Geen samenvatting beschikbaar
DOCUMENT
Het hbo kent een grote diversiteit in instroom wat betreft de vooropleiding, die varieert van mbo en havo tot vwo. Differentiatie is nodig om elke student de uitdagingen te bieden die hij of zij aankan (Onderwijsraad, 2008). Excellentieprogramma’s kunnen die uitdaging bieden voor de bijzonder getalenteerde studenten. De ontwikkeling van excellentieonderwijs in het hbo is nog heel jong, ook binnen de Hanzehogeschool Groningen. Vanaf 2005 ontwikkelde de Hanzehogeschool haar excellentiebeleid, gericht op het herkennen, erkennen en stimuleren van talent (zie Bisschop Boele, 2007). Het honoursprogramma van de opleiding Vastgoed & Makelaardij was een van de voorlopers in het hbo. De Hanzehogeschool Groningen diende in 2008 een aanvraag in bij het Siriusprogramma voor excellentieonderwijs en kreeg als eerste hbo-instelling in Nederland de Siriusaanvraag toegekend. Hierna wordt het belang geschetst van excellentie voor het hbo in het algemeen en voor de Hanzehogeschool in het bijzonder. Vervolgens worden de wijze waarop dit binnen de Hanzehogeschool is uitgewerkt, de eerste bevindingen en de dilemma’s nader toegelicht en volgen vragen voor discussie en nader onderzoek.
DOCUMENT
Rosa Alberto (HU) en Bart Kleine Deters (ECBO) deden onderzoek naar welke lessen we als Nederland kunnen leren van het buitenland op het gebied van beleid in gecijferdheid. Dit deden ze aan de hand van een thematische analyse op vier terreinen: 1. Samenhang in basisvaardigheden(-beleid) 2. Implementatiemethode van basisvaardighedenbeleid 3. De rol van kenniscentra 4. Rol van werkgevers in het versterken van basisvaardigheden Het onderzoek geeft mooie aanknopingspunten en inspiratie voor de ve-plannen die bij het ministerie van OCW in de maak zijn. Dit onderzoek is verschenen binnen het project Gecijferdheid als Basisvaardigheid, waarbij de HU, CINOP en Freudenthal Instituut (UU) samen optrekken.
DOCUMENT
Welk soortelijk gewicht heeft sociaal beleid, en aan welke dynamiek is het onderhevig? Hoe zwaar weegt het in het Haagse? Is het verbeteren van de sociale kwaliteit van onze samenleving een opdracht die opkan tegen het equivalent daarvan in de economische en fysieke sfeer? En is het soortelijk gewicht van sociaal beleid de afgelopen jaren gedaald? (Hebben stoffen eigenlijk altijd eenzelfde soortelijk gewicht? Zou water als het bevriest en ijs wordt een ander soortelijk gewicht krijgen?) In deze bundel wordt vanuit diverse hoeken stilgestaan bij het soortelijk gewicht van sociaal beleid. De teksten zijn geschreven en samengebracht als Liber Amicorum voor Wim Woertman, ter gelegenheid van diens afscheid van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
DOCUMENT
Financiële problematiek onder forensische cliënten is groot, complex en diepgeworteld, belemmert resocialisatie en vergroot het risico op terugval in delictgedrag. Bovendien hangt financiële problematiek vaak samen met problemen op andere levensdomeinen, zoals opleiding, werk, en mentale en fysieke gezondheid. Cliënten zelf én forensisch sociaal professionals die hen begeleiden ervaren vaak veel belemmeringen bij het aanpakken van schulden. Vanuit gemeenten wordt nog relatief weinig aandacht besteed aan deze problematiek voor deze specifieke doelgroep en gemeentelijk beleid verschilt dan ook sterk. Hoe kunnen gemeenten beleid rond financiële problemen onder forensische cliënten intern regisseren en bovendien afstemmen op andere gemeenten?
DOCUMENT
Sinds enige jaren gaan veel van de discussies en gesprekken in de sociale sector over de nieuwe wet op maatschappelijke ondersteuning, de Wmo. Die vervangt onder meer de Welzijnswet en de Wet Voorzieningen Gehandicapten. Het is goed dat substantiële delen van beleid af en toe groot onderhoud krijgen, gelet op het gecombineerde effect van een zich steeds ontwikkelende maatschappij, voortschrijdend inzicht in welk beleid effectief is en verschuivende voorkeuren in de samenleving. Nieuw beleid brengt ook onzekerheid en onwennigheid met zich mee. Het vraagt verandering en aanpassing. Niet altijd is bij de goedkeuring van nieuw beleid meteen duidelijk hoe de uitvoering gaat verlopen, hoe één en ander er bij de implementatie van het beleid uit gaat zien. Over de invoering van de Wmo is al veel gezegd en geschreven. In deze publicatie trachten we de consequenties van de Wmo in beeld te brengen vanuit het perspectief van de professionals uit de sociale sector. Welke sociale interventies moeten ze uit hun gereedschapsbak verwijderen, welke nieuwe instrumenten komen erbij, welke nieuwe kwaliteiten moet de professional in huis hebben?
