Dat technologie goed is voor de economie, dat is al eerder gesuggereerd. Maar is technologie ook goed voor het sociale van onze samenleving? We zijn digitaal en worden steeds digitaler, worden we er nu ook sociaal beter van? En hoe kun je technologie gebruiken om de sociale kwaliteit te verhogen? Met deze vragen worstelde Digistein de afgelopen jaren. In deze publicatie wordt verslag gedaan van dat experiment. Digistein is een van de vier landelijke pilotprojecten geweest waarin gekxperimenteerd werd met ICT als drager van sociale interventies, van maatschappelijke ontwikkeling.
Studies uit binnen- en buitenland hebben laten zien dat de staf in de voor- en vroegschoolse periode relatief sterk is in emotionele ondersteuning van jonge kinderen maar duidelijk zwakker bij didactische ondersteuning. In een gecontroleerde experimentele studie onderzochten we de effecten van training voor pedagogisch medewerkers gericht op het verbeteren van de proceskwaliteit, in drie condities: een intensieve vve-variant, video interactiebegeleiding en een combinatie hiervan. De vve-training verbeterde de vaardigheden van de staf bij de didactische ondersteuning. De video- interactiebegeleiding bleek effectief in het verbeteren van de begeleiding tussen kinderen. Een micro-analyse van de interacties tussen de staf en de kinderen liet differentiële effecten zien van beide trainingen. De positieve resultaten uit deze studie onderstrepen het belang van gestructureerde en intensieve trainingen voor het versterken van de educatieve vaardigheden van pedagogisch medewerkers, met aandacht voor intensieve coaching op de werkvloer en video-feedback.
Kritisch reflecteren is een van de belangrijkste competenties die professionals dienen te bezitten (Geenen, 2017; SER, 2015). Reflecteren ondersteunt niet alleen de groei van de professional maar ook de ontwikkeling van de beroepsgroep en de professie (Engelbertink, 2021; Geenen, 2017; Meijers & Mittendorff, 2017). Om studenten optimaal te kunnen ondersteunen in hun leerproces tot kritisch reflecterende professional is een dialogisch feedbackproces met meerdere feedbackmomenten een hulpmiddel. De mogelijkheden voor zo’n dialogisch feedbackproces kan worden vergroot middels een online leeromgeving (Ajjawi & Boud, 2018; Yang & Carless, 2013). In dit artikel wordt ingegaan op de ontwikkeling en uitvoering van een online leeromgeving die het kritisch reflectieproces van stagiaires in een dialogisch feedbackproces vorm geeft met hun begeleiders van zowel hun opleiding (zoals supervisors, studieloopbaanbegeleiders en andere docenten) als buiten hun opleiding (zoals stagebegeleiders). Ervaringen van 3e jaar social work stagiaires met dit online dialogisch feedbackproces ter versterking van hun reflectievaardigheden zijn onderzocht via een experimentele setting in twee condities (experimentele groep versus controle groep).
MULTIFILE
De overgang naar een gasvrije gebouwde omgeving is een belangrijke doelstelling van de energietransitie. Daartoe wordt veel onderzoek gedaan naar het potentieel van lage-temperatuur verwarmingssystemen in bestaande woningen, zoals warmtepompen. Het zal echter nog even duren voordat alle bestaande CV-installaties zijn vervangen. Daarom blijven korte termijn besparingen door aanpassingen aan bestaande CV-installaties belangrijk, zoals door verlaging van de aanvoertemperatuur en waterzijdig inregelen. Veel verwarmingsinstallaties zijn namelijk overgedimensioneerd nadat veel woningen zijn nageïsoleerd. Echter kwantitatief inzicht in de daadwerkelijke besparingen die zonder comfortverlies te realiseren zijn ontbreekt nog. Ruwe schattingen variëren van 2 tot 7%. Daartoe zijn theoretische analyses niet voldoende en is empirisch onderzoek is noodzakelijk. Ook blijkt dat weinig woningeigenaren hiervan op de hoogte zijn en dat installateurs nog zelden deze diensten aanbieden of de klant hierop attenderen. Het energieadviesbureau Energiepaleis (MKB), TVVL (Kennisplatform installatietechniek), FedEC (beroepsvereniging energieadviseur) en MilieuCentraal (consumentenvoorlichting) hebben daarom de HvA gevraagd om onderzoek te doen ter onderbouwing van de kennisoverdracht naar de praktijk, de dienstverlening en verdienmodellen van installateurs en energie-adviseurs en ter versterking van de consumentenvoorlichting. Het laatste zal de vraag naar dienstverlening vergroten. De onderzoeksvragen zijn betrekking op: 1) kwantitatieve besparing; 2) comfortaspecten; 3) verdienmodellen voor dienstverlening; en 4) kennislacunes en hoe deze aan te pakken. Klankbordgroepen van installatiebedrijven en energie-adviseurs zullen betrokken worden bij uitvoering en resultaten van het onderzoek. TVVL en FedEC zullen haar kennis- en leerkanalen inzetten. Het KIEM onderzoek zal samenwerken met het lopende empirische onderzoek naar lage-temperatuur verwarmingssystemen. Dit onderzoek valt binnen het thema Energietransitie en Duurzaamheid: het betreft de ontsluiting van een significante energiebesparingsoptie; het versterkt de valorisatie van innovatie door het ondersteunen van nieuwe dienstverlening door de installatie- en adviessector; en tenslotte de beroepspraktijk en de consumentenorganisaties (de klanten) werken samen aan een gemeenschappelijke vraagstelling.
