetwerken (netwerken die zich richten op een doelgroep met een minderheidsidentiteit), zoals bijvoorbeeld een Turkse studentenvereniging, een vrouwenorganisatie of een Pride bedrijfsnetwerk, worden in onze samenleving vaak met enig wantrouwen of scepsis bekeken. Ze worden dikwijls beschouwd als plekken van afzondering van de rest van de maatschappij, als vormen van segregatie en als onwil om aan te passen. ‘Waarom moet dat nou, zo’n netwerk alleen voor vrouwen?’ of: ‘Willen jullie niet integreren?’ Voor onderwijsinstellingen, gemeenten en bedrijven blijkt het daardoor soms lastig om zich te verhouden tot identiteitsnetwerken en om specifiek doelgroepenbeleid te ontwikkelen (zoals bijvoorbeeld het ondersteunen van netwerken van studenten met een religieuze achtergrond of het organiseren van summerschools voor eerstegeneratie studenten, wier ouders geen hoger onderwijs hebben genoten. De vraag rijst dan: wil de instelling een netwerk of initiatief subsidiëren als dit niet voor iedereen is? Kan een netwerk wel een gesprekspartner zijn wanneer de indruk bestaat dat het netwerk maatschappelijke participatie in de weg staat of opvattingen heeft die niet stroken met de organisatiedoelen? Voor netwerken en doelgroepgerichte initiatieven op hun beurt is het soms lastig om hun bestaansrecht en waarde uit te leggen, en soms moeten zij zich verantwoorden over het feit dat zij zich richten op een specifieke doelgroep. In deze bijdrage werpen we licht op de waarde van identiteitsnetwerken aan de hand van verschillende empirische onderzoeken, waaronder een recent onderzoek naar de rol van identiteitsnetwerken onder Amsterdamse jongeren met een migratieachtergrond.
DOCUMENT