Immersieve technologieën beïnvloeden de manier waarop we muziek ervaren. Immersieve ervaringen dompelen luisteraars volledig onder in muziek, waardoor ze niet alleen horen, maar de muziek ook beleven. Het doel van het project 'De toekomst van immersieve ervaringen in muziek' is om de toekomstige mogelijkheden van immersieve ervaringen in de muziekindustrie te verkennen en te begrijpen. Dit helpt ons om de toekomst van muziekbeleving te duurzaam te verbeteren. We onderzochten hoe nieuwe technologieën de luisterervaring kunnen transformeren, zoals spatial audio, Virtual Reality (VR), Augmented Reality (AR) en Mixed Reality (MR). We hebben deze nieuwe creatieve mogelijkheden en technologische vooruitgang verkend. De hieruit voortgekomen toekomstscenarios bieden een kader om de evolutie van traditionele geluidsdragers naar digitale en immersieve media te doorgronden. Met dit project willen we inspireren en nieuwe manieren van denken stimuleren, zodat de huidige muziekervaringen kunnen worden verrijkt met innovatieve, meeslepende concepten.
MULTIFILE
De dissertatie "Probing Futures, Acting Today" van Caroline Maessen onderzoekt hoe organisaties alternatieve toekomsten kunnen verbeelden om dagelijkse toekomstvormende praktijken te veranderen teneinde complexe maatschappelijke uitdagingen aan te pakken. Organisaties hebben de neiging door lineair denken hun verbeeldingsvermogen te beperken tot conventionele toekomsten, wat effectieve reacties op problemen zoals klimaatverandering en sociale ongelijkheid belemmert. Het gevolg is dat na de zoveelste heisessie voor visieontwikkeling, er nog steeds niets fundamenteel verandert. Hoe de toekomst zich ontvouwt, tegen de achtergrond van maatschappelijke complexe problemen, gaat vaak voorbij onze collectieve verbeeldingskracht. Organisaties hebben moeite om zich te verbinden met onconventionele toekomsten en acties in het heden daarop af te stemmen. Voor betekenisvolle verandering moeten organisaties navigeren tussen de aantrekkingskracht van inspirerende onconventionele toekomsten en de behoefte aan stabiliteit en controle. Maessen heeft in twee (semi) publieke organisaties onderzocht waarom dit zo lastig is en hoe organisaties daarin ondersteund kunnen worden.
DOCUMENT
Digital technologies permeate and transform organisational practices. As a society, we need means to explore the uncharted terrain that lies ahead and the desirability and consequences of possible courses of action to move forward. We investigate a design approach, called ‘future probing’, to envision and critically analyse possible futures around digital technologies. We first reconstruct our journey and describe related insights on the process, content and context level. Reflecting on the journey, we then extract a key insight revolving around the challenge for participants to link back from exploring the future to their present practice. In a first attempt at theorizing these difficulties, we see future probing as a practice that opens up adaptive space (Uhl-Bien & Arena, 2017) in which people from different backgrounds engage in dialogue about possible futures of digital technologies. We found that adaptive processes, like semi structuring, temporary decentralisation, and collaboration (Uhl-Bien & Arena, 2018) were supported by the future probing practices and seemed to create space for employees to engage in exploration. There was still a lack of compelling acts of brokering and network cohesion (Uhl-Bien & Arena, 2018). This may indicate why linking back to daily practice is challenging. We assume that organising for adaptability requires a deliberate act of connecting far future explorations with present action, and propose that besides explorative skills, ‘adaptive anticipating’ action is needed to make the connection and that linking back through near future experiments might be a way to achieve this.
DOCUMENT
This deaf-led work critically explores Deaf Tech, challenging conventional understandings of technologies ‘for’ deaf people as merely assistive and accessible, since these understandings are predominantly embedded in medical and audist ideologies. By employing participatory speculative workshops, deaf participants from different European countries envisioned technologies on Eyeth - a mythical planet inhabited by deaf people - centered on their perspectives and curiosities. The results present a series of alternative socio-technical narratives that illustrate qualitative aspects of technologies desired by deaf people. This study advocates for expanding the scope of deaf technological landscapes, emphasizing the needs of establishing deaf-centered HCI, including the development of methods and concepts that truly prioritize deaf experiences in the design of technologies intended for their use.
MULTIFILE
The adaptation of urbanised areas to climate change is currently one of the key challenges in the domain of urban policy. The diversity of environmental determinants requires the formulation of individual plans dedicated to the most significant local issues. This article serves as a methodic proposition for the stage of retrieving data (with the PESTEL and the Delphi method), systemic diagnosis (evaluation of risk and susceptibility), prognosis (goal trees, goal intensity map) and the formulation of urban adaptation plans. The suggested solution complies with the Polish guidelines for establishing adaptation plans. The proposed methodological approach guarantees the participation of various groups of stakeholders in the process of working on urban adaptation plans, which is in accordance with the current tendencies to strengthen the role of public participation in spatial management. https://doi.org/10.12911/22998993/81658
MULTIFILE
Van de achterflap: "Het is nú nodig om duurzaam te innoveren. De aarde vraagt er om. Maar ook vanwege economische redenen moeten we slimmer omgaan met grondstoffen en energie, ze worden steeds kostbaarder. Er is daarbij niet alleen sprake van een bedreiging, er liggen ook kansen. Het ontwikkelen van een circulaire economie zorgt namelijk voor nieuwe toegevoegde waarde. Om die kansen te kunnen benutten is het nodig om nú te beginnen. En dat kunnen bedrijven niet alleen. Samenwerken is onmisbaar en helpt om een toekomstbestendige industrie in Nederland neer te zetten – samen staan we sterk! Toch zien we dat het hieraan vaak ontbreekt. We roepen daarom op tot durven, delen en doen. En geven aanbevelingen om de industrie in Nederland ook in de toekomst sterk te houden. Al sinds haar oprichting in 1990 is Smart Group bezig met innovatie en duurzaamheid. Met hun creativiteit helpen de adviseurs van Smart Group bedrijven en organisaties met organisatorische, technische en marketinggerichte innovaties. Duurzaamheid is daarbij volgens Smart Group onontkoombaar. En daarbij gaan technologie, ontwikkelen van organisatie en mens, hand in hand."
