It has been shown that the identification of many foods including vegetables based on flavour cues is often difficult. The effect of providing texture cues in addition to flavour cues on the identification of foods and the effect of providing taste cues only on the identification of foods have not been studied. The aim of this study was to assess the role of smell, taste, flavour and texture cues in the identification of ten vegetables commonly consumed in The Netherlands (broccoli, cauliflower, French bean, leek, bell pepper, carrot, cucumber, iceberg lettuce, onion and tomato). Subjects (n ¼ 194) were randomly assigned to one smell (orthonasal), flavour (taste and smell) and flavour-texture (taste, smell and texture). Blindfolded subjects were asked to identify the vegetable from a list of 24 vegetables. Identification was the highest in the flavour-texture condition (87.5%). Identification was significantly lower in the flavour condition (62.8%). Identification was the lowest when only taste cues (38.3%) or only smell cues (39.4%) were provided. For four raw vegetables (carrot, cucumber, onion and tomato) providing texture cues in addition to flavour cues did not significantly change identification suggesting that flavour cues were sufficient to identify these vegetables. Identification frequency increased for all vegetables when perceived intensity of the smell, taste or flavour cue increased. We conclude that providing flavour cues (taste and smell) increases identification compared to only taste or only smell cues, combined flavour and texture cues are needed for the identification of many vegetables commonly consumed in The Netherlands.
DOCUMENT
In dit rapport ronden de lectoraten Maatschappelijke Veiligheid van Hogeschool Saxion en Cybercrime & Cybersecurity van de Haagse Hogeschool het RAAK-publiek project ‘Cyberweerbaarheid: Een gemeentelijk offensief ter preventie van slachtofferschap van cybercrime’ af. Samen met onze consortiumpartners richtten de lectoraten zich in dit twee jaar durende project op de hoofdvraag ‘Met welke interventies kunnen ambtenaren openbare orde en veiligheid de cyberweerbaarheid van burgers en bedrijven binnen hun gemeente vergroten?’. Duidelijk was dat cybercriminaliteitlle doelgroepen in de samenleving een actuele en urgente dreiging vormt. Allereerst werden daarom door het consortium de doelgroepen en specifieke delicten geselecteerd waarop – op basis van literatuur en interviews met experts die met de doelgroepen werken – met voorrang moest worden geïnvesteerd op de cyberweerbaarheid. Dit heeft geresulteerd in de keuze voor drie doelgroepen: jongeren voor phishing, misbruik van seksueel beeldmateriaal en geldezelen; ouderen voor digitale oplichting (waaronder phishing) en mkb’ers voor phishing en ransomware. Voor elk van deze doelgroepen is verdiepend onderzoek naar de weerbaarheid tegen de geselecteerde delicten uitgevoerd op basis van representatief vragenlijstonderzoek en verdiepende interviews onder leden van de gekozen doelgroepen. Tevens is daarbij onderzocht wat de verklarende variabelen zijn voor zelfbeschermend gedrag. Aan de hand van deze brede kennisbasis zijn door de onderzoekers van de hogescholen, in nauwe samenwerking met de consortiumpartners uit de praktijk, vier interventies ontwikkeld en geëvalueerd: 1. ‘Doorsturen doe je niet!’ om jongeren weerbaarder te maken tegen misbruik van seksueel beeldmateriaal; 2. Instagram-campagne om jongeren weerbaarder te maken tegen geldezelen; 3. Laat je geen h@ck zetten! om ouderen weerbaarder te maken tegen digitale oplichting; 4. MKB Cyber Buddy’s om mkb’ers weerbaarder te maken tegen ransomware. De interventies ter preventie van slachtofferschap van phishing konden, met het oog op de beschikbare tijd en capaciteit, helaas niet binnen de spanne van dit project worden ontwikkeld. In overleg met het consortium is besloten deze vier interventies te ontwikkelen en na implementatie te evalueren. De interventies die ontwikkeld zijn binnen dit project onderscheiden zich van bestaande interventies omdat de door ons ontwikkelde interventies evidence-based zijn. Daarmee vormen deze interventies een belangrijke bouwsteen in de landelijke beweging naar een evidence-based aanpak van cyberweerbaarheid. Inmiddels zijn de samenwerkende lectoraten van dit project door de Citydeal Lokale Cyberweerbaarheid gevraagd om te helpen met het verder uitrollen van deze evidence-based aanpak door alle beschikbare interventies buiten dit project van een procesevaluatie en effectevaluatie te voorzien. Dit wordt opgepakt vanuit het consortium bij de recent toegekende SPRONG-subsidie, waarmee de samenwerkende lectoraten met hun praktijkpartners uit dit RAAK-publiek project een duurzame bijdrage blijven leveren aan het evidence-based werken aan de cyberweerbaarheid van de Ne - derlandse samenleving. Daarbij blijft de kracht van maatwerk risicocommunicatie binnen be - staande, lokale netwerken een cruciale pijler in de aanpak van het grenzeloze vraagstuk van cybercriminaliteit. Helaas is de noodzaak voor die aanpak groter en actueler dan ooit.
