Toetsen is een vak apart en niet elke goede opleider is direct ook een goede beoordelaar. Toetsen en leren zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en voor het verkrijgen van beter onderwijs zullen onderwijs en toetsing steeds beter geïntegreerd en op elkaar afgestemd dienen te worden. Professionalisering van de beoordelaars is daarvoor noodzakelijk. Het onderzoek dat in dit rapport beschreven wordt, wil antwoord geven op de vraag of er inderdaad verschil in interventies waar te nemen is tijdens het criteriumgericht interview (CGI) tussen de verschillende groepen van assessoren (ongetraind, getraind en expert), en op de vraag of er verschillende professionele niveaus van criteriumgericht beoordelen zijn te beschrijven in de vorm van een kwaliteitsrubriek (rubric) criteriumgericht beoordelen? Dit leidt tot de onderstaande onderzoeksvragen: 1. Is er verschil te observeren bij de 3 onderzoeksgroepen (ongetraind, getraind en expert) in het gebruik van de interventies die de assessoren bij het criteriumgericht beoordelen hanteren tijdens de afname van het CGI? Het onderzoek richt zich vooral op de eerste vijf onderdelen van het assessorenprofiel. 2. Als blijkt dat er verschil is in de hantering van de onderdelen van het assessorenprofiel, zijn er dan patronen waar te nemen in de interventies die de assessoren gebruiken? 3. Is er een kwaliteitsrubriek criteriumgericht beoordelen te beschrijven waarin de drie verschillende professionele niveaus (ongetraind, getraind en gecertificeerd) qua interventies met betrekking tot criteriumgericht beoordelen zichtbaar zijn. Om de onderzoekvragen te kunnen beantwoorden is het noodzakelijk om de assessoren te observeren bij het afnemen van assessments. De onderzoeker heeft daarom gekozen voor observaties van ongetrainde, getrainde en expert assessoren. Dit was mogelijk doordat de onderzoeker vanuit haar assessorentrainingspraktijk direct toegang heeft tot het observeren van alle drie de onderzoeksgroepen ongetraind – ervaren - expert. De observaties waren deels ‘live’ en deels observaties van op DVD opgenomen assessments. De methode van onderzoek is kwalitatief. Gekozen is voor de observatie als waarnemingstechniek om via de directe waarneming (zien en horen) de gedragsinterventies die de assessor pleegt tijdens het criteriumgericht interview (CGI) te observeren en te analyseren. Dit gebeurt in de natuurlijke context van de assessmentafname. De onderzoeker gebruikt het assessorenprofiel als kijkkader om de CGI-gesprekken en DVD’s te analyseren. Op basis van de observaties die in het kader van dit onderzoek zijn uitgevoerd, kunnen drie prototypische assessorenprofielen beschreven worden, die onderling verschillen in de mate waarin ze systematisch gebruik maken van gesprekstechnieken, in staat zijn om tot objectieve en transparante oordelen te komen, zich bewust zijn van de kwaliteit van hun handelen en gericht zijn op het verbeteren daarvan. Het gaat hier om prototypische beschrijvingen: individuele assessoren kunnen ook zonder formele training tot de categorie expert assessor horen, en assessoren kunnen kenmerken uit verschillende prototypen hebben
Geavanceerde hoortesten die worden ingezet om slechthorendheid te diagnosticeren en hoortoestellen af te regelen worden standaard uitgevoerd door een geoefend professional in een face-to-face consult. In de context van Covid-19 afstandsmaatregelen brengt dit voor vele slechthorenden een belangrijk gezondheidsrisico mee. Dit is in het bijzonder zo voor de kwetsbare groep van 65-plussers met slechthorendheid die vaak bijkomende aandoeningen hebben. Zij kiezen er om die reden niet zelden voor om te verzaken aan de noodzakelijke hoorzorg. De centrale doelstelling van dit project is om een objectief meetinstrument te ontwikkelen om spraakverstaan geautomatiseerd en online te toetsen. Deze testprocedure dient een valide alternatief te vormen voor face-to-face testconsults. De resultaten van deze online test dienen professionals toe te laten om het functionele horen van cliënten op afstand in kaart te brengen en zo nodig te optimaliseren dankzij een aangepaste fijnstelling van het hoortoestel. Aldus biedt het online testen voor bepaalde groepen van slechthorende cliënten een kostenefficiënte en veilige manier om communicatief zo goed mogelijk aangesloten te blijven op de maatschappij. De beide praktijkpartners zullen aan de hand van surveys eerst de belangrijkste communicatieve uitdagingen en behoeften van de doelgroep van slechthorenden in kaart brengen. De resultaten hiervan leveren de nodige input voor het gericht ontwikkelen van het testinstrumentarium en de experimentele testcondities. Om de nieuwe testprocedure te valideren zullen tot slot de spraakverstaanscores van state-of-the-art manuele on-site procedures worden vergeleken met deze van een geautomatiseerde online procedure. Verder willen we de PPS samenwerking consolideren en een belangrijke opstap maken naar breedschalig vervolgonderzoek binnen het ‘SME Instrument’ van het Horizon Europe Programma 2021-2017 met als doel een volledig aanbod van online audiologische revalidatie te bieden. Dankzij dit KIEM project kan een eerste cruciale stap worden gezet in het deblokkeren van de rechte lijn naar dit einddoel.