DOCUMENT
Toets en beleid: twee woorden die in dit boek in één adem genoemd worden. Goed onderwijs vraagt om goede toetsing. En goede toetsing vraagt om goed toetsbeleid: beleid dat is afgeleid van de onderwijsvisie en dat ondersteund wordt door automatisering waar dat kan en waar dat nodig is. Dit boek behandelt in deel 1 het proces van het formuleren en in stand houden van het toetsbeleid (op strategisch, tactisch en operationeel niveau) en in deel 2 de uitwerking van het toetsbeleid op het terrein van papieren geautomatiseerde toetsen. Het begrip: de toetscyclus wordt geïntroduceerd als kapstok voor de diverse processen rondom het toetsen. Het boek is toegespitst op papieren toetsen die automatisch worden aangemaakt, verwerkt en beheerd. Het boek is echter ook bruikbaar voor toetsbeleid en toetsing in het algemeen door de generieke elementen in het boek. Door de beknoptheid is het toegankelijk voor snelle kennisopname.
DOCUMENT
Bedrijventerreinen worden vaak geassocieerd met leegstand, verloedering en verrommeling. Om van dit imago af te komen, riep de Taskforce (Her)structurering Bedrijventerreinen in 2008 op om de markt van bedrijventerreinen te gaan hervormen. Deze publicatie laat zien wat er de afgelopen jaren is gebeurd: bedrijventerreinen zijn op grote schaal geherstructureerd, de overheid speelt een andere rol en kijkt met een meer zakelijke blik op bedrijventerreinen, terwijl de rol van ondernemers en vastgoedeigenaren belangrijker is geworden. Lessen en toekomstig beleid De publicatie bespreekt welke lessen we de afgelopen jaren geleerd hebben op basis van kwalitatief en kwantitatief onderzoek naar bedrijventerreinen en het gevoerde overheidsbeleid. Daarnaast vat het de inzichten samen die kunnen worden meegenomen in het formuleren van nieuw beleid voor de komende jaren. Hierbij is meer aandacht voor eigenaargebruikers van bedrijfsvastgoed en investeerders noodzakelijk, dienen ‘systeemfouten’ in de markt voor bedrijventerreinen gerepareerd te worden en is het de uitdaging om publiek geld op een ‘slimmere’ manier in te zetten. Met uiteenlopende bijdragen van onderzoekers en praktijkdeskundigen op het gebied van bedrijventerreinen is deze publicatie interessant voor iedereen die hierin inhoudelijk geïnteresseerd is. Op de eerste plaats voor beleidsadviseurs en bestuurders bij het Rijk, provincies en gemeenten, maar ook onderzoekers en adviseurs. De wisselwerking tussen beleid, de werking en uitkomsten van de vastgoedmark is bovendien ook relevant voor een breder publiek van ruimtelijke ordenaars en ruimtelijke economen.
LINK
In allerlei gemeenten in Nederland wordt gewerkt aan het leggen van de verbinding tussen werk & inkomen (vanuit de Participatiewet) en zorg en ondersteuning (vanuit de Wmo). Het doel? Participatie in welke vorm dan ook voor iedereen mogelijk maken. In de gemeente Houten is de integrale aanpak ‘op Koers’ ontwikkeld van pilot tot een duurzaam en (financieel) geborgde aanpak. Wat was de aanleiding om met deze aanpak te starten? Hoe geven betrokkenen hier concreet invulling aan? Wat was de rol van beleid om van de pilot tot een duurzame aanpak te komen? En waarom is het belangrijk om als gemeente een lange termijnvisie op integrale samenwerking te hanteren?
LINK
Vlaanderen voert al meer dan vier decennia een autonoom sportbeleid. Dat heeft een impact op hoe het Vlaamse sportlandschap gestructureerd is, maar ook op het aanbod van sportorganisaties en de deelname aan sport. Dit handboek biedt een overzicht van de organisatie van sport en ontwikkelingen in het sportbeleid in Vlaanderen. Beleid en organisatie van sport gaat achtereenvolgens in op de beleidsruimte en beleidsontwikkeling. Zo biedt het boek zowel een beeld van onder meer de relevante evoluties in sportparticipatie, de tewerkstelling en de economische impact van sport in Vlaanderen, als van ontwikkelingen in het beleidsproces, het wetgevend kader en de besluitvorming in de sportsector.
DOCUMENT