© 2025 SURF
In this paper we position sustainable tourism of the Wadden. The aim is to clarify the complex issues at stake and therewith provide a framework for future actions and policies.
Met Situatiegericht inzamelen de kledingafvalberg te lijf. Voor u ligt het adviesrapport, dat is ontstaan door het uitvoeren van onderzoek door studenten aan drie verschillende hogescholen in Nederland: Utrecht, Rotterdam en Zuyd. De uitkomsten van het onderzoek dat de studenten verrichtten, is met resultaten van eerdere onderzoeken vergeleken door onderzoekers van het lectoraat Procesinnovatie en Informatiesystemen aan de Hogeschool Utrecht. Hieruit is dit adviesrapport opgesteld. De resultaten uit de onderzoeken van de studenten en van al bestaande rapporten komen in dit verslag samen tot een advies aan de Vereniging Nederlandse Gemeenten. Hoewel voor dit resultaat met name een inspanningsverplichting gold, brengt het resultaat een belangrijke eerste inzicht en daarmee een boodschap aan de (Vereniging) Nederlandse Gemeenten. Het advies is slechts een richtlijn, omdat de resultaten voortgekomen zijn uit zeer beperkte casus-bestudering.
Kleding vormt de interface tussen het menselijk lichaam en de leefomgeving. Kleding geeft mensen de mogelijkheid om hun identiteit en culturele achtergrond uit te drukken. Daarnaast heeft kleding vaak een beschermende rol, vooral tegen extreme weersomstandigheden zoals hoge en lage temperatuur, neerslag, wind, zonnestraling, maar ook tegen vuil, gifgas, kogels (zogenaamde ballistische bescherming), stoten, extreme druk, explosies e.d. Soms is kleding juist nodig om de omgeving af te schermen tegen vuil dat de mens produceert, zoals bij de productie van computerelektronica. Onder kleding wordt in deze verhandeling al het materiaal verstaan dat het menselijk lichaam omhult. Globaal betreft het voor het hoofd een hoofddeksel, voor de handen handschoenen of wanten, voor de voeten sokken en schoenen. Voor het boven- en onderlijf is meer keuze beschikbaar zoals een hemd, bh, Tshirt, polo, overhemd, trui, jas, onderbroek, broek en rok. Er zijn ook kledingstukken die boven- en onderlijf omspannen zoals een jurk, overall en lange jas. Bovendien is er een grote variatie binnen een categorie kledingstukken; hierbij kan onderscheid gemaakt worden in vorm, materiaal en kleur. In het lectoraat is gekozen voor drie speerpunten van onderzoek voor kleding/mode. Deze speerpunten zijn tot stand gekomen op basis van aanwezige expertise in de kenniskring van het lectoraat, analyse van kennislacunes en een inschatting van potentieel relevante maatschappelijke ontwikkelingen.
Booklet met bevinden van het project 'Samen zichtbaar duurzaam' dat zich richt op de vraag: “hoe maken we zichtbaar dat duurzame verandering mogelijk en wenselijk is?”Binnen en buiten de HvA zijn er hoge ambities om met verschillende benaderingen en praktijkgericht onderzoek duurzame verandering teweeg te brengen. Mede dankzij de betrokken lectoraten, Centres of Expertise en de Green Office worden er steeds meer zaadjes geplant en verbindingen gelegd rondom het thema Duurzaamheid. Toch gebeurt het nog veel dat men niet van elkaar af weet en worden best en worst practices niet met elkaar gedeeld. Dit project wil daar zichtbare verandering in brengen. Vanuit verschillende technische, digitale en creatieve kanten, en met studenten, docenten, onderzoekers en de praktijk wordt het thema duurzame verandering op zichtbare, creatieve, interactieve enspeelse wijze benaderd.Dit project is onderdeel van de Cross-overregeling. Deze zogenaamde cross-overregeling is een initiatief van het Centre of Expertise for Creative Innovation (CoECI)en het Centre of Expertise City Net Zero (voorheen UT). De projecten die een financiële bijdrage hebben gekregen gaan over complexe uitdagingen uit de Metropoolregio Amsterdam, die vragen om een integrale benadering, met input vanuit verschillende disciplines. De regeling beoogt nieuwe samenwerkingen tussen verschillende disciplines en tussen onderwijs en onderzoek aan te jagen.
