Experts in the agricultural sector say Nigeria can become self-sufficient in milk production if opportunities in the sector are properly tapped into.
LINK
A large body of research has described the influence of context information on forensic decision-making. In this study, we examined the effect of context information on the search for and selection of traces by students (N = 36) and crime scene investigators (N = 58). Participants investigated an ambiguous mock crime scene and received prior information indicating suicide, a violent death or no information. Participants described their impression of the scene and wrote down which traces they wanted to secure. Results showed that con- text information impacted first impression of the scene and crime scene behavior, namely number of traces secured. Participants in the murder condition secured most traces. Furthermore, the students secured more crime-related traces. Students were more confident in their first impres- sion. This study does not indicate that experts outperform novices. We therefore argue for proper training on cognitive processes as an integral part of all forensic education.
In tijden van toenemende culturele diversiteit en arbeidsonzekerheid hebben jongeren in Nederlandse en Duitse stadswijken grote behoefte aan richting met betrekking tot hun toekomstige leven. Ouders en leraren lijken zelf vaak te worden overweldigd door de snel veranderende wereld waarin ze leven. Naast deze veranderingen neemt het gebruik van sociale media sterk toe, waardoor de al bestaande generatiekloof nog groter wordt. Deze ontwikkelingen hebben grote gevolgen voor de levensloopperspectieven van jongeren en leiden er vaak toe dat ze meer dan ooit richting zoeken bij hun leeftijdgenoten. In plaats van dit te zien als een problematische situatie, is dit project erop gericht de netwerken van jongeren te gebruiken als bron voor verbetering van de stadswijken. Het basisidee is jonge adolescenten (in de leeftijd van 12-14 jaar) te empoweren via bepaalde leeftijdgenoten die al gerespecteerd, verantwoordelijk en stabiel in het leven staan. Deze ‘homies’ (vier Nederlandse en vier Duitse jongeren) worden getraind en begeleid door experts op het gebied van oplossingsgericht denken en inspirerende communicatie. Daarna gaan de homies aan de slag in hun eigen wijk, waar ze drie maanden actief zullen zijn. De meeste communicatie met hun leeftijdgenoten zal verlopen via mobiele communicatie en sociale medianetwerken. In het begeleidende onderzoek wordt een analyse gemaakt van de leefsituatie van jongeren in de geselecteerde wijken voor en na de tussenkomst van de homies. De homies houden zelf een (mobiel) dagboek bij dat inzicht zal bieden in hoe zij zelf de veranderingen bij de jongeren in hun wijk zien.
Vanwege veranderende onderwijskundige inzichten - 21st century learning - worden schoolgebouwen verbouwd of vervangen door nieuwbouw. Deze 21st century leeromgevingen blijken in de praktijk niet te voldoen aan de verwachting van de gebruikers. Het ontwikkelen en gebruiken van een 21st century leeromgeving stelt blijkbaar specifieke eisen aan de 21st century competenties van alle betrokkenen. Dit roept vragen op ten aanzien van product en proces. De beantwoording van deze vragen vereist kennis van wisselwerking tussen psycho-sociale leeromgeving en fysieke leeromgeving. Het betreft onder andere de benodigde “ruimtelijke competenties” van de betrokkenen om de fysieke leeromgevingen te ontwikkelen en te gebruiken en - andersom - hoe de fysieke leeromgeving de ontwikkeling van 21st century competenties beïnvloedt. De kiem voor dit onderzoeksproject is gelegd toen scholen en vormgevers deze vragen voorlegden aan experts van de NHL Hogeschool en TU Eindhoven. Dit KIEM project wil de probleemstelling in één of meerdere praktijkvragen articuleren door het uitvoeren van een reeks workshops met een focusgroep van stakeholders. De uitkomsten hiervan zullen worden vertaald naar een voorstel voor een langduriger onderzoeksproject. In dit beoogde vervolgproject zullen de gearticuleerde vragen worden vertaald naar één of meer praktijkonderzoeken waarin wetenschappelijke kennis en methodes worden doorontwikkeld en beproefd op het effectief stimuleren van 21st century vaardigheden van docenten en vormgevers in praktijksituaties. Dit project maakt deel uit van de opbouw van een regionaal kennisnetwerk Onderwijs & Ruimte, wat op een duurzame wijze wil bijdragen aan de kennisontwikkeling en -deling betreffende de 21st century leeromgeving. De kern van dit netwerk wordt gevormd door de initiatiefnemers van deze aanvraag; Adema Architecten (MKB), lectoraat Open Innovation van de NHL Hogeschool (Onderzoeksinstelling) en Next Level (Onderwijs).
