Professional higher education is expected to educate large numbers of students to become innovative professionals within a time frame of three or four years. A mission impossible? Not necessarily, according to Henriëtta Joosten who is a philosopher as well as a teacher. She uses the experimental, liberating, but also dangerous ideas of Friedrich Nietzsche to rethink contemporary higher professional education. What does it mean to teach students to strive for better in a professional world where horizons tend to disperse and the possibility of long-term orientation is disappearing? Following Nietzsche, five key elements of striving for better are explored: uncertainty, excellence, critical thinking, truth seeking friendship, and learning through ups and downs. From these five perspectives, Joosten scrutinises existing educational discourses on professional higher education in search for openings to transform these discourses into new, more appropriate ones. Understanding excellence as rising above oneself (rather than being better than others), she argues for a learning environment in which all students are encouraged to excel. Such an environment allows for uncertainty and learning through ups and downs. Furthermore, teachers are prepared to risk their certainties in order to let a joined quest - that is, a quest of students and teacher - for better truths arise. Using the Nietzschean-inspired notions which have been developed in the study, Joosten describes two factual cases. One case relates to a course in close reading: first-year students jointly read philosophical and scientific texts. The second case involves a group of eleven senior students developing a course in project management. These descriptions and the recommendations serve as a catalyst for constructive debate on the question of how all students can be equipped for a dynamic professional world.
MULTIFILE
In honours programmes, teachers face the task of designing courses in which students feel challenged and learn from accomplishing demanding assignments. The aim of this study was to investigate students’ and teachers’ perceptions of challenge and learning in an honours programme. From 2016 to 2019, students and teachers rated the learning activities during the programme and explained their ratings. The results showed that in the first two years, teachers estimated challenge and learning significantly higher than the students did. However, both students and teachers viewed the tasks as the factor with the strongest impact on challenge and learning. In the first year, students also identified group dynamics as challenging and a source for learning. Enhancing task complexity and supporting group dynamics are the main factors to adjust the level of challenge in an honours programme. Monitoring students’ and teachers’ perceptions can help to adapt the programme to improve students’ learning.
MULTIFILE
De kwaliteit van ons onderwijs staat onder druk, zo blijkt uit onderzoek. Het onderwijs moet beter worden afgestemd op verschillen tussen leerlingen. Zwakke leerlingen moet naar een hoger niveau en de beste leerlingen tot excellentie gebracht worden. Maar hoe moeten we dat aanpakken?
De belangrijkste opdracht voor leerkrachten bewegings-onderwijs in het primair onderwijs is kinderen leren bewegen. Het HAN Centre of Expertise Sport & Talent krijgt vanuit het werkveld bewegingsonderwijs continu vragen hoe het beweegniveau van kinderen vast te stellen en met welke programma?s excellente bewegers geholpen kunnen worden om zich verder te ontwikkelen. Om alle kinderen goed te leren bewegen moeten leerkrachten bewegingsonderwijs kinderen onderwijs op maat kunnen aanbieden. Onderwijs op maat betekent een programma dat aansluit bij het niveau van een kind. Een valide, betrouwbaar en eenvoudig toepasbaar instrument om het beweegniveau te meten ontbreekt echter. Op basis van de praktijkvragen zijn voor dit project de volgende onderzoeksvragen geformuleerd: Hoe kan de docent bewegingsonderwijs het beweegniveau van elk kind op een valide, betrouwbare en eenvoudige wijze (h)erkennen? En hoe ziet een programma eruit om excellente bewegers verder te helpen ontwikkelen? Opbrengsten: 1. een instrument om het beweegniveau in kaart te brengen en 2. beweegprogramma?s voor excellente bewegers. Om het beweegniveau van kinderen vast te stellen worden drie meetinstrumenten (KTK, ooghandcoördinatietest, Scale for Identification of Sport Potential) gebruikt. Deze meetinstrumenten worden gezien als middelen om het sportief talent van kinderen vast te stellen. In deze studie wordt onderzocht of met de gezamenlijke scores van de drie testen een beweegquotiënt kan worden berekend waarmee het beweegniveau van een kind kan worden uitgedrukt. Met experts uit de vakwereld bewegingsonderwijs zal een programma worden ontwikkeld voor excellente bewegers in de leeftijd van 6 tot 9 jaar. Dit programma zal vervolgens op 10 scholen worden uitgevoerd en geanalyseerd en resultaten worden vergeleken met vergelijkbare controlegroepen. In de laatste fase van het project staat valorisatie centraal. Via een online medium, artikelen, symposium en cursussen zullen leerkrachten bewegingsonderwijs kennismaken met het instrument om beweegniveau te meten en programma?s om excellente bewegers te helpen in hun ontwikkeling.
Het HAN Centre of Expertise Sport & Talent krijgt vanuit het werkveld bewegingsonderwijs continu vragen hoe het beweegniveau van kinderen vast te stellen en met welke programma’s excellente bewegers geholpen kunnen worden om zich verder te ontwikkelen. Om alle kinderen goed te leren bewegen moeten leerkrachten bewegingsonderwijs kinderen onderwijs op maat kunnen aanbieden. Onderwijs op maat betekent een programma dat aansluit bij het niveau van een kind. Een valide, betrouwbaar en eenvoudig toepasbaar instrument om het beweegniveau te meten ontbreekt echter. Op basis van de praktijkvragen zijn voor het project Beweegniveau herkend de volgende onderzoeksvragen geformuleerd: Hoe kan de docent bewegingsonderwijs het beweegniveau van elk kind op een valide, betrouwbare en eenvoudige wijze (h)erkennen? En hoe ziet een programma eruit om excellente bewegers verder te helpen ontwikkelen? Opbrengsten: 1. een instrument om het beweegniveau in kaart te brengen en 2. beweegprogramma’s voor excellente bewegers. Om het beweegniveau van kinderen vast te stellen worden drie meetinstrumenten (KTK, ooghandcoördinatietest, Scale for Identification of Sport Potential) gebruikt. In deze studie wordt onderzocht of met de gezamenlijke scores van de drie testen een beweegquotiënt kan worden berekend waarmee het beweegniveau van een kind kan worden uitgedrukt. Met experts uit de vakwereld bewegingsonderwijs is een programma ontwikkeld voor excellente bewegers in de leeftijd van 6 tot 9 jaar. Dit programma is op 10 scholen uitgevoerd en geanalyseerd en resultaten zijn vergeleken met vergelijkbare controlegroepen. In de laatste fase van het project stond valorisatie centraal. In de praktijk is veel enthousiasme voor het instrument. Echter een belangrijke beperking blijkt de beschikbaarheid en de kosten van de materialen voor één van de onderdelen in de test (de balansbalkjes). Het doel van deze Top Up aanvraag is om een prototype te ontwikkelen die scholen / gemeenten in staat stelt dit instrument optimaal te gebruiken.