This paper discusses and illustrates the ‘knowledge turn’ in urban policy across Europe. We identify four manifestations of it: 1) widespread efforts to lure knowledge workers; 2) a growing involvement of knowledge institutes in urban development and planning processes, 3) an explicit ‘knowledge based’ approach to planning and the design of public space, and 4) efforts to underline a ‘knowledge city’ identity using all kinds of marketing and branding techniques.
Background A variety of options and techniques for causing implicit and explicit motor learning have been described in the literature. The aim of the current paper was to provide clearer guidance for practitioners on how to apply motor learning in practice by exploring experts’ opinions and experiences, using the distinction between implicit and explicit motor learning as a conceptual departure point. Methods A survey was designed to collect and aggregate informed opinions and experiences from 40 international respondents who had demonstrable expertise related to motor learning in practice and/or research. The survey was administered through an online survey tool and addressed potential options and learning strategies for applying implicit and explicit motor learning. Responses were analysed in terms of consensus ( 70%) and trends ( 50%). A summary figure was developed to illustrate a taxonomy of the different learning strategies and options indicated by the experts in the survey.
MULTIFILE
Digital transformation has been recognized for its potential to contribute to sustainability goals. It requires companies to develop their Data Analytic Capability (DAC), defined as their ability to collect, manage and analyze data effectively. Despite the governmental efforts to promote digitalization, there seems to be a knowledge gap on how to proceed, with 37% of Dutch SMEs reporting a lack of knowledge, and 33% reporting a lack of support in developing DAC. Participants in the interviews that we organized preparing this proposal indicated a need for guidance on how to develop DAC within their organization given their unique context (e.g. age and experience of the workforce, presence of legacy systems, high daily workload, lack of knowledge of digitalization). While a lot of attention has been given to the technological aspects of DAC, the people, process, and organizational culture aspects are as important, requiring a comprehensive approach and thus a bundling of knowledge from different expertise. Therefore, the objective of this KIEM proposal is to identify organizational enablers and inhibitors of DAC through a series of interviews and case studies, and use these to formulate a preliminary roadmap to DAC. From a structure perspective, the objective of the KIEM proposal will be to explore and solidify the partnership between Breda University of Applied Sciences (BUas), Avans University of Applied Sciences (Avans), Logistics Community Brabant (LCB), van Berkel Logistics BV, Smink Group BV, and iValueImprovement BV. This partnership will be used to develop the preliminary roadmap and pre-test it using action methodology. The action research protocol and preliminary roadmap thereby developed in this KIEM project will form the basis for a subsequent RAAK proposal.
Aanleiding Nieuwsuitgeverijen bevinden zich in zwaar weer. Economische malaise en toegenomen concurrentie in het pluriforme medialandschap dwingen uitgeverijen om enerzijds kosten te besparen en tegelijkertijd te investeren in innovatie. De verdere automatisering van de nieuwsredactie vormt hierbij een uitdaging. Buiten de branche ontstaan technieken die uitgeverijen hierbij zouden kunnen gebruiken. Deze zijn nog niet 'vertaald' naar gebruiksvriendelijke systemen voor redactieprocessen. De deelnemers aan het project formuleren voor dit braakliggend terrein een praktijkgericht onderzoek. Doelstelling Dit onderzoek wil antwoord geven op de vraag: Hoe kunnen bewezen en nieuw te ontwikkelen technieken uit het domein van 'natural language processing' een bijdrage leveren aan de automatisering van een nieuwsredactie en het journalistieke product? 'Natural language processing' - het automatisch genereren van taal - is het onderwerp van het onderzoek. In het werkveld staat deze ontwikkeling bekend als 'automated journalism' of 'robotjournalistiek'. Het onderzoek richt zich enerzijds op ontwikkeling van algoritmes ('robots') en anderzijds op de impact van deze technologische ontwikkelingen op het nieuwsveld. De impact wordt onderzocht uit zowel het perspectief van de journalist als de nieuwsconsument. De projectdeelnemers ontwikkelen binnen dit onderzoek twee prototypes die samen het automated-journalismsysteem vormen. Dit systeem gaat tijdens en na het project gebruikt worden door onderzoekers, journalisten, docenten en studenten. Beoogde resultaten Het concrete resultaat van het project is een prototype van een geautomatiseerd redactiesysteem. Verder levert het project inzicht op in de verankering van dit soort systemen binnen een nieuwsredactie. Het onderzoek biedt een nieuw perspectief op de manier waarop de nieuwsconsument de ontwikkeling van 'automated journalism' in Nederland waardeert. Het projectteam deelt de onderzoekresultaten door middel van presentaties voor de uitgeverijbranche, presentaties op wetenschappelijke conferenties, publicaties in (vak)tijdschriften, reflectiebijeenkomsten met collega-opleidingen en een samenvattende white paper.
Grote steden staan de komende decennia voor enorme uitdagingen om ruimtelijke herstructurering en versterking van sociaaleconomische posities van bepaalde wijken, te combineren met leefbaarheids-, duurzaamheids-, en mobiliteitsambities. Dit zijn vraagstukken waar bij uitstek verschillende fysieke, sociale, economische en bestuurlijke professionals moeten samenwerken. Dit onderzoek richt zicht op boundary spanners, professionals die een sleutelrol spelen in het verbinden van domeinoverstijgende vraagstukken. Met de toename en complexiteit van maatschappelijke vragen in het grootstedelijke domein groeit ook de behoefte aan en het belang van boundary spanners in het realiseren van effectieve samenwerking. Kennis over de effectiviteit van hun werkpraktijken blijft echter achter. Gezien de urgentie van grootstedelijke vraagstukken, is het van groot belang deze kennis te ontwikkelen. De (grootstedelijke) professionals die in de rol van boundary spanner vervullen of die rol ambiëren vragen zich dan ook af: Hoe krijg ik zicht op mijn eigen boundary spanner praktijk als individu of binnen een team werken, welke mogelijke verbeteringen zijn er in ons handelen en wat daarvan is overdraagbaar naar andere professionals en andere situaties? Door deze praktijkvraag te combineren met theoretische kennis vanuit bestuurskunde en verandermanagement, geeft dit onderzoek antwoord op de overkoepelende onderzoeksvraag: Wat zijn de kenmerken van de werkpraktijken waarin (grootstedelijke) professionals, die we kunnen typeren als of boundary spanners, de grenzen tussen domeinen bij grootstedelijke vraagstukken weten te overbruggen? Het onderzoek is een co-creatie van stedelijke professionals in teams van vijf praktijkcases: het programma Haven-Stad (Amsterdam); de regiodeal Den Haag Zuidwest; het project Cruciale Mijl (Amsterdam); Combiwel buurtwerk (Amsterdam) en het team gebiedsadviseurs (Amsterdam), met onderzoekers van de Centres of Expertise van de Hogeschool van Amsterdam en de Haagse Hogeschool. Dit onderzoek expliciteert de werkregels die boundary spanners in staat stelt om domeinoverstijgend te werken en levert op die manier een wezenlijke bijdrage aan het realiseren van deze grootstedelijke vraagstukken.