MULTIFILE
Ineens laat de coronacrisis iets boeiends zien: niet de cijfers over besmettingen, maar informatie over ons gedrag is voor de overheid aanleiding coronamaatregelen al of niet op te schroeven.
De gemeente Almere wil richting een circulaire economie bewegen, waarin zo min mogelijk grondstoffen gebruikt worden en waarin zo min mogelijk afval ontstaat. Een van de reststromen die een grote milieu-impact hebben is textiel. De indruk bestaat dat steeds meer textiel kortstondig gebruikt wordt of van een zodanige kwaliteit is dat het een korte levensduur heeft (zogenaamde fast-fashion). De gemeente Almere wil de trend van fast-fashion bij jongeren doorbreken, maar weet nog niet goed hoe deze doelgroep te bereiken en hoe meer bewustzijn en een gedragsverandering bij deze doelgroep gerealiseerd kan worden. Het huidige onderzoek is verricht om meer inzicht te krijgen in de gedragsfactoren die bij deze verandering in bewustzijn en gedrag een rol kunnen spelen en het type gedrag waarop de verandering zich kan richten. Voor het het kopen van fast fashion/ niet duurzame kleding bestaan een aantal alternatieven: (1) duurzame merken kopen, (2) tweedehands kleding kopen, (3) kleding ruilen, (4) kleding huren of leasen en tot slot (5) minder kleding kopen. De enquête richt zich vooral op de gedragsfactoren in relatie tot deze vijf gedragsalternatieven. De interviews waren bedoeld om hier verdieping aan te geven. Daarnaast is hierin aandacht besteed aan het type koper (naar de typologie van McNeil en Moore, 2015) en aan de rol van social influencers om meer verdieping te geven aan de gedragsfactor sociale normen. Gezamenlijk wilden wij hiermee de volgende onderzoeksvragen beantwoorden:1. Hoe kunnen de jongeren in Almere getypeerd worden als het gaat om hun kledingkoopgedrag?2. Welke gedragsalternatieven zijn jongeren (in Almere) het meest bereid om te kiezen? 3. Welke gedragsfactoren beïnvloeden de bereidheid om voor deze gedragsalternatieven te kiezen? Aan de hand van 320 enquêtes en 15 interviews is het kledingkoopgedrag van jongeren in Almere (deels gecombineerd met landelijk) onderzocht. Hieruit kan het volgende geconcludeerd worden: •In Almere koopt men grotendeels kleding bij grote fast fashion ketens. Een groot deel van de Almeerse jeugd is dan ook wel in meer of mindere mate met het fenomeen fast fashion in verband te brengen. •De bereidheid om voor duurzamere alternatieven te kiezen is onder jongeren in Almere aanwezig, maar niet heel groot. De aanwezige bereidheid geldt voor het kopen van duurzame merken, tweedehands kleding kopen, kleding ruilen en minder kleding kopen. Voor kleding huren of lenen is nauwelijks bereidheid aanwezig. •Uit de enquête komen drie belangrijke gedragsfactoren naar voren die de bereidheid beïnvloeden: de Attitude (affectief; hoe leuk vs. saai zijn de duurzame alternatieven), Self-Efficacy (hoe makkelijk vs. moeilijk is het kiezen voor de duurzame alternatieven) en de Response Efficacy (hoeveel zin heeft het om te kiezen voor de duurzame alternatieven). In iets minder mate komt ook Cognitieve Attitude naar voren als gedragsfactor (hoe belangrijk is het milieu bij de aankoop van kleding). •Uit de interviews komt vooral veel bevestiging voor het effect van Response Efficacy en Self-Efficacy en van de Cognitieve Attitude naar voren. Daarnaast komt Impulsgedrag als nieuwe factor naar voren (welke rol speelt het weerstand kunnen bieden aan het genot/ plezier dat shoppen oplevert?) •Al met al kan geconcludeerd worden dat de bereidheid om voor duurzame opties te kiezen gemiddeld niet heel hoog is, maar dat de mogelijkheid om deze bereidheid te beïnvloeden wel groot lijkt en er veel verschillende gedragsfactoren zijn waarop aangegrepen kan worden. Voor deze gedragsfactoren is een overzicht van mogelijke interventies gepresenteerd.