Er is toenemende aandacht voor bodemvruchtbaarheid door het gebruik van organisch materiaal, waaronder plantaardige reststromen zoals bermgras. Bokashi, een bodemverbeteraar gemaakt van deze reststromen, wordt gezien als een duurzame oplossing voor lokale kringlooplandbouw. Hoewel bokashi potentieel biedt, zijn de toepassingsmogelijkheden beperkt door wet en regelgeving. Er is ook zorg over mogelijke vervuiling (i.e. plastic, onkruiden, zware metalen) in bokashi, wat kwaliteitscontroles vereist. Samen met Mulder Agro, Wetterskip, NFW, deelnemende agrariers en Van Hall Larenstein hebben we sinds 2018 veldproeven lopen. Daarnaast hebben we gezamenlijk een blauwdruk opgezet waarin we onder andere de toepassingsmogelijkheden, wet en regelgeving en laatste kennis van de literatuur uiteenzetten.
MULTIFILE
31-05-2024Dit rapport beschrijft onderzoek van conversie van biomassa in een Swill-gasser geplaatst bij het Van der Valk restaurant in Cuijk. De Swill-gasser is een biomassa vergister voor restaurant afval.Het onderzoek heeft zich gericht op het optimaliseren van de data acquisitie en op het bepalen van de maximale biomassa conversiesnelheid in de vergister . Voor het bepalen van de gassamenstelling is gekeken naar een alternatief voor gaschromatografische analyses.Het verwerken van gelogde data van een half jaar heeft geresulteerd in een procedure om deze data efficiënt te verwerken. Op basis van dit werk is een voorstel gedaan om data te loggen volgens een aangepaste procedure.De maximale biomassa conversie snelheid is bepaald op 5,7 kg/m3.dag. Analyse van de procesdata heeft laten zien dat de relatief geringe daling van de pH voorafgaand aan een periode van overbelasting indicatief is voor deze ongewenste situatie.Er is een massabalans opgesteld voor de periode van 2-08-2012 tot 17-09-2012. Hieruit is de biomassa conversie bepaald en vergeleken met literatuurdata voor conversie van restaurant afval.Conversie Swill-gasser: 0,91Conversie Amerika: 0,78De hoge biomassa conversie in de Swill-gasser resulteert in een laag chemisch zuurstof verbruik van het digistaat. De Swill-gasser maakt daarom een kosteneffectieve verwerking van restaurant afval mogelijk waarbij het digistaat kan worden afgevoerd via het riool.
Dit rapport behandelt hoe in Nederland tot een meer integraal en gebalanceerde set keurmerken/labels (K&L) gekomen kan worden. Het schetst een routekaart (hierna te noemen “roadmap”) voor de primaire producenten van vlees in Nederland, hun consumenten(organisaties) en de overheid als facilitator. De proposities zijn onderbouwd d.m.v. onderzoeksactiviteiten van het project Duurzaam Vlees Natuurlijk!
MULTIFILE
Het doel van dit kennisontwikkelingsproject is het ontwikkelen en uitwisselen van nieuwe kennis omtrent anaerobe fermentatie als kosteneffectieve methode voor het verkrijgen van nieuwe groene bouwstenen voor gefunctionaliseerde polymeren op basis van suikers uit biomassastromen. De kennisontwikkeling en kennisuitwisseling binnen dit EFRO 2019 kennisontwikkelingsproject is ingestoken vanuit een unieke samenwerking tussen experts in de groene chemie van de meest gerenommeerde kennisinstellingen op dit gebied, waardoor het mogelijk wordt om technologie voor anaerobe fermentatie en chemische synthese van groene bouwstenen naar een hoger niveau te brengen. Door het gezamenlijk ontwikkelen en uitwisselen van nieuwe industrieel toepasbare kennis (TRL 3-4) worden mogelijkheden onderzocht voor het ontsluiten en ontwikkelen van innovatieve syntheseroutes naar nieuwe gefunctionaliseerde chemicaliën en polymeren die kunnen concurreren met fossiele polymeren in bestaande toepassingen wat betreft eigenschappen en kostprijs of over nieuwe eigenschappen beschikken die interessant zijn voor toepassing in hoogwaardige marktsegmenten.
