Dit artikel is overgenomen uit het Tijdschrift voor Lerarenopleiders, 2021, nr. 1 https://velon.nl/professionalisering/tijdschrift-voor-lerarenopleiders/ Pabo´s dienen ervoor te zorgen dat toekomstige leraren in staat zijn onderwijs in Wetenschap en Technologie (W&T) te verzorgen. Aangezien meer dan driekwart van de scholen werkt met een methode op het gebied van W&T, is het belangrijk dat aanstaande leraren leren de kwaliteit van dit materiaal wetenschappelijk geïnformeerd te analyseren en te verbeteren. In deze ´good practice´ beschrijving wordt de opzet en uitvoering van een project rondom het wetenschappelijk geïnformeerd analyseren van W&T leermateriaal besproken. De stappen die zijn gevolgd in dit project worden stuk voor stuk toegelicht. Na het belichten van iedere stap, wordt steeds uitgewerkt hoe ermee gewerkt kan worden in de lerarenopleiding. Hiertoe worden steeds concrete opdrachtsuggesties geboden. De voorgestelde opdrachten zorgen voor de integratie van theorie en praktijk en dragen bij aan de systematische en doelgerichte bevordering van de vakinhoudelijke, pedagogisch-didactische alsook onderzoekscompetenties van aanstaande leraren basisonderwijs. Door de opdrachten op te nemen in het pabo-curriculum wordt bijgedragen aan meer en beter evidence geïnformeerd onderwijs op zowel de pabo als in het basisonderwijs.
MULTIFILE
In the decision-making environment of evidence-based practice, the following three sources of information must be integrated: research evidence of the intervention, clinical expertise, and the patient’s values. In reality, evidence-based practice usually focuses on research evidence (which may be translated into clinical practice guidelines) and clinical expertise without considering the individual patient’s values. The shared decision-making model seems to be helpful in the integration of the individual patient’s values in evidence-based practice. We aim to discuss the relevance of shared decision making in chronic care and to suggest how it can be integrated with evidence-based practice in nursing. We start by describing the following three possible approaches to guide the decision-making process: the paternalistic approach, the informed approach, and the shared decision-making approach. Implementation of shared decision making has gained considerable interest in cases lacking a strong best-treatment recommendation, and when the available treatment options are equivalent to some extent. We discuss that in chronic care it is important to always invite the patient to participate in the decision-making process. We delineate the following six attributes of health care interventions in chronic care that influence the degree of shared decision making: the level of research evidence, the number of available intervention options, the burden of side effects, the impact on lifestyle, the patient group values, and the impact on resources. Furthermore, the patient’s willingness to participate in shared decision making, the clinical expertise of the nurse, and the context in which the decision making takes place affect the shared decision-making process. A knowledgeable and skilled nurse with a positive attitude towards shared decision making – integrated with evidence-based practice – can facilitate the shared decision-making process. We conclude that nurses as well as other health care professionals in chronic care should integrate shared decision making with evidence- based practice to deliver patient-centred care.
In dit artikel wordt eerst beschreven wat het verschil is tussen Evidence Based Practice (EBP) en Practice Based Evidence (PBE). Vervolgens wordt ingegaan op het toepassen van EBP en PBE in de praktijk. Dit gebeurt met behulp van de begrippen normativiteit en contextualiteit. Tot slot worden, in het licht van het voorafgaande, de rollen beschreven die de professional kan innemen ten aanzien van het verbeteren en ontwikkelen van zijn handelen. Aan bod komen de 'reflective practitioner', de 'evidence based practitioner' en de 'scientist practitioner'.
Dit PD traject beoogt ontwikkeling en inbedding van learning communities voor duurzame ontwikkeling in ecosystemen van onderwijs, onderzoek en praktijk. Werken aan duurzame ontwikkelingsdoelen in de transitie naar een duurzame samenleving vraagt andere competenties van professionals, zoals kritisch bewustzijn, empathie, verantwoordelijkheid nemen, toekomstdenken en transdisciplinair werken. Deze competenties worden door hogescholen idealiter in een authentieke leeromgeving ontwikkeld, waarin vraagstukken en dilemma’s rondom duurzame ontwikkeling, kennisontwikkeling op gang brengen. Learning communities (LC’s) zijn zo’n authentieke leeromgeving: groepen waarin studenten, docenten en professionals over grenzen van praktijken heen, samen werken, leren en innoveren naar aanleiding van grote maatschappelijke vraagstukken. Ze worden in dit traject ontwikkeld als een key enabling methodology voor duurzame ontwikkeling. Bij opdrachtgever Saxion en andere hogescholen zijn experimenten gestart met LC’s, die nog niet structureel zijn ingebed in ecosystemen van onderwijs, onderzoek en praktijk. De nog zwakke afstemming van onderwijs op de praktijk van learning communities betekent voor de Nederlandse samenleving een rem op de ontwikkeling van human capital, noodzakelijk voor de transitie naar een duurzame samenleving. Belemmeringen voor de beweging naar ontwikkeling, opschaling en inbedding van LC’s zien we op vijf gebieden: • ondersteunende processen • samenwerking tussen onderwijs, onderzoek en beroepspraktijk • ervaring met ontwerp, begeleiding en evaluatie van LC’s • ervaring met education for sustainable development (ESD) • professionele rol van docenten Dit PD traject hanteert een systemische onderzoeks-en veranderaanpak. Vanuit vier rollen, professional, innovator, onderzoeker en veranderaar, werkt de PD-kandidaat samen met beginnende en best practice LC’s. Middels participatief onderzoek, kennisdeling, veranderkundige interventies, reflectie en bijstellingen, ondersteunt zij hen bij het ontwerp van evidence-informed instrumenten voor de ontwikkeling en inbedding van LC’s in het ecosysteem van hogeschool en praktijk. Het traject mondt na vijf jaar uit in een portfolio met innovatieve bijdragen aan praktijk en wetenschap en een reflectie op de ontwikkeling van de PD-kandidaat