De missie van het lectoraat Fotonica is om een bijdrage te leveren aan een gezonde wereld en een duurzame economie door het toepasbaar maken van fotonicatechnologie in de praktijk. Ook draagt het lectoraat bij aan het opleiden van professionals op het gebied van fotonica, wat een voorwaarde is om de ambities van deze groeisector waar te kunnen maken. Het fotonica-onderzoek richt zich op de toepassingsgebieden Hightech Industrie, Agri & Food, Energie & Klimaat, Gezondheid en Mobiliteit. Digitale technologie speelt in de ontwikkeling van deze gebieden een grote rol, waarbij fotonica op grote schaal wordt ingezet voor het verkrijgen van digitale data. Sleutelwoorden voor het onderzoek zijn spectroscopie, metrologie en afbeelding. Het toepassen van optische sensoren, zoals spectrometers of glasvezel-gebaseerde sensoren, speelt hierbij een centrale rol. De lijfspreuk van de natuurkundige Heike Kamerlingh Onnes ‘door meten tot weten’, aangevuld met ‘door weten tot handelen’, is dan ook een leidraad voor het lectoraat.
DOCUMENT
Het romantische beeld van de kunstenaar-bohemien, dat in de 19de eeuw werd geconcipieerd en aan de basis ligt van het autonome kunstenaarschap, heeft de laatste decennia zijn verbeeldingskracht verloren. Onderzoeksrapporten en boeken die ingaan op de beroepspraktijk van beeldend kunstenaars signaleren ‘cross-overs’ (Markusen, Gilmore e.a., 2006) of schetsen een beeld van de kunstenaar als ‘artiste pluriel’ (Bureau, Perrenoud, e.a., 2009). Dat kunstenaars hun artistieke praktijk vaak combineren met andere werkzaamheden zoals doceren of met een baantje in de horeca, is een oud gegeven. Aangezien slechts een kleine groep van zijn of haar beeldende werk kan leven, dienen andere inkomenstenbronnen te worden aangesproken. Wat nieuw zou zijn is echter dat kunstenaars vanaf het postindustriële tijdperk steeds vaker een alternatief beroepsinkomen vinden in de culturele en de creatieve industrie. Van belang is dat ze niet toevallig terecht komen in deze laatste, sterk groeiende bedrijfstak. Ze zouden daar worden aangesproken op hun artistieke en creatieve capaciteiten. De centrale hypothese van dit onderzoek luidt dan ook dat een microsociologisch fenomeen, met name de hybridisering van een beroepspraktijk, in de pas loopt met een macrosociologisch/economisch fenomeen, te weten de opkomst van de cultuur- en creatieve industrie
DOCUMENT
De prioriteit t.a.v. werkelijkheid verandert van extern naar intern
DOCUMENT
Het huidige financieelmonetair systeem is structureel instabiel en valt ten prooi aan overregulering. Daarnaast werkt het duurzaam heidsambities zoals de energie transitie tegen. De opkomst van digitale technologieën als internet, blockchain, smart contracts en big data maken het mogelijk om het systeem fundamenteel anders in te richten. Een publiek digitaal geldstelsel vormt een antwoord op de belangrijkste problemen. LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/martijnjeroenvanderlinden/
DOCUMENT
Op 26 september 2021 gaat Duitsland naar de stembus en kiezen onze oosterburen een nieuw parlement. Daarmee nemen de Duitsers ook afscheid van Angela Merkel die al 16 jaar de Duitse en Europese politiek domineert. Wat kunnen we als Nederland en Europa verwachten van het post-Merkel tijdperk? En krijgen we een 'groene bondkanselier' in Duitsland? Ruud en Mendeltje vragen het aan Hanco Jürgens, onderzoeker van het Duitsland Instituut in Amsterdam.
MULTIFILE
We bevinden ons in een tijdperk waarin veel kinderen te dik zijn en te weinig bewegen. Daar wordt op verschillende manieren aandacht aan besteed, waarbij vooral wordt ingezet op het bevorderen van een gezonde actieve leefstijl. In dit artikel wordt ingegaan op de relatie tussen de motorische ontwikkeling van kinderen en een actieve leefstijl op latere leeftijd.
