Dit hoofdstuk beschrijft de problematiek van personen, die in de praktijk moeite hebben met het functioneren in (complexe) luistersituaties, ondanks normale gehoordrempels.
LINK
OBJECTIVE: To examine the use of a submaximal exercise test in detecting change in fitness level after a physical training program, and to investigate the correlation of outcomes as measured submaximally or maximally.DESIGN: A prospective study in which exercise testing was performed before and after training intervention.SETTING: Academic and general hospital and rehabilitation center.PARTICIPANTS: Cancer survivors (N=147) (all cancer types, medical treatment completed > or =3 mo ago) attended a 12-week supervised exercise program.INTERVENTIONS: A 12-week training program including aerobic training, strength training, and group sport.MAIN OUTCOME MEASURES: Outcome measures were changes in peak oxygen uptake (Vo(2)peak) and peak power output (both determined during exhaustive exercise testing) and submaximal heart rate (determined during submaximal testing at a fixed workload).RESULTS: The Vo(2)peak and peak power output increased and the submaximal heart rate decreased significantly from baseline to postintervention (P<.001). Changes in submaximal heart rate were only weakly correlated with changes in Vo(2)peak and peak power output. Comparing the participants performing submaximal testing with a heart rate less than 140 beats per minute (bpm) versus the participants achieving a heart rate of 140 bpm or higher showed that changes in submaximal heart rate in the group cycling with moderate to high intensity (ie, heart rate > or =140 bpm) were clearly related to changes in VO(2)peak and peak power output.CONCLUSIONS: For the monitoring of training progress in daily clinical practice, changes in heart rate at a fixed submaximal workload that requires a heart rate greater than 140 bpm may serve as an alternative to an exhaustive exercise test.
Electronic Sports (esports) is a form of digital entertainment, referred to as "an organised and competitive approach to playing computer games". Its popularity is growing rapidly as a result of an increased prevalence of online gaming, accessibility to technology and access to elite competition.Esports teams are always looking to improve their performance, but with fast-paced interaction, it can be difficult to establish where and how performance can be improved. While qualitative methods are commonly employed and effective, their widespread use provides little differentiation among competitors and struggles with pinpointing specific issues during fast interactions. This is where recent developments in both wearable sensor technology and machine learning can offer a solution. They enable a deep dive into player reactions and strategies, offering insights that surpass traditional qualitative coaching techniquesBy combining insights from gameplay data, team communication data, physiological measurements, and visual tracking, this project aims to develop comprehensive tools that coaches and players can use to gain insight into the performance of individual players and teams, thereby aiming to improve competitive outcomes. Societal IssueAt a societal level, the project aims to revolutionize esports coaching and performance analysis, providing teams with a multi-faceted view of their gameplay. The success of this project could lead to widespread adoption of similar technologies in other competitive fields. At a scientific level, the project could be the starting point for establishing and maintaining further collaboration within the Dutch esports research domain. It will enhance the contribution from Dutch universities to esports research and foster discussions on optimizing coaching and performance analytics. In addition, the study into capturing and analysing gameplay and player data can help deepen our understanding into the intricacies and complexities of teamwork and team performance in high-paced situations/environments. Collaborating partnersTilburg University, Breda Guardians.
Het HAS lectoraat ‘Precision Livestock Farming’ van Dr. Ir. E. van Erp-van der Kooij richt zich op het tijdig opsporen van afwijkingen van gedrag en fysiologische parameters met sensoren om diergezondheid en welzijn te verbeteren. Het huidige voorstel bouwt hierop voort, waarbij de focus ligt op het vroegtijdig opsporen van hittestress bij melkvee. De laatste jaren is er veel aandacht voor hittestress bij melkkoeien in Nederland. Hittestress treedt op wanneer de warmteproductie van een koe groter is dan haar vermogen om warmte kwijt te raken. Klimaatverandering zorgt in Nederland voor warmere zomers en meer risico op hittestress. Hittestress zorgt voor problemen op het gebied van gedrag, gezondheid en vruchtbaarheid. De kennis die in dit project wordt verzameld kan een bijdrage leveren aan het ontwikkelen van bruikbare indicatoren voor hittestress. Deze indicatoren kunnen ervoor zorgen dat er vroegtijdig maatregelen getroffen worden (op kudde- of koeniveau) om negatieve gevolgen van hittestress te verminderen. Om een sterke verbinding tussen onderzoek en onderwijs te bewerkstelligen wordt het onderzoek uitgevoerd door de postdoc (Dr. Ir. J. Roelofs) én door studenten in diverse studententeams onder begeleiding van de postdoc. Door gebruik van sensoren komen veel gegevens beschikbaar. Voor studenten is het belangrijk dat zij, naast kennis over de biologie en fysiologie van het dier, een gedegen basiskennis hebben van sensoren en van het werken met (big)data en nieuwe analysetechnieken. De postdoc heeft als taak onderwijs te ontwikkelen en verzorgen waarin basiskennis en vaardigheden m.b.t. sensoren in de veehouderij en werken met (big)data aan bod komen. De postdoc is mede verantwoordelijk voor de versterking van de leerlijn ‘Onderzoeksvaardigheden’ bij de opleiding Veehouderij. Daarnaast maakt de postdoc een overzicht waar onderzoeksvaardigheden terugkomen in het curriculum en draagt er zorg voor dat dit voldoende en op consistente wijze gebeurt door begeleiding van studenten én docenten.
De LTO heeft aangekaart wat het belang van licht is voor het welzijn van paarden. Zowel de lichtsterkte, als de kleur en de lichtduur hebben effect op het welzijn van het paard. Licht is noodzakelijk voor een goede gezondheid en zorgt voor het aanmaken van vitaminen en het aansturen van de voortplantingscyclus. Ook de Federatie van Nederlandse Ruitersportcentra (FNRS) heeft recent (april jl.) geschreven over het belang van natuurlijk daglicht. Ledverlichting in de stal die zonlicht nabootst zorgt voor meer rust en minder stress bij paarden, wat meetbaar is in de hormoonspiegels in het bloed. Er zijn commercieel verkrijgbare lampen die natuurlijk daglicht nabootsen, maar er is nog geen lamp die rekening houdt met meerdere kleuren (rood, blauw, groen en geel) licht, wat belangrijk is voor paarden. . Geel licht zou bijvoorbeeld bijdragen aan een betere wateropname. De lichaamstemperatuur van het paard blijkt toe te nemen bij blauw en rood licht, maar af te nemen bij groen of geel licht. Rood licht zorgt voor het stimuleren van de nachtelijke stijging in melatonine, terwijl blauw licht juist een verlaging in melatonine veroorzaakt wat bijdraagt aan meer alertheid. Signify® heeft verschillende modulaire lichtsystemen op de markt gebracht voor kippen, vissen en varkens, maar nog niet voor paarden. De innovatie is hier de aanpasbaarheid en modulariteit van het systeem. Voordat deze lichtsystemen ook voor paarden ontwikkeld kunnen worden, wil Signify® eerst meer onderzoek laten doen naar wat nu écht belangrijk is voor een paard. Signify heeft deze vraag neergelegd bij Lentiz MBO Maasland. In samenwerking met EquInnoLab. en de HAS green academy wil Lentiz daarom een onderzoek uitvoeren naar het effect van de aanwezigheid en de kleur van licht op het (slaap)gedrag en fysiologie van het paard.