Presentatie op Dag van het Onderzoek, Hogeschool Inholland, Den Haag, 14 april 2015.
DOCUMENT
Praktijkonderzoek over integratie van practice based evidence en evidence based practice, nderzoeksresultaten toepassen in de praktijk,verbeteren in en door de praktijk.
DOCUMENT
Zo’n 10 tot 15 procent van de leerlingen in het basisonderwijs ondervindt problemen bij het technisch leesonderwijs. Om zwakke lezers een inhaalslag te laten maken, blijkt de methodiek Begeleid hardop lezen effectief. Dat wijst experimenteel onderzoek naar de varianten Verder lezen en Opnieuw lezen in de verschillende leerjaren uit. Ook laten de uitkomsten zien dat het leesplezier via deze aanpak bij de zwakke lezers toeneemt.
DOCUMENT
Het nieuwe Brancheprotocol Kwaliteitszorg Onderzoek eist van bestuurders en leidinggevenden in het hbo meer aandacht voor de kwaliteit van het onderzoek. Zo moeten lectoraten expliciete kwaliteitscriteria hebben. Dat is gezien de diversiteit aan onderzoek geen sinecure. Zijn er criteria beschikbaar die recht doen aan deze diversiteit?
LINK
Dit is het rapport voor onze opdrachtgever Commissie Langdurige Zorg en Ondersteuning van ZonMw, waarin we de eerste versie van de methodiek Cirkelen Rond Je Onderzoek hebben toegelicht. Sinds 2019 hebben we de methode doorontwikkeld. Geïnteresseerd in deze methode om participatief en gelijkwaardig aan een onderzoeksvoorstel te werken? Bekijk deze dan op crjo.nl [https://husite.nl/crjo/]. Daar vind je alle tools en handleidingen, vrij downloadbaar. Hieronder vind je de eerste versie van de methodiek Cirkelen rond je onderzoek. Deze handreiking biedt hulp bij het ontwikkelen van een goede onderzoeksopzet. Hij reikt onderzoekers hulpmiddelen aan om de vele facetten van een onderzoeksopzet te verhelderen: Wat is een goede onderzoeksvraag? Welke onderzoeksaanpak is passend en haalbaar? Wat zijn behulpzame deelvragen? Maar ook: welke partners moet ik betrekken en hoe worden we het eens over de opzet?
MULTIFILE
Dit hoofdstuk geeft een overzicht van mogelijkheden waarmee de kwaliteit van onderzoek in het HBO vergroot kan worden. Er worden acht aanknopingspunten geboden:1) verbeteren van de randvoorwaarden voor onderzoek; 2) bevorderen van goed gedrag van de onderzoeker; 3) validatie en review; 4) gebruiken van kwaliteitscriteria; 5) prestatiemeting en beoordeling; 6) kwaliteitszorgsystemen; 7) toezicht op kwaliteitszorg en 8) zichtbaar maken van kwaliteit van Open Access publicaties.
DOCUMENT
Het lectoraat Methodologie van Praktijkgericht Onderzoek bestudeert het praktijkgerichte onderzoek aan hogescholen en het onderwijs in onderzoek. Hiermee probeert het een bijdrage te leveren aan de verdere professionalisering daarvan. Een belangrijk aspect hierbij is het in kaart brengen van de meerwaarde van praktijkgericht onderzoek. In de politieke discussie over wetenschapsbeoefening in Nederland en de rol van het hbo daarin is het van belang dat we laten zien op welke manieren ons onderzoek bijdraagt aan de samen - leving. Als we in acht nemen dat praktijkgericht onderzoek altijd plaatsvindt midden in de complexiteit van maatschappelijke kwesties en dat dit via allerlei wegen waarde kan hebben, rijst de vraag: hoe breng je die meerwaarde op een zinvolle manier in kaart? In deze bijdrage laat ik zien dat praktijkgericht onderzoek voornamelijk plaatsvindt middenin complexe maatschappelijke vraagstukken en dat daarom traditionele manieren om meerwaarde aan te tonen, zoals het tellen van het aantal publicaties, niet werkt. Ik introduceer het begrip ‘doorwerking’ om de maatschappelijke meerwaarde te duiden en geef een manier om deze doorwerking in kaart te brengen zoals wij die binnen het Kenniscentrum Leren en Innoveren van Hogeschool Utrecht toepassen.
