Excellentie en het mbo, het leken twee begrippen die niet bij elkaar passen. Toch heeft de afgelopen zes jaar een kentering plaatsgevonden die excellentie en mbo verbindt en misschien zelfs verenigt. Cruciaal was de start van de kwaliteitsafspraken in 2015 waar excellentie voor het eerst op de mbo-agenda kwam. Het ministerie van OC&W stelde vier jaar lang geoormerkte middelen ter beschikking aan instellingen die een concreet plan indienden voor de ontwikkeling van excellentie. De voorwaarden waren verrassend eenvoudig: een excellentieprogramma moest extra curriculair, aanvullend en aantoonbaar verzwaard zijn en een vorm van erkenning opleveren voor de student. De meeste instellingen hebben destijds de handschoen opgepakt. Nu zes jaar later en twee jaar na afloop van de regeling, heeft MBOe (de stichting die excellentie in het mbo aanjaagt) in samenwerking met ROC Midden Nederland en Bureau Turf een inventarisatie gedaan van excellentie in het mbo: De Staat van Excellentie.
DOCUMENT
De Handleiding Vragenlijst Cultuur van Excellentie presenteert een zelf-diagnostisch instrument dat docenten, team, opleidingen of instellingen kunnen gebruiken om de cultuur van excellentie te peilen. De vragenlijst kan ook ingezet worden door beleidsmedewerkers of onderwijsadviseurs. De vragenlijst geeft inzicht in de mate waarin er sprake is van een cultuur waarin studenten willen, kunnen en mogen excelleren én hoe mensen denken over excelleren als concept. De vragenlijst is uitermate geschikt om verschillen tussen subculturen in kaart te brengen.
DOCUMENT
Hoofdstuk 5 uit: Coppoolse, R., Van Eijl, P.J. & Pilot, A. (Red.) Hoogvliegers. Ontwikkeling naar professionele excellentie (pp 73-84). Rotterdam: University Press, Hogeschool van Rotterdam. (2013)
LINK
Het hoger onderwijs in Nederland is begonnen aan een nieuwe uitdaging. Steeds meer studenten hebben hogere ambities dan het reguliere programma kan waarmaken, en gaan op zoek naar nieuwe uitdagingen. Het motief van de studenten voor dit hoge ambitieniveau varieert van hogere intrinsieke levensdoelen tot een betere kans op de arbeidsmarkt. In het hoger beroepsonderwijs en het universitaire onderwijs ontstaan daarom vele honoursprogramma’s, die studenten de mogelijkheid bieden om deze extra uitdagingen aan te gaan en toe te werken naar professionele excellentie. De eerste ervaringen met het werken in deze honoursprogramma’s zijn nu opgedaan. Het selecteren van studenten die in de basis potentie hebben om deze uitdagingen aan te gaan, en het begeleiden van deze studenten, van docenten een andere rolopvatting en pedagogische benadering vraagt dan lange tijd gebruikelijk is geweest. Dit boek biedt aan de hand van succesvolle praktijkvoorbeelden, uitkomsten van onderzoeken en praktijkervaringen een handelingskader voor docenten die deze ambitieuze en getalenteerde studenten optimaal willen begeleiden bij het realiseren van hun ambities. In dit boek worden drie grote thema’s rondom honoursprogramma’s besproken: de kenmerken van talent en de talentontwikkeling gericht op excellente professionals, de inrichting van de leeromgeving in honoursprogramma’s en honours-teaching in de context van honoursprogramma’s. Daarbij worden de rol van leergemeenschappen, de cultuur en kwaliteitsborging toegelicht. Het boek is primair gericht op docenten uit het hoger onderwijs, maar doordat het een breed spectrum van onderwerpen omvat, kan het ook interessant zijn voor docenten in andere typen onderwijs, leidinggevenden in het onderwijs, beleidsmakers, onderwijskundigen, onderzoekers en anderen die geïnteresseerd zijn in het honoursonderwijs. Docenten kunnen de vele concrete aanwijzingen die de auteurs geven, gemakkelijk inpassen in hun eigen onderwijspraktijk.