In dit project wordt de techno-economische en sociale haalbaarheid getest van een zonwering systeem dat tevens zonne-stroom en –warmte opwekt, passieve ruimtekoeling levert, en een deel van het natuurlijk daglicht binnenlaat, gericht op appartementenhoogbouw: een sector waarin op dit moment enorm wordt geworsteld met duurzame energie oplossingen. Het gaat om een horizontaal systeem van spiegelende lamellen voor installatie aan een buitengevel, voor glaspartijen. Het systeem gebruikt één gecentraliseerde pv receiver per serie lamellen, waardoor de kostprijs gedrukt wordt. Het systeem is vernieuwend omdat energiewinning uit glazen elementen bij bestaande bouw bijna niet bestaat. Tevens biedt het de kans de integrale energiehuishouding van appartementenhoogbouw te bedienen in één enkel systeem. Het Solar Energy Blinds systeem is ontworpen om laagdrempelig te installeren te zijn in de bestaande bouw, aan de buitengevel en het systeem laat zich uitermate goed schalen. Uitgangspunt voor deze validatie en haalbaarheidsstudie is een bestaand proof-of-concept tafelmodel prototype. Experimentele tests worden verricht naar i) de elektriciteitsopwekking, via IV bepalingen aan de pv cellen, ii) warmte van het systeem, via continue logging van thermokoppels op verschillende plaatsen op de receivers, iii) lichtdoorlatendheid van het systeem met photometers. We verrichten tests in het lab en ‘on-sun’ in Oost, Zuid, en West oriëntaties. Hieruit komt een werkings- en opbrengstanalyse voort. Gelijktijdig worden verbeteringen ontworpen richting de maakbaarheid, schaalbaarheid, vormgeving, schoonmaak en inpasbaarheid. Op basis van de verbeteringen wordt de kostprijs bepaald. Het bovenstaande dient als input voor een haalbaarheidsanalyse. Het consortium verspreidt de resultaten van dit project, en bereidt op basis van de resultaten een vervolg-subsidieaanvraag voor, zo nodig met een uitbreiding van het consortium.
Het verzamelen, interpreteren en produceren van informatie met multimedia (tekst gecombineerd met afbeeldingen) is een belangrijke vaardigheid die studenten zich eigen moeten maken. Met name in het natuurwetenschappelijk onderwijs, zoals Biologie (de context van dit onderzoek), spelen afbeeldingen en diagrammen een steeds belangrijkere rol. Het gegeven dat studenten meer leren van de combinatie van tekst en afbeeldingen dan van enkel afbeeldingen of enkel tekst, wordt het multimedia-effect genoemd. Waar veel onderzoek zich richt op het multimedia-effect bij leren, is er relatief weinig bekend over de effecten van multimediagebruik in toetsen. Een meta-analyse uit 2019 laat een overall positief effect zien op de nauwkeurigheid van de antwoorden van studenten (response accuracy). Echter, de resultaten van empirische studies lopen onderling sterk uiteen. De invloed van multimedia in toetsitems wordt significant beïnvloed door de functionaliteit van de afbeelding in een toetsitem. Mogelijk dat afbeeldingen in feedback die een student ontvangt na het maken van een item ook invloed hebben op het leereffect van de feedback. Diepgaand onderzoek naar het multimedia-effect in de toetsitems en de feedback kan de validiteit en effectiviteit van toetsen verhogen. Een within-group design waarbij enkel de functionaliteit van de afbeelding wordt onderzocht en andere moderators zo goed mogelijk gelijk worden gehouden ontbreekt tot op heden. Een mogelijk multimedia-effect bij feedback is nog nauwelijks onderzocht. Dit project richt zich op bovenstaande hiaten in de onderzoeksdata om zo te komen tot richtlijnen voor de itemconstructeurs bij multimediagebruik in toetsitems en voor studenten bij het beantwoorden van items. Hiervoor zullen drie experimentele onderzoeken in de context van de lerarenopleiding Biologie opgezet worden. In elke studie zal gevarieerd worden met de functionaliteit van afbeeldingen in de toetsitems en de feedback. De effecten ten aanzien van prestaties en cognitieve belasting worden gemeten met eye-tracking, toetsen en thinking aloud protocollen.