DOCUMENT
Programma 4e HRM praktijk & onderzoek congres
DOCUMENT
Deze herziene druk van dit veel gebruikte studie- en praktijkboek bevat een aantal aanpassingen en uitbreidingen. In het hoofdstuk over onderzoeksstrategieën is het experiment toegevoegd. In de dagelijkse beroepspraktijk van onderwijs of gezondheidszorg wordt niet gauw een (zuiver) experiment opgezet, maar in de geschiedenis van de sociale wetenschappen zijn goed opgezette (quasi)experimenten van grote invloed geweest. Ook is een bespreking van implementatieonderzoek toegevoegd. Goed onderzoek doen is één ding, het implementeren van de resultaten ervan in levensechte situaties is iets heel anders. Op vele maatschappelijke gebieden (gezondheidszorg, onderwijs, bestuur, veiligheid enz.) wordt in toenemende mate de noodzaak gevoeld om zich naast onderzoek ook bezig te houden met het invoeren van de uitkomsten in de praktijk. Verder is de beschrijving van actieonderzoek gewijzigd en aangepast aan nieuwe inzichten. De oorspronkelijke visie van de auteurs op actieonderzoek is niet gewijzigd. Er is een bespreking over gestandaardiseerde toetsen toegevoegd (CITO, algemene intelligentietests, PISA enz.). Zoals zal blijken, spelen zij een belangrijke rol in de verschillende beroeps- en adviespraktijken en zijn hierover opnieuw fundamentele discussies ontstaan. In het hoofdstuk over kwantitatieve analyse is de t-toets toegevoegd. In de praktijk van het kwantitatieve onderzoek is dit een instrument dat goede diensten bewijst, wanneer het gaat om het vergelijken van groepen en het aantonen van effecten van ingrepen of programma's. Ook is een behandeling van factoranalyse en de analyse van de betrouwbaarheid van meetschalen (Cronbach's Alpha) toegevoegd. Ten slotte is aan het boek een website gekoppeld die oefenmateriaal bevat voor de kwantitatieve, statistische analyse, waarmee lezers zich kunnen bekwamen in het zelfstandig uitvoeren van dergelijke analyses. Deze website bevat bestanden waarmee de lezer kan werken, alsmede instructieve stap-voor-stap uitwerkingen van de opgaven, in zowel het krachtige SPSS als Excel.
DOCUMENT
Veel mensen krijgen tijdens hun loopbaan, levensloop, te maken met een of andere vorm van verlies. Zij worden dan geconfronteerd met wat wij aanvankelijk venijnige vraagstukken noemden, maar later hebben verwoord als loopbaanknooppunten. Situaties met consequenties voor loopbanen; situaties die leiden tot handelingsverlegenheid en vele vragen oproepen, die verder gaan dan de gangbare 'matchings' loopbaanvragen, zoals: wat wil ik? Wat kan ik? Welke baan, werk- of leefomgeving pas goed bij mij? Welke plek wil ik in de samenleving innemen? In dit praktijkgerichte onderzoek zijn de auteurs op zoek gegaan naar een 'nieuwe, verdiepende' manier van begeleiden van loopbaanontwikkeling van mensen die het zwaar te verduren hebben. De veerkracht, draaglast en draagkracht van betrokkenen stond centraal bij de diepte-interviews, die op interactieve wijze met behulp van het ontwerpgerichte onderzoeksmodel van Andriessen (2007) zijn geanalyseerd door een viertal ervaren loopbaanprofessionals. Beide auteurs hebben hun door praktijkervaringen opgebouwde expertise tijdens diepgaande intervisie gekoppeld aan theoretische input vanuit diverse (inter)nationale literatuurbronnen. Gebruikmakend van het conceptuele kader van Van Yperen en Veerman (2008) hebben zij als 'reflective professionals' (Schön, 1995) toegewerkt naar een potentieel veelbelovende begeleidingstheorie en methodiek.
DOCUMENT