LINK
Om goed in te spelen op complexe ontwikkelingen in onze snel veranderende samenleving, hebben organisaties hulp en handvatten nodig. In dit artikel wordt daartoe een driestapsaanpak beschreven voor het inzetten van toekomstscenario’s bij strategievorming: identificeren van drivers for change; toekomstscenario’s creëren en toekomstscenario’s toepassen. Deze aanpak is in de praktijk toegepast, drie van deze praktijkcases worden hier beschreven: ‘Grafimedia 3.0’; ‘The food after tomorrow’ en ‘Een leefbare stad Eindhoven 2030’. Op basis van de resultaten uit deze cases en de verschillen en overeenkomsten ertussen kunnen de volgende aanbevelingen worden gegeven: de tijdshorizon van de toekomstscenario’s moet aansluiten bij de urgentie van de opdrachtgever; adequate begeleiding bij het toepassen van de toekomstscenario’s is onmisbaar en het is belangrijk om actief te zijn in het verbeelden van de toekomst, voor zowel de makers van de toekomstscenario’s als voor de opdrachtgever. In order to comply with the complex and rapid developments of our society when directing an organization, policymakers need help and guidance. To offer these, this article describes a three-step approach for using future scenarios in strategy development: the identification of drivers for change, the creation of future scenarios and the practical application of these future scenarios. This approach has been used in real life and three of these cases are described here: ‘Grafimedia 3.0’; ‘The food after tomorrow’ and ‘Een leefbare stad Eindhoven 2030’ (‘A livable Eindhoven in 2030’). The following recommendations can be derived based on the case results and their differences and similarities: the time scale of the future scenarios should match the urgency of the client’s situation, adequate tutoring in the practical application of the future scenarios is essential and, lastly, it is important, not only for the creators of the future scenarios but also for the client, to imagine the future in an active fashion.
DOCUMENT
-het verloop onder fitnessklanten is groot, mede als gevolg van de toenemende concurrentie. Omdat verwacht wordt dat klantenwerving niet eenvoudiger wordt, zullen fitnesscentra zich meer moeten richten op klantbehoud; -om de retentie te verhogen is het nodig de aandacht te verschuiven van het functionele aanbod naar het bieden van emotionele of relationele meerwaarde door het aangaan en onderhouden van relaties met klanten. Klantkennis is hiervoor onontbeerlijk; -motieven om te fitnessen kunnen worden gegroepeerd op vier continua: presteren-compenseren, discipline-vrijheid, extrinsiek-intrinsiek en individueel-gezamenlijk. Op basis hiervan kunnen vijf groepen fitnessers onderscheiden worden: de resultaatfitnesser, de gedreven fitnesser, de onderhoudsfitnesser, de liefhebber en de sociale fitnesser.
MULTIFILE
Hoe kun je de impact van een ontwerpende aanpak op maatschappelijke opgaven versterken? Hoe kan een Programma Ontwerpende Aanpak daaraan bijdragen en wat is daarvoor nodig? Vanuit de ambitie van staatssecretaris Gunay Uslu om de inzet van ontwerp te versterken, is een pilot opgezet onder het penvoerderschap van CLICKNL om tot een meerjarig programmavoorstel te komen. Een team van ontwerpers en onderzoekers ging begin 2023 aan de slag met deze ontwerpopgave. Onze rol als onderzoekers is daarbij ook om te kijken naar wat er al is en scherper te krijgen wat we eigenlijk bedoelen als we het hebben over een ontwerpende aanpak in het kader van maatschappelijke opgaven. Maatschappelijke vraagstukken zijn complex en vaak gekoppeld aan grotere missies en transities op het gebied van o.a. klimaat, energie, landbouw en wonen. Het belang en de impact van deze transities reiken verder dan Nederland. Het zijn multinationale of zelfs mondiale vraagstukken. Wij nemen daarom een kijkje over de grens en gaan op zoek naar andere perspectieven op een ontwerpende aanpak. Hoe doen ze dat eigenlijk in andere landen? En wat kunnen we daarvan leren? Een eerste verkenning binnen ons netwerk leverde verrassende reacties op. In andere landen wordt vaak jaloers naar Nederland gekeken als het erom gaat hoe een ontwerpende aanpak en vooral ontwerpend onderzoek wordt gewaardeerd en gestimuleerd. Op onze beurt refereren wij in Nederland graag naar publicaties van de Design Council in Engeland en zijn we onder de indruk van het werk van het Danish Design Center. Is het gras dan echt altijd groener aan de overkant? Moeten we ons niet juist concentreren op hoe we elkaar aanvullen als het gaat om het samen aanpakken van maatschappelijke opgaven? We gingen in gesprek met een twaalftal onderzoekers, ontwerpers en andere changemakers die werkzaam zijn in Denemarken, Zweden, Engeland (UK) en voor de Europese Unie (EU). En we vroegen naar hun perspectieven op de waarde en rol van een ontwerpende aanpak ten aanzien van maatschappelijke opgaven. In dit stuk brengen we de gesprekken en reflecties samen om een beeld te schetsen van hoe het eraan toegaat in de landen die in onze ogen vooroplopen als het gaat om de toepassing van zo’n ontwerpende aanpak. Ter inspiratie.
MULTIFILE