Financiële en daarmee sociale ongelijkheid is een belangrijk neveneffect van de wijze waarop we de besturing van organisaties hebben ingericht. Deze sociale ongelijkheid brengt veel kosten met zich mee en is schadelijk voor de maatschappelijke stabiliteit. Een manier om deze ongelijkheid kleiner te maken, is door de besluitvormende macht in organisaties te delen met de medewerkers. Dit artikel toont met twee casussen hoe deze gedeelde besluitvorming, door middel van democratische stemronden, praktisch kan worden vormgegeven. Het artikel besluit met drie leidende principes voor gedeelde besluitvorming en een korte reflectie op de incorporatie van het ecologische belang in het besluitvormingsmodel.
DOCUMENT
Gedeelde besluitvorming is in de praktijk niet zo eenvoudig. SDM vraagt van zowel de verpleegkundige als de patiënt eigenschappen die niet vanzelfsprekend aanwezig zijn. De verpleegkundige dient in staat te zijn verschillende mogelijkheden met de voor- en nadelen te presenteren en daarnaast de patiënt de ruimte te geven een keuze te maken die het best bij hem past. Deze werkwijze past goed in een persoonsgerichte visie, waarin gedeelde besluitvorming of samen beslissen en empowerment belangrijke elementen zijn.
LINK
Na curatieve behandeling voor niet-gemetastaseerde borstkanker krijgen patiënten nacontrole (detectie van mogelijke terugkeer van borstkanker in het borstgebied) en nazorg ondersteuning bij mogelijke gevolgen van de ziekte en/of behandeling). Tot nu toe kregen alle patiënten vijf jaar lang een jaarlijks mammogram ongeacht hun risico op een recidief. Binnen de NABOR-studie worden in gedeelde besluitvorming nacontroleplannen gepersonaliseerd met behulp van de Borstkanker Nacontrolekeuzehulp, waarbij het individuele risico op recidief wordt berekend met het gevalideerde INFLUENCE-voorspellingsmodel. Gepersonaliseerde nazorgplannen worden ondersteund door de Nazorgkeuzehulp. Het doel van de studie is het bepalen van de (kosten)effectiviteit van gepersonaliseerde nacontrole en nazorg op zorgen van terugkeer van kanker en kwaliteit van leven. Het design is een ‘multiple interrupted time series’, waarbij ziekenhuizen via een transitiefase overstappen op het gebruik van beide keuzehulpen. De studie beoogt in 10 ziekenhuizen 1.040 patiënten te includeren die twee jaar worden gevolgd. Met toestemming overgenomen van NED TIJDSCHR ONCOL 2025;22:138-42. Summary: After curative treatment for non-metastatic breast cancer, patients receive surveillance (detection of possible recurrence of breast cancer in the breast area) and aftercare (support for possible consequences of the disease and/or treatment). Until now, all patients received an annual mammogram for five years, regardless of their risk of recurrence. Within the NABOR study, surveillance plans are personalized in shared decision-making using Breast Cancer Surveillance decision aid, in which the individual risk of recurrence is calculated using the validated INFLUENCE prediction model. Personal aftercare plans are supported by the Breast Cancer Aftercare decision aid. The aim of the study is to determine the (cost-)effectiveness of personalized surveillance and aftercare on patient-reported concerns about cancer recurrence and quality of life. The design is a multiple interrupted time series, in which hospitals switch to using both decision aids via a transition phase. The study aims to include in 10 hospitals 1,040 patients who will be followed for two years.
