Dit project behelst een onderzoek naar manieren om interactieve (speelse) technologie in te zetten voor het aanleren en versterken van van financiële kerncompetenties en digitale vaardigheden. De ‘doelgroep’ bestaat uit mensen met een LVB in de leeftijd van 17 tot 35 jaar.
DOCUMENT
Integrating culture into the behavioural models of virtual characters requires knowledge from very different disciplines such as cross-cultural psychology and computer science. If culture-related behavioural differences are simulated with a virtual character system, users might not necessarily understand the intent of the designer. This is, in part, due to the influence of culture on not only users, but also designers. To gain a greater understanding of the instantiation of culture in the behaviour of virtual characters, and on this potential mismatch between designer and user, we have conducted two experiments. In these experiments, we tried to simulate one dimension of culture (Masculinity vs. Femininity) in the behaviour of virtual characters. We created four scenarios in the first experiment and six in the second. In each of these scenarios, the same two characters interact with each other. The verbal and non-verbal behaviour of these characters differs depending on their cultural scripts. In two user perception studies, we investigated how these differences are judged by human participants with different cultural backgrounds. Besides expected differences between participants from Masculine and Feminine countries, we found significant differences in perception between participants from Individualistic and Collectivistic countries. We also found that the user’s interpretation of the character’s motivation had a significant influence on the perception of the scenarios. Based on our findings, we give recommendations for researchers that aim to design culture-specific behaviours for virtual characters.
LINK
In Nederland alleen al lijden 1,4 miljoen mensen aan hart- en vaatziekten en wereldwijd worden maar liefst 45% van alle sterfgevallen gerelateerd aan hart- en vaatziekten. Leefstijlfactoren zoals voeding en beweging hebben een grote invloed op de gezondheid van het hart. Door leefstijlondersteuning als preventie en als behandeling in te zetten kan 80% van alle hart- en vaatziekten voorkomen worden. Helaas vormt leefstijlondersteuning doorgaans geen volwaardig onderdeel van de behandeling van patiënten met hart- en vaatziekten. Om effectieve leefstijlondersteuning te bewerkstelligen moet die toegespitst worden op de persoonlijke voorkeuren en sociale omgeving van het individu. In de reguliere gezondheidszorg ontbreekt het aan tijd en middelen om dit voor iedere patiënt te realiseren. In dit project wordt daarom door middel van de inzet van draagbare zelfmeettechnologie en kunstmatige intelligentie gewerkt aan een tool die automatisch gepersonaliseerde leefstijlondersteuning aanbiedt. Het onderhavige project richt zich daarbij op hart- en vaatziektepatiënten in de leeftijd van 40-70 met aangepaste leefstijladviezen, omdat vooral bij deze groep een gepersonaliseerde aanpak veel baat kan hebben op zowel korte als langere termijn. Er wordt gewerkt aan de ontwikkeling van een AI-gedreven e-health oplossing, die deze groep hartpatiënten activeert om hun leefstijl en gezondheid te verbeteren. In het huidige project wordt een belangrijke stap gezet met het specifiek ontwikkelen van een module met doelgroep-specifieke en op de patiënt afgestemde voedings- en beweegondersteuning en manieren om dat zo aantrekkelijk en effectief mogelijk aan te bieden. Opbrengsten van dit project zijn adviezen en voorgestelde inhoud voor de beoogde tool. Deze zijn ontwikkeld voor voeding, voor bewegen -gericht op inspanning en ontspanning- en voor motiverend (game)design.
DOCUMENT
Het polderoverleg is terug. Hopelijk betekent dit niet dat de sterkste lobyy het beleid gaat bepalen.
DOCUMENT
1 alinea column: Met de kerst is je toilet verstopt. Wat nu? Op zo'n moment heb je geen 7 seconden nodig om na te denken wie je moet bellen. Dat weet je vrijwel direct. Dat komt vanwege die tacit knowledge in je hoofd. En yesss, het lukt je die wc gerepareerd te krijgen. Is dat in je bedrijf ook zo? Is daar ook altijd duidelijk wie een klus het béste kan klaren? Weet je elkaar te vinden? En dat ook in zeven seconden?