“Authentieke Vanille uit de kas” richt zich op het ontwikkelen van producten en praktische richtlijnen voor glastelers voor een hogere opbrengst van in de kas geteelde Vanillepeulen uit gezonde planten met meer Vanille en een authentieke geur en smaak. Het hiervoor benodigde onderzoek staat onder leiding van het lectoraat Biodiversiteit en Generade, het Center of Expertise Genomics van Hogeschool Leiden. In het project participeren kennisinstellingen, MKB-bedrijven uit de tuinbouw en bedrijven met expertise in chemie, bodemverbetering en genomics. Het project bestaat uit vier deelonderzoeken: 1. Het bestuivingsonderzoek richt zich op ontwikkeling van een instrument voor optimale overdracht van pollen in Vanillebloemen. 2. Een inventarisatie van het microbioom in Vanilleplanten en -peulen in het wild uit het regenwoud in Costa Rica, plantages op Reunion en Nederlandse kassen zal meer inzicht geven in de correlatie tussen de samenstelling van deze microben en het Vanillegehalte van de peulen en hun lokale geur en smaak. De inventarisatie zal gedaan worden met Next Generation DNA metabarcoding van markers ontwikkeld voor schimmels en bacterieen. 3. Daarnaast richt het onderzoek zich op de fermentatie van de Vanillepeul. Er zal worden onderzocht welke combinatie van microben leidt tot productie van een zo hoog mogelijk gehalte aan precursors van Vanille in groene peulen en een authentieke geur en smaak. Dit wordt gedaan met een combinatie van experimenteel teeltonderzoek en chemische analyses. 4. Momenteel wordt aantasting door schimmels en virussen in de kas met de hand verwijderd. Deze behandeling is kostbaar maar voor biologische teelt de enige optie. Een vierde pijler van het onderzoek zal daarom gericht zijn op de verbetering van het substraat. Met behulp van experimenteel onderzoek zal worden nagegaan welke mix aan microben in het substraat nodig is voor bescherming tegen aantasting door kwaadaardige schimmels.
Ons voorstel ‘Biobased Sustainable Aviation Fuel’, richt zich op het ontwikkelen van een nieuwe productieroute voor sustainable aviation fuels (SAFs). Hiermee wordt invulling gegeven aan de behoefte van de luchtvaartindustrie om alternatieve productieroutes voor SAF te ontwikkelen. Deze behoefte komt voort uit het verplicht bijmengen van SAF in conventionele kerosine. Ook hebben bestaande routes voor SAFs te maken met oplopende tekorten in grondstoffen. De productieroute in dit project maakt gebruik van vetzuren, waarmee een veelheid van afvalstromen kan worden verwerkt naar brandstoffen. De vetzuren uit dit project worden geproduceerd door ChainCraft uit organische reststromen via fermentatie. ChainCraft is begonnen als startup vanuit Wageningen Universiteit en heeft bewezen per jaar ongeveer 2000 ton vetzuren te kunnen produceren. Met een chemische reactie worden deze vetzuren omgezet naar ketonen. Dit wordt ketonisatie genoemd. Deze ketonen kunnen opgewerkt worden naar SAF, maar kunnen ook andere chemische toepassingen hebben, zoals het vervangen van palmolie. Het keton dat ontstaat is dus een tussenproduct waarmee verschillende markten bedient kunnen worden. Dit is van belang voor ChainCraft dat nieuwe markten voor haar vetzuren wil ontsluiten. De belangrijkste te ontwikkelen stap in deze productieroute is de verbetering en optimalisatie van de ketonisatiereactie. Dit wordt gedaan door de Hogeschool Rotterdam bij het CoE HRTech, binnen het cluster Verduurzaming Industrie en de opleiding Chemische Technologie. Bij de ketonisatiereactie ontstaat calciumhydroxide als bijproduct. Door dit terug te voeren naar het fermentatieproces kunnen de integrale proceskosten verlaagd worden en de milieu impact gereduceerd. Deze verbeterde fermentatie wordt door ChainCraft geanalyseerd. De te verwachten milieubesparing is 67% minder broeikasgasemissies ten opzichte van petrochemische kerosine. De te verwachten productiekosten zijn vergelijkbaar met gangbare SAFs. Naast ChainCraft en de Hogeschool Rotterdam wordt het voorstel gesteund door SkyNRG. SkyNRG is sinds 2010 de wereldwijde leider op het gebied van SAFs.