DOCUMENT
Enhancing sweetness of vegetables by addition of sucrose or sweeteners can increase acceptance but is not necessarily desirable. An alternative strategy could be to combine vegetables with other vegetables. By offering combinations of vegetables it might be possible to suppress bitterness, enhance sweetness and provide texture variety leading to increased acceptance. The aim of this study was to determine the influence of combining vegetables with other vegetables on sensory properties and acceptance. Carrot (sweet), cucumber (neutral), green bell pepper (bitter) and red bell pepper (sour) were assessed individually and in combination with the other three vegetables in two mixing ratios (1:2 and 2:1). Additionally, four combinations of three vegetables (mixing ratio 1:1:1) were assessed. A trained panel (n = 24) evaluated taste, flavour and texture and a consumer panel (n = 83) evaluated acceptance of all vegetables and combinations. Combining green bell pepper with carrot (1:2 and 2:1) increased sweetness and decreased bitterness. Combining cucumber, carrot or red bell pepper with green bell pepper (1:2) increased bitterness. Mainly sweetness and bitterness were associated with acceptance whereas texture (crunchiness, firmness and juiciness) did not strongly influence acceptance. Cucumber was the most accepted vegetable followed by carrot, red bell pepper and green bell pepper. Acceptance of vegetable combinations can differ from acceptance of individual vegetables depending on vegetable type and mixing ratio. Only 3 of 16 vegetable combinations had higher acceptance compared to the least accepted vegetable in the combination and similar acceptance as the more accepted vegetable in the combination. For 13 of 16 vegetable combinations acceptance did not increase compared to acceptance of individual vegetables. These findings suggest that strategies aimed at increasing vegetable consumption can be devised using specific combinations of vegetables.
DOCUMENT
De vraag naar gezonde, frisse dranken stijgt snel. Maar om een breed publiek aan te spreken, moeten deze dranken ook lekker zijn. Het FlavourFull Beverages project speelt in op deze behoefte door zich te richten op kombucha, een gefermenteerde drank op basis van thee die bekend staat om zijn gezondheidsvoordelen. Het doel van het project is om kombucha op een duurzame manier te voorzien van lekkere, verfijnde smaken. Hiervoor zal gebruik gemaakt worden van smaakextracten van Zeeuwse planten en reststromen. Smaakextracten kunnen immers de smaak van kombucha versterken zonder het suikergehalte te verhogen. Met deze KIEM GoChem aanvraag wil HZ University of Applied Sciences samen met Bierbrouwerij Vermeersen en RKI Sustainable Solutions extractieprotocollen ontwikkelen voor het extraheren van vluchtige organische componenten (VOC) uit zwarte bessen pulp en Zeeuwse planten zoals zeevenkel, duindoorn en zeekraal. Er zal gebruik gemaakt worden van microwave assisted extractie (MAE), een innovatieve, groene extractietechniek die met behulp van microgolfbestraling de selectieve extractie van smaakcomponenten met minimaal solventgebruik mogelijk maakt. Er zullen MAE-experimenten uitgevoerd worden om de procesparameters tijd, temperatuur en vermogen te optimaliseren en de smaakcomponentensamenstelling en het smaakprofiel van de extracten zullen geanalyseerd worden. De extracten zullen vervolgens ingezet worden voor de productie van een zwarte bessen kombucha met een intense smaak met diepgang. Zo wordt ervoor gezorgd dat iedereen in Zeeland kan genieten van een lekker drankje dat ook gezond is en de duurzaamheid van de regio ondersteunt. Het project sluit aan bij het GoChem programmadoel om duurzame groei te realiseren in de chemische sector. Doordat dit project focust op groene extractietechniek om duurzame, gezonde en smaakvolle voedingsproducten te ontwikkelen past het binnen het thema Duurzame Chemie, hoofdthema Chemische processen en technologie en sluit het aan bij de 2e pijler van het de Chemistry for life roadmap van ChemistryNL.