LINK
Onderzoeksproject ZINnig: Innovatie van taaltherapie voor kinderen met complexe taalproblemen heeft tools voor spontane taalanalyse (STA) ontwikkeld voor logopedisten werkzaam met kinderen met taalontwikkelingsstoornissen (TOS) van 7-10 jaar. Dit deden we in een consortium van HU-lectoraten Logopedie en Betekenisvol Digitaal Innoveren, 11 logopediepraktijken, Universiteit Utrecht, beroepsvereniging logopedie NVLF, Hanzehogeschool Groningen en Koninklijke Auris Groep. Uit de vraagarticulatie bleek dat logopedisten handelingsverlegenheid ervaren in het uitvoeren van STA. Deze handelingsverlegenheid hebben we verder uitgediept in een focusgroep. Logopedisten gaven aan te weinig kennis en vaardigheden te hebben om STA uit te kunnen voeren. STA is ook tijdrovend, en uren worden niet vergoed door de zorgverzekeraar. Logopedisten hebben behoefte aan tools die STA vergemakkelijken en versnellen. Binnen ZINnig is daarom een prototype van een webapplicatie voor STA (SponTaal) en een digitale Handreiking STA ontwikkeld. Deze tools bieden logopedisten meer inzicht in de grammaticale problemen van kinderen met TOS en hulp bij het opstellen van geschikte behandeldoelen. Met de webapplicatie SponTaal is een bruikbaarheidsstudie uitgevoerd onder logopedisten uit ons consortium en een groep logopedisten, onbekend met de webapplicatie. De logopedisten zien veel meerwaarde en potentie in SponTaal. Ze geven ook een aantal concrete verbeterpunten, waarmee de webapplicatie intuïtiever en gebruiksvriendelijker kan worden en hopen dat SponTaal kan worden doorontwikkeld tot een bruikbaarder product. De beroepspraktijk, kennisinstellingen en brancheorganisaties hebben veel belangstelling voor de webapplicatie. Daarnaast zijn er veel (inter)nationale ontwikkelingen op het gebied van STA en automatische spraakherkenning voor verschillende doelgroepen: kinderen met TOS van 4-18 jaar, maar ook volwassenen met taalproblemen, zoals afasie en dementie. Met dit Top-up project willen we SponTaal verder doorontwikkelen, en onderzoeken of SponTaal voor een bredere doelgroep geschikt gemaakt kan worden. Daarnaast willen we d.m.v. het organiseren van een workshop een netwerk oprichten om concrete samenwerking te realiseren in de ontwikkeling van tools voor semi-automatische STA.
In de periode september 2023 tot en met januari 2024 hebben studenten van diverse opleidingen van de Hogeschool van Amsterdam en van andere hbo-opleidingen uit heel Nederland de minor Migratievraagstukken gevolgd. Het maken van een levensverhalenboek is een van de onderdelen van deze minor en onderdeel van het vak Ontvangende Samenleving. Met veel bewondering hebben we de, inmiddels, zesde editie van ‘het levensverhalenboek’ gemaakt. Bewondering voor de studenten die we het afgelopen half jaar hebben ontmoet en met wie we veel verhalen hebben gedeeld, resulterend in dit prachtige boekje
MULTIFILE
Er is een trend zichtbaar dat steeds minder mensen in georganiseerd verband willen sporten. Mensen sporten steeds vaker op de momenten en plekken dat het hen uitkomt. Daarmee is de beweegvriendelijke omgeving een nieuw opkomend thema. In samenwerking met de InnovatieWerkPlaats Beweegvriendelijke Inrichting Openbare Ruimte (Innovatiewerkplaats BIOR) is het afgelopen jaar een pilot gestart om het Julianapark in Stadskanaal te activeren tot beweegvriendelijke omgeving
DOCUMENT
Nee, er is geen War on Christmas (maar er is wel iets aan de hand).
MULTIFILE
Lopend onderzoek in het kader van de onderzoekslijn Kind, Taal & Ontwikkeling.Deze onderzoekslijn maakt deel uit van het Lectoraat Transparante Zorgverleningen en het Lectoraat Integraal Jeugdbeleid. Effectief kunnen zuigen en slikken is voor baby’s één van de eerste noodzakelijke levensbehoeften en zeker bij prematuur geboren baby’s. Uit het onderzoek Da Costa e.a. (2010) blijkt dat maar liefst 62% van de prematuur geboren kinderen met een normaal geboortegewicht een afwijkend zuigpatroon heeft. Verschillende onderzoekers (Palmer en Heyman, 1999; Medoff-Cooper et al., 1989; Mizuno en Ueda, 2005) verwachten dat een afwijkend zuigpatroon op babyleeftijd een indicatie is voor afwijkingen in de latere ontwikkeling van deze kinderen op diverse ontwikkelingsgebieden. Een reden om te veronderstellen dat een dergelijke relatie bestaat is dat een intact centraal zenuwstelsel een voorwaarde is voor de coördinatie van zuigen, slikken en ademen na de geboorte. Het fout lopen van die coördinatie kan een uiting zijn van beschadigingen in of het abnormaal functioneren van gebieden van het centraal zenuwstelsel, die betrokken zijn bij de ontwikkeling van complexere vaardigheden, zoals motoriek en cognitie. Duidelijke onderzoeksgegevens zijn hierover echter nog niet voorhanden.
LINK