De, bijna oneindige, mogelijkheden van digitale (3D print)technieken prikkelen de geest en zetten aan tot creatief denken. Voorheen onmogelijke vormen worden mogelijk en kunnen op locatie en op maat worden gemaakt. Het (primair) onderwijs ziet grote potentie in 3D (print)technieken als onderwijsthema om structureel en actief mee aan de slag te gaan in de klas, om 21ste Century Skills te ontplooien bij zowel leerkrachten als leerlingen en om als thema in te zetten binnen Wetenschap & Technologie-onderwijs. De onderwijsketen is een cruciale partner in de Human Capital Agenda met haar taak om van jongs af aan kinderen op te leiden tot een moderne professional die kan uitblinken in een snel veranderende innovatie-economie. Met dat doel voor ogen zoekt het primair onderwijs structureel naar manieren om de lesprogramma’s actueel en effectief te houden. Door een toenemend aanbod van 3D (print)technieken en diensten zoeken directies, leerkrachten maar ook het team talentontwikkeling van de Gemeente Enschede naar betrouwbare experts die de scholen advies, begeleiding en (uiteindelijk) professionalisering op maat kunnen bieden. Saxion FabLab Enschede, een publieke moderne makerspace en verbonden aan Saxion Lectoraat Industrial Design, richt zich op de verbinding tussen (HBO) onderwijs, onderzoek en het bedrijfsleven. Sinds de oprichting in 2011 krijgt het FabLab ook structureel vragen vanuit het primair onderwijs (PO) om deze doelgroep hands-on in contact te brengen met moderne (3D) technieken. Waar mogelijk zijn bovengenoemde vragen opgepakt met in samenwerking met scholen en bedrijven. Knelpunten die hierbij naar voren zijn gekomen, zijn dat leerkrachten na de opstart niet weten hoe ze onvermijdelijke technische problemen moeten oplossen en/of het ontbreekt hen de kennis om een volgende verdiepende stap (zelf) te zetten. Gevolg is dat men niet verder komt dan het doen van demonstraties en/of een eerste (simpel) productje, of dat de printers stil in een hoek staan te ver-stoffen. Deze ervaringen uit Enschede zijn in lijn met conclusies van een eerder onderzoek in Flevoland (Van Keulen & van Oenen, 2015) Doel van het traject “3D in de klas” is de bundeling van krachten binnen het consortium rondom de ontwikkeling van uitdagend en uitnodigend Wetenschap & Techniek-onderwijs voor leerling en leerkracht in het primair onderwijs, door leerkrachten te scholen in 3D printen, door lesprogramma’s te ontwikkelen die verder gaan dan het ‘printen van de standaard sleutelhanger’ en door een didactische verbreding te bieden door het koppelen van kennisdomeinen. Het initiatief voor gezamenlijk onderzoek en 3D in de Klas is opgedeeld in drie delen: Deel 1) Mapping the state of the art: leren van eerdere initiatieven en de knelpunten. Deel 2) Doelgroep betrokkenheid in kaart brengen, van leerkrachten en leerlingen, inhoudelijk en organisatorisch. Deel 3) Structurele inbedding, door afstemming op en integratie in de PO-keten. Het voorliggende projectvoorstel beslaat deel 1 van dit traject. Resultaat van dit deelproject hiervan vormt de basis voor deel 2 en 3 in een vervolgtraject, mogelijk in een RAAK-publiek vorm. Saxion FabLab Enschede heeft de afgelopen jaren een actief consortium opgebouwd dat bovenstaande impasse wil doorbreken. Het consortium bestaat naast het FabLab o.a. uit: Saxion Lectoraat Industrial Design en Academie Pedagogiek en Onderwijs, ESV, Stichting Consent, Bètatechtniek, Gemeente Enschede (Team Talentontwikkeling) en het bedrijf LAYaLAY.