Den camp vander doot is een Middelnederlandse vertaling van Le chevalier délibéré. Het is een heel precieze vertaling, waarschijnlijk is deze vertaling goedgekeurd door de auteur zelf.
De methodiek begeleid hardop lezen is bedoeld voor zwakke technische lezers vanaf leerjaar 4. Het gaat om leerlingen die na de fase van het aanvankelijk leesonderwijs onvoldoende vorderingen maken met technisch lezen: ze blijven hardnekkig langzaam lezen of ze lezen met erg veel fouten. Als zulke leerlingen geen passende leeshulp krijgen, dreigen ze de aansluiting met hun klasgenoten te verliezen. Toepassing van de methodiek biedt goede kansen om de neergaande spiraal van een groeiende achterstand en een dalende inzet om te buigen. Begeleid hardop lezen komt er in essentie op neer dat de leerling hardop een tekst leest, terwijl een ervaren lezer, hier de leesbegeleider genoemd, luistert, bemoedigt en ingrijpt wanneer dat nodig is. De methodiek biedt leerlingen gelegenheid het zelfstandig lezen te oefenen onder begeleide omstandigheden, bij voorkeur vier of vijf keer per week. De methodiek kan individueel of in groepjes worden toegepast. In de methodiek wordt expliciet aandacht besteed aan leesplezier- en motivatie. Aan de leesbegeleider worden nauwelijks bijzondere eisen gesteld. Vanzelfsprekend moet deze een competente lezer zijn en over pedagogische vaardigheden beschikken. Wat er aan leesdidactische inzichten wordt gevraagd is bescheiden. Maar een grondige kennis van de methodiek zoals die hier wordt beschreven, is vanzelfsprekend wel belangrijk. De methodiek is zeker niet geheel nieuw. Studenten van Pabo Almere bieden al jaren leeshulp aan zwakke technische lezers op hun stagescholen. Daarbij maken ze gebruik van de methodiek begeleid hardop lezen. De effectiviteit van de methodiek is proefondervindelijk vastgesteld in wetenschappelijk onderzoek dat is geëntameerd door het Lectoraat Maatwerk Primair van de genoemde pabo. Het onderzoek is mogelijk gemaakt door het programma Onderwijs Bewijs van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Dit programma stimuleert de ontwikkeling van 'evidence-based' onderwijs. Het doel is om via wetenschappelijke experimenten kennis te verzamelen over wat werkt en niet werkt in het onderwijs.
Korte verhalen over biologische onderwerpen van studenten Toegepaste Biologie. De opdracht is breed: schrijf over een interessant en leuk biologisch onderwerp voor een breed publiek wat interesse heeft in biologie, maar zeker geen expert is. Een mix van pietepeuterige details over bodembacteriën, een reis in de tijd van de Nautilus, het redden van de aarde met algen, gedrogeerde vissen, menselijke mieren, het duiken in een dumpster en giechelende ratten. Dus wat weet jij van de oorsprong van dierennamen? Heb je wel eens nagedacht over de rol van geld in ons heden en verleden en over burgeroorlogen tussen mierensoorten? Weet jij waarom een paard benen heeft en waarom we geen kiwi-vogels in Nederland gaan krijgen? Hier kun je lezen hoe olifanten misschien wel socialer zijn dan wij, hoe ons brein reageert op stress en hoe sluipwespen politietaken op zich nemen. En dat dieren ook betalen voor seks en hoe wolven Yellowstone veranderden en misschien ook wel de Nederlandse natuur als er plaats voor ze is.