DOCUMENT
Patiëntdata uit vragenlijsten, fysieke testen en ‘wearables’ hebben veel potentie om fysiotherapie-behandelingen te personaliseren (zogeheten ‘datagedragen’ zorg) en gedeelde besluitvorming tussen fysiotherapeut en patiënt te faciliteren. Hiermee kan fysiotherapie mogelijk doelmatiger en effectiever worden. Veel fysiotherapeuten en hun patiënten zien echter nauwelijks meerwaarde in het verzamelen van patiëntdata, maar vooral toegenomen administratieve last. In de bestaande landelijke databases krijgen fysiotherapeuten en hun patiënten de door hen zelf verzamelde patiëntdata via een online dashboard weliswaar teruggekoppeld, maar op een weinig betekenisvolle manier doordat het dashboard primair gericht is op wensen van externe partijen (zoals zorgverzekeraars). Door gebruik te maken van technologische innovaties zoals gepersonaliseerde datavisualisaties op basis van geavanceerde data science analyses kunnen patiëntdata betekenisvoller teruggekoppeld en ingezet worden. Wij zetten technologie dus in om ‘datagedragen’, gepersonaliseerde zorg, in dit geval binnen de fysiotherapie, een stap dichterbij te brengen. De kennis opgedaan in de project is tevens relevant voor andere zorgberoepen. In dit KIEM-project worden eerst wensen van eindgebruikers, bestaande succesvolle datavisualisaties en de hiervoor vereiste data science analyses geïnventariseerd (werkpakket 1: inventarisatie). Op basis hiervan worden meerdere prototypes van inzichtelijke datavisualisaties ontwikkeld (bijvoorbeeld visualisatie van patiëntscores in vergelijking met (beoogde) normscores, of van voorspelling van verwacht herstel op basis van data van vergelijkbare eerdere patiënten). Middels focusgroepinterviews met fysiotherapeuten en patiënten worden hieruit de meest kansrijke (maximaal 5) prototypes geselecteerd. Voor deze geselecteerde prototypes worden vervolgens de vereiste data-analyses ontwikkeld die de datavisualisaties op de dashboards van de landelijke databases mogelijk maken (werkpakket 2: prototypes en data-analyses). In kleine pilots worden deze datavisualisaties door eindgebruikers toegepast in de praktijk om te bepalen of ze daadwerkelijk aan hun wensen voldoen (werkpakket 3: pilots). Uit dit 1-jarige project kan een groot vervolgonderzoek ‘ontkiemen’ naar het effect van betekenisvolle datavisualisaties op de uitkomsten van zorg.
Binnen dit project worden de mogelijkheden verkent voor een virtuele leeromgeving voor het oefenen van lastige gesprekken voor fysiotherapeuten.Doel Doel van dit onderzoek is de ontwikkeling van een online leeromgeving waarin de fysiotherapeut samen met de patiënt tot gedeelde besluitvorming over oorzaken én behandeling van chronische pijn kan komen. Resultaten Een online leeromgeving voor fysiotherapeuten waar zij moeilijke gesprekken kunnen oefenen. Looptijd 01 januari 2021 - 31 december 2021 Aanpak Het project bestaat uit ontwerpgericht onderzoek naar de elementen die nodig zijn voor een online leeromgeving waarin fysiotherapeuten met dergelijke lastige gesprekken kunnen oefenen. Op basis van tests en analyses (van de leerprocessen in die leeromgeving) wordt een prototype van een virtual reality training ontwikkeld. In die training draait het om gespreksvaardigheden tot het komen van een gedeelde besluitvorming.
Binnen het werkveld fysiotherapie worden veel gesprekken gevoerd met patiënten over chronische pijn. Aanleiding voor dit project vormen knelpunten in deze gesprekken die fysiotherapeuten benoemen. Zij bereiken in het gesprek vaak geen overeenstemming met de patiënt over de oorzaken van chronische pijn, terwijl die overeenstemming essentieel is voor het formuleren van een succesvol behandelingstraject. Zij willen daartoe hun gespreksvaardigheden trainen en versterken. Het doel van dit onderzoek is een online leeromgeving ontwikkelen waarin de fysiotherapeut samen met de patiënt komt tot gedeelde besluitvorming over de oorzaken én behandeling van chronische pijn. Het cruciale probleem is dat de fysiotherapeut - bijvoorbeeld in het geven van uitleg over chronische pijn - niet aansluit bij de wijze waarop patiënten over hun klachten vertellen. Deze gemiste aansluiting leidt ertoe dat de doelen van de therapie niet worden behaald. Fysiotherapeuten geven aan handelingsverlegenheid te ervaren tijdens het voeren van gesprekken. Om de perspectieven van de patiënt op de chronische pijn goed naar voren te laten komen, moet de fysiotherapeut een actieve rol innemen. Zo kan gezamenlijk een behandelplan worden geconstrueerd dat aansluit bij de behoefte van de patiënt. Dit project levert een prototype van een online leeromgeving in manieren waarop fysiotherapeuten deze gespreksproblemen kunnen verminderen, en hoe zij het gesprek met de patiënt zo kunnen inrichten dat gedeelde besluitvorming over de factoren die pijn beïnvloeden eerder wordt bereikt. Het verkrijgen van inzicht in de gespreksvoering, en de rol van de patiënt daarbinnen, zal het gesprek positief beïnvloeden. Het project bestaat uit ontwerpgericht onderzoek naar de elementen die een online leeromgeving moet bevatten voor het oefenen van deze lastige gesprekken voor fysiotherapeuten. Op basis van testen en analyseren van leerprocessen in die leeromgeving wordt een concept virtual reality training ontwikkeld, waarin het komen tot gedeelde besluitvorming centraal staat.