Ongeveer 5000 kinderen in Nederland gebruiken handmatig bediende rolstoelen voor hun dagelijkse mobiliteit. Het lijkt echter dat de momenteel gebruikte rolstoelen vaak ongeschikt zijn voor kinderen. Ze zijn ofwel te zwaar, te onhandelbaar, of voldoen niet adequaat aan de behoeften van het kind om deel te nemen aan het dagelijkse leven (Sol et al., 2021). Bovendien is het proces van het verkrijgen van een optimale rolstoel complex en tijdrovend, waarbij veel verschillende belanghebbenden betrokken zijn in de aanvraagprocedure (Gowran et al., 2021).Doel: Het doel van OPTIMA is inzicht te krijgen in de potentiële en belemmerende factoren van het proces van het verstrekken van kinderrolstoelen.Methode: Binnen dit onderzoek zijn 4 deelstudies uitgevoerd: 1. Focusgroep onderzoek met afzonderlijke stakeholdergroepen, 2. Vragenlijstonderzoek bij alle stakeholdergroepen in NL, 3. Kostenonderzoek middels microcosting approach en beleidsanalyse van huidige kaders, 4. Nominal Group Technique: bijeenkomst met alle stakeholders om de voorlopige uitkomsten te prioriteren en aanbevelingen voor vervolg te formuleren.Het Procesbeschrijving Hulpmiddelenzorg (Nictiz 2009) is gebruikt als raamwerk voor het opzetten van alle deelstudies.Resultaten:De uitkomsten van de focusgroepen uit het eerste werkpakket hebben de volgende thema’s: kennis en expertise, verwerkingstijd, gedeelde besluitvorming (verwachtingen en verantwoordelijkheid), duur van het proces en groei. Het vragenlijstonderzoek heeft het volgende opgeleverd: WMO-adviseurs, leveranciers en fabrikanten het gemiddelde gewicht van kinderrolstoelen onderschatten in vergelijking met de schattingen van ouders. Gedeelde besluitvorming wordt niet consistent bereikt, en ouders voelen zich uitgesloten op bepaalde gebieden. Beoordelingen van kennis en expertise verschillen tussen belanghebbenden: WMO-adviseurs (gemiddelde = 5,3), ouders (gemiddelde = 5,9), fysiotherapeuten en ergotherapeuten (gemiddelde = 7,6) en fabrikanten (gemiddelde = 8,1). Belanghebbenden geven prioriteit aan “goed zitten” in kinderrolstoelen, terwijl gewicht en uiterlijk minder aandacht krijgen. Kostenonderzoek & beleidsanalyse: Gemiddelde tijd die ouders kwijt zijn aan het gehele proces is 30 uur, reistijd en reiskosten voor ouders en leveranciers: gemiddeld 30 euro per afspraak. Het totaal aan kosten voor gehele proces (huurprijs van de rolstoel, afspraken voor passingen, levertijd, levering en reparatie) is geheel afhankelijk van complexiteit van de rolstoel, nieuw of herverstrekt product, kennis en expertise van ouders, leveranciers en zorgprofessionals en de woonplaats van ouders. Beleidsanalyse maakt duidelijk dat de wettelijke en beleidskaders: WMO (2017) en verordeningen per gemeente, AVG (2018), MDR (EU wetgeving betreffende medische hulpmiddelen, 2017), Landelijk Normenkader Hulpmiddelen (2020) bijdragen aan complexiteit van het proces en verminderde flexibiliteit bij leveranciers en gemeenten. Nominal Group Technique (NGT): voorlopige uitkomsten van de deelstudies 1,2 & 3 worden voorgelegd aan een afvaardiging van alle stakeholders, waarbij elke mening gelijk is in het prioriteren van de aanbevelingen ten behoeve van het verstrekkingsproces voor kinderrolstoelen in NL. Dit vindt in oktober ’23 plaats.Conclusies: Dit onderzoek benadrukt kritieke verschillen en uitdagingen binnen het proces van het verkrijgen van een kinderrolstoel, waarbij de noodzaak van verbeterde communicatie, gedeelde besluitvorming en afstemming tussen belanghebbenden wordt benadrukt om de algehele ervaring en resultaten voor kinderen en hun families te verbeteren.
DOCUMENT
Deze rapportage maakt deel uit van een serie van zes rapportages die zijn opgeleverd in het WHeelchair ExercisE and Lifestyle Study (WHEELS) project. In deze rapportages worden de resultaten gepresenteerd van de Intervention Mapping (IM) stappen 1 t/m 6 in het ontwikkelen van een leefstijlapp voor rolstoelgebruikers met een dwarslaesie of beenamputatie. Deze rapportage betreft de uitwerking van IM-stap 1 waarin een planningsgroep is samengesteld en inzicht is verkregen in de aard en oorzaken van de leefstijlproblematiek die speelt bij rolstoelgebruikers.
DOCUMENT
Zorggroep Alliade biedt zorg en ondersteuning aan meer dan 7.000 mensen met een verstandelijke beperking (VB) en kwetsbare ouderen in Friesland. Zorggroep Alliade bestaat uit een aantal zorgonderdelen waarvan Talant (gehandicaptenzorg) en Meriant (ouderenzorg) de bekendste zijn. Naast het verlenen van directe zorg en ondersteuning aan cliënten, heeft Alliade onderzoek en ontwikkeling hoog in het vaandel staan. Onderzoek draagt bij aan kennisontwikkeling, deskundigheidsbevordering, betere screening, diagnostiek en behandeling en zinnige/effectieve zorg. De afdeling Praktijkgericht Wetenschappelijk Onderzoek (PWO) richt zich hierop en voert een brede waaier aan onderzoeksprojecten uit in de gehandicaptenzorg en ouderenzorg. De afdeling PWO bestaat uit een aantal (gepromoveerde) onderzoekers en ondersteuners die samen met zorgprofessionals praktijkgericht onderzoek doen. Vaak zijn dit behandelaren, zoals artsen, gedragskundigen en logopedisten die naast hun klinische werk deeltijds onderzoek verrichten binnen hun deskundigheidsdomein. Onderzoek binnen Alliade voldoet aan twee voorwaarden vervat in de afdelingsnaam: het komt ten goede aan de cliënt van vandaag en/of morgen (praktijkgericht) én voldoet aan wetenschappelijke standaarden. Daarbij wordt gefocust op twee onderzoekslijnen die aansluiten bij de missie, visie en identiteit van de organisatie: 1) veroudering & dementie en 2) evidence-based screening, diagnostiek & behandeling. Binnen deze twee onderzoekslijnen lopen diverse onderzoeksprojecten die zelfstandig of in samenwerking met collega-zorginstellingen, hogescholen of universiteiten worden uitgevoerd. Op het internationale gehandicaptenzorgcongres van IASSIDD (6-8 juli 2021) worden resultaten gedeeld van vier onderzoeksprojecten.
DOCUMENT