MULTIFILE
Diverse partijen, zowel marktpartijen als kennisinstellingen, gaan in 2020 samenwerken in een pilot om te toetsen in hoeverre zij de plant kardoen (familie van de artisjok distel) in haar volle potentieel kunnen gebruiken voor diverse commerciële doeleinden, zoals bloemen, voedsel, composiet en een lamp. Er wordt in deze pilot onderzoek gedaan naar: - Gebruik van reststromen als bodemverbeteraar - Teelt van kardoen - Verwerking van kardoen
Communicatieprofessionals geven aan dat organisaties geconfronteerd worden met een almaar complexere samenleving en daarmee het overzicht verloren hebben. Zo’n overzicht, een ‘360 graden blik’, is echter onontbeerlijk. Dit vooral, aldus diezelfde communicatieprofessionals, omdat dan eerder kan worden opgemerkt wanneer de legitimiteit van een organisatie ter discussie staat en zowel tijdiger als adequater gereageerd kan worden. Op dit moment is het echter nog zo dat een reactie pas op gang komt als zaken reeds in een gevorderd stadium verkeren. Onderstromen blijven onderbelicht, als ze niet al geheel onzichtbaar zijn. Een van de verklaringen hiervoor is de grote rol van sociale media in de publieke communicatie van dit moment. Die media produceren echter zoveel data dat communicatieprofessionals daartegenover machteloos staan. De enige oplossing is automatisering van de selectie en analyse van die data. Helaas is men er tot op heden nog niet in geslaagd een brug te slaan tussen het handwerk van de communicatieprofessional en de vele mogelijkheden van een datagedreven aanpak. Deze brug dan wel de vertaling van de huidige praktijk naar een hogere technisch niveau staat centraal in dit onderzoeksproject. Daarbij gaat het in het bijzonder om een vroegtijdige herkenning van potentiële issues, in het bijzonder met betrekking tot geruchtvorming en oproepen tot mobilisatie. Met discoursanalyse, AI en UX Design willen we interfaces ontwikkelen die zicht geven op die onderstromen. Daarbij worden transcripten van handmatig gecodeerde discoursanalytische datasets ingezet voor AI, in het bijzonder voor de clustering en classificatie van nieuwe data. Interactieve datavisualisaties maken die datasets vervolgens beter doorzoekbaar terwijl geautomatiseerde patroon-classificaties de communicatieprofessional in staat stellen sociale uitingen beter in te schatten. Aldus wordt richting gegeven aan handelingsperspectieven. Het onderzoek voorziet in de oplevering van een high fidelity ontwerp en een handleiding plus training waarmee analisten van newsrooms en communicatieprofessionals daadwerkelijk aan de slag kunnen gaan.
Hout is een veelgebruikt duurzaam (bouw)materiaal met belangrijke ecologische voordelen: Het is hernieuwbaar en fungeert als CO2-opslag. Een nadeel van hout is echter dat het alleen met verspanende technieken (draaien, frezen, zagen) verwerkt kan worden, hetgeen veel houtafval veroorzaakt. Daarbij wordt het afval en hout dat ongeschikt is als constructiemateriaal slechts ingezet in laagwaardige toepassingen of verbrand. Afgezien van het gebruik van houtvezels als filler materiaal bij 3D-printen van kunststoffen, wordt 3D-printen van hout(afval) nog niet toegepast, hoewel dit wel mogelijk is: Alle plantaardige materialen bevatten natuurlijke polymeren, lignine en cellulose, welke voor mechanische eigenschappen zorgen. Door deze polymeren uit plantaardige materialen te scheiden kunnen deze, met behulp van enkele additieven, in een thermoplastisch verwerkbaar materiaal worden omgezet dat extrudeerbaar is. Door de locatie van de extruder te manipuleren en hier laagsgewijs een object mee te maken ontstaat een additive manufacturing (AM) proces: een 3D ‘hout’printer! Naast materiaalefficiëntie biedt AM unieke voordelen, namelijk grote vormvrijheid en de mogelijkheid van seriematige enkelstuksproductie. Indien gecombineerd met de ontwerptechnieken parametrisch en topologische ontwerpen zijn vergaande optimalisaties van materiaalgebruik en productvariaties mogelijk. Met AM ontstaat zodoende een enorm nieuw spectrum van hoogwaardige toepassingsmogelijkheden voor hout(afval). In dit projectvoorstel wordt via de driehoek van ‘materiaal – proces – toepassing’ simultaan onderzoek gedaan naar: (1) Geschikte combinaties (blends) van cellulose en lignine om mee te kunnen extruderen; (2) Het ontwikkelen van een 3D-printproces en setup voor het verwerken van deze materiaal-combinaties; (3) Het identificeren van geschikte toepassingen. Geschikte toepassingen worden beïnvloed door materiaaleigenschappen en het printproces. Beide aspecten hebben ook onderlinge wisselwerking. Daarom wordt binnen casestudies van mogelijke toepassingen de onderlinge invloed integraal onderzocht. De doelstelling is daarbij om een werkende 3D ‘hout’printer met een werkend receptuur te ontwikkelen en de haalbaarheid van innovatieve, duurzame en voor de markt relevante toepassingen aan te tonen middels cases.