DOCUMENT
Het zwaartepunt van de ingenieursopleiding is aan het verschuiven. De Utrechtse ingenieur zal zijn werk en toegevoegde waarde steeds meer vinden op het terrein van ontwerpen. Aan het ontwerpproces zelf worden steeds zwaardere eisen gesteld. Constructie en productie vinden in toenemende mate elders in de wereld plaats. Gelet op deze outsourcing zal de ontwerper ook in staat moeten zijn het maakproces op afstand te besturen, zowel wat betreft kwaliteit en geld als qua tijd. Ontwerpen kan vanuit verschillende perspectieven beschouwd worden: vanuit de conceptuele fase, de realisatiefase (verdere aanpassingen) of de gebruiksfase (upgrading, bediening et cetera). Bij onderzoeksinstellingen als TNO, maar ook bij vooraanstaande bedrijven als OCE, Philips en ASML zien we dat steeds meer sprake is van een integrale ontwerpaanpak. Het tijdperk van massaproductie evolueert naar een tijdperk van maatwerk, waarin de behoeften van de gebruiker centraal staan. De interactie tussen de technologie en de gebruiker zal een steeds belangrijker plaats in gaan nemen, en juist op dit vlak zal de Utrechtse ingenieur zich onderscheiden.
DOCUMENT
Gijsbert Koren en Nina de Korte pleiten in Toekomstbedrijven voor een fundamentele verandering van de eigendomsstructuur van bedrijven. Hun pleidooi is goed onderbouwd en het alternatief steward-ownership wordt helder uitgewerkt. Deze recensie vat hun boek samen, verdiept op enkele punten en maakt enkele kanttekeningen.
DOCUMENT
David van Overbeek (De Nieuwe Wereld) in gesprek met lector New Finance en mede-oprichter van Stichting Ons Geld Martijn Jeroen van der Linden. “Als je een veilige haven creëert voor geld dan worden banken gedwongen zich verantwoorder te financieren.” Van der Linden houdt zich bezig met de toekomst van ons geldstelsel. Daartoe heeft hij enkele jaren geleden ‘Ons Geld’ opgericht. “Ik probeer met de stichting Ons Geld al langer dit onderwerp op de politieke agenda te zetten.” Dat is van groot belang, zo stelt Van der Linden. “De inrichting van het geldstelsel is bepalend voor de inrichting van de economie, en misschien wel van de hele maatschappij.” In dit gesprek vertelt Van der Linden dat in de jaren na de financiële crisis van 2008 nauwelijks een fundamentele discussie over het systeem als geheel is gevoerd. Het ging vaak over details, zoals exorbitante beloningen en de buffers van banken, maar de fundamenten werden naar zijn smaak te weinig in vraag gesteld. “Eigenlijk zouden we het systeem zelf moeten bediscussiëren, op een niveau hoger. Wie zouden er in deze wereld geld moeten of mogen creëren? [..] Waarom is dat geen publieke taak?” Onder andere in z’n position paper dat hij afgelopen jaar schreef, zet Van der Linden de kernzaken van een nieuw systeem uiteen. Hij pleit voor geldscheppende centrale banken, digitaal geld in publieke vorm en het liberaliseren en dereguleren van banken. “Als je een veilige haven creëert voor geld dan worden banken gedwongen zich verantwoorder te financieren.” Dat is volgens Van der Linden evenwel geen eenvoudige taak. “Het moeilijkste is om het politiek te maken. Er [moet] in de Tweede Kamer en het Europarlement een debat gevoerd worden over hoe we wij ons financiële en monetaire stelsel willen inrichten in het digitale tijdperk.”
YOUTUBE
Deze lectorale rede gaat over digitalisering en wordt uitgesproken door iemand met een ingenieurstitel. Toch is het geen technisch verhaal. Centraal in deze rede en in het onderzoek van het lectoraat, staat de overheid. De overheid is gewoon, maar ook bijzonder. Ze heeft speciale taken en verantwoordelijkheden, wat bijvoorbeeld eisen stelt aan de transparantie, zorgvuldigheid en het draagvlak van haar werkwijze. Toegevoegd is een samenvatting van het verkennend onderzoek, daterend van februari 2012
MULTIFILE