DOCUMENT
Wat zijn de mogelijkheden voor inpassing van honoursonderwijs in Energy masterprogramma’s aan de Hanzehogeschool Groningen, vanuit een internationaal perspectief? Dat is de centrale vraag in dit onderzoeksrapport van het Lectoraat Excellentie in Hoger Onderwijs en Samenleving van de Hanzehogeschool Groningen. We beantwoorden de vraag door eerst de context te schetsen, vervolgens informatie uit binnen- en buitenland op een rij te zetten en deze tenslotte te analyseren.
DOCUMENT
De handreiking begint in hoofdstuk 1 met de waarde en betekenis die excellentieheeft voor de betrokkenen binnen de school. Op welke punten wil jeexcellent zijn, hoge eisen stellen, sluit dit aan bij het werkveld, en hoe pak jedat gezamenlijk aan?In hoofdstuk 2 komt aan de orde, of en hoe excellentie en ambities binnende school gewaardeerd worden. Immers, als excellentie en ambities belangrijkworden gevonden, is het ook belangrijk dat deze kenmerken worden herkend,erkend en gewaardeerd. Zijn er rituelen en symbolen die daarvoor wordentoegepast?Hoofdstuk 3 betreft de “manier van doen” binnen de school. Iedereen heeft zijnhelden, d.w.z. rolmodellen die bepaalde werkwijzen of een manier van doensymboliseren. Wat zijn onze helden, rolmodellen, manieren van doen?Hoofdstuk 4 gaat over de stimulans van honoursprogramma’s. Deze programma’szijn in de eerste plaats bedoeld om de uitdaging te vergroten voorstudenten die meer willen en meer kunnen. Ze zijn echter ook een middel omde cultuur van excellentie “in den brede” en een ambitieuze studiecultuur testimuleren. Gebeurt dat voldoende?Hoofdstuk 5 geeft een model met vier dimensies die als kenmerkend kunnenworden beschouwd voor een cultuur van excellentie en een ambitieuze studiecultuur.Herkent iedereen zich in dat beeld? Is dit kenmerkend voor het team?Wat kunnen we nog meer doen om die cultuur te benaderen?In het laatste deel is meer achtergrondinformatie te vinden over cultuur,schoolcultuur en studiecultuur en hoe die zich tot elkaar verhouden.
DOCUMENT
Deze handreiking is bedoeld als een hulpmiddel voor het gesprek binnen deopleiding, of bijvoorbeeld een faculteit, school of academie. Het gesprek kannieuwe ideeën opleveren om de cultuur van excellentie te bevorderen. Het kaner ook toe leiden dat er tegenstrijdigheden worden gesignaleerd in de bestaandesituatie die veranderd zouden moeten worden. Het is geen handleiding omstap voor stap tot een cultuur van excellentie te komen. Het kan wel leidentot nieuwe ideeën en verbetermaatregelen. Daarom sluit elk hoofdstuk af metde vraag: wat gaan we doen? Door aandacht te geven aan deze vraag leidt hetgesprek tot verandering.
DOCUMENT
Het onderzoek “Excellentie, communities en cultuur” is gericht op kenmerken van de cultuur van honoursstudenten en de wijze waarop deze in relatie staat tot de docent en de omgeving buiten honours: medestudenten, docenten, werkveld, vrienden, familie. In de politiek-maatschappelijke discussie over de kenniseconomie en excellentie speelt het begrip cultuur een belangrijke rol. Het tegengaan van de “zesjescultuur”, het streven naar een “ambitieuze studiecultuur “ en een “cultuur van excellentie” wordt vaak genoemd als een belangrijk doel van het landelijk onderwijsbeleid. Zie bijvoorbeeld de Strategische Agenda’s voor het hoger onderwijsbeleid en onderzoek (Ministerie van OCW, 2007 en 2011). Onderwijskundige literatuur is vaak gericht op de rol en invloed van de docent. De rol van de docent komt ook in dit onderzoek aan bod. Het begrip “cultuur” plaatst de interactie tussen student en docent echter in een bredere context. Immers niet alleen de docent speelt een rol, ook bijvoorbeeld ouders, vrienden en studiegenoten spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van de student.
DOCUMENT