Er is in Nederland nog weinig wetenschappelijke aandacht voor het werk van penitentiair inrichtingswerkers (PIW’ers). Onderzoek is tot nu toe vooral gericht op werkdruk en uitval of onderlinge agressie,een enkele uitzondering daargelaten. Het Nederlandse ‘Prison Project’ is vooral gericht op de effecten van detentie op gedetineerden en hun familie en nauwelijks op ervaringen van degenen die met de gedetineerden werken. Een uitgebreid onderzoek naar het functioneren van PIW’ers dateert al van begin jaren negentig. Er is dan ook betrekkelijk weinig bekend over de beleving en de inhoud van het werk van PIW’ers. In Nederland welteverstaan, want daarbuiten zijn mooie studies verricht, bijvoorbeeld door Liebling en collega’s in Groot-Brittannië en recent door Tournel in België. Niet voor niets wordt het werk van PIW’ers getypeerd als ‘low visibility work’. Er is nog weinig bekend over hun werk en de wijze waarop zij dat werk beleven.
“Gedetineerden van de PI Norgerhaven hebben de eerste hop op het terrein achter de gevangenis geoogst. De hop wordt gebruikt voor een nieuw biertje van brouwerij Maallust uit Veenhuizen (Drenthe, 2018)”.De gevangenis-hop is een prachtig resultaat van een succesvolle samenwerking tussen het Lectoraat Duurzaam Coöperatief ondernemen (FEM), de Gebiedscoöperatie Westerkwartier, Brouwerij Maallust en de Penitentiaire Inrichting Veenhuizen (PI). In opdracht van de PI en Brouwerij Maallust heeft Hanzestudent bedrijfseconomie, Romar Salomons, voor zijn afstudeeronderzoek gewerkt aan een kostendekkend sociaal inclusief business model voor de productie van hop door de gedetineerden van de PI voor de naastgelegen Brouwerij Maallust.
Ruim twee eeuwen geleden (in 1821) is het Nederlandse gevangenisstelsel ingevoerd. Het doel van vrijheidsbeneming lag aanvankelijk vooral in vergelding en zedelijke verbetering of, zoals Molleman1 het beschrijft, in ‘beleren en bekeren’. Doel en vorm van het gevangeniswezen maakten in de loop der tijd veel veranderingen door: van lijfstraffen naar inzetten op opvoeding en gedragsverandering; van eenzame opsluiting naar meerpersoonscellen; van het verdienen van privileges om te luchten/sporten naar het recht op bezoek en geloofsbeoefening; van inzetten op zwaardere beveiligingsmaatregelen naar het voorkomen van detentieschade. Niet alleen doel en vorm veranderden in de loop der tijd, ook de gevangenispopulatie veranderde; bij de huidige doelgroep die in een penitentiaire inrichting (PI) verblijft, is steeds meer sprake van meervoudige en complexe problematiek. Zo kampt een substantieel deel met problematisch middelengebruik, velen hebben last van psychische klachten of stoornissen, en bij veel gedetineerden is sprake van een licht verstandelijke beperking. De hiervoor geschetste veranderingen van doel, vorm en doelgroep vragen andere (nieuwe) vaardigheden van penitentiair inrichtingswerkers (piw’ers). Mede vanwege toenemende zorg om gedetineerden met een complexe problematiek zijn er naast piw’ers ook zorg- en behandelinrichtingswerker (zbiw’er)5 werkzaam in de PI’s. Op dit moment werken er circa 3500 piw’ers en zbiw’ers in een Nederlandse PI. Hoewel verschillend opgeleid, werkzaam in verschillende regimes en met verschillende doelgroepen staan zij allemaal min of meer voor dezelfde opdracht: het realiseren van een goed leefklimaat dat detentieschade kan voorkomen en kan bijdragen aan re-integratie van gedetineerden. Daarin is in toenemende mate ook aandacht voor herstelgericht werken met oog voor slachtoffer en samenleving. Dat vraagt een hybride manier van werken. Dat is het bewaken en bewaren van de veiligheid van gedetineerden en personeel combineren met het bieden van zorg aan gedetineerden en hen motiveren voor en voorbereiden op een delictsvrije toekomst na detentie. Het is belangrijk dat inrichtingswerkers geschoold en begeleid worden in het ontwikkelen van deze meer hybride werkwijze. Om dat adequaat te doen is het belangrijk aan te sluiten bij hun opvattingen. Die bepalen immers een deel van het handelen. Opvattingen van inrichtingswerkers kennen en daarop aansluiten in scholing en begeleiding kan effect hebben op de aard van de begeleiding van gedetineerden. Er is nog betrekkelijk weinig onderzoek gedaan naar opvattingen van inrichtingswerkers over hun werk, enkele (kleinschalige) uitzonderingen daargelaten. Dit artikel beschrijft een onderzoek naar opvattingen van inrichtingswerkers over hybride werken, uitgevoerd in PI Vught. Resultaten bieden richting voor coaching en scholing van inrichtingswerkers, zowel voor de PI’s zelf als voor de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) en andere opleidingsinstituten.
Veiligheidsprofessionals nemen beslissingen met een mogelijk grote impact: welke re-integratie interventie gedetineerden ondergaan of het beoordelen van de brandveiligheid van een gebouw. Complexe keuzes die goed onderbouwd moeten worden. ‘Evidence-informed’ werken is dan ook een belangrijke vaardigheid in de opleiding Integrale Veiligheidskunde.Doel Evidence-informed werken is een complexe vaardigheid om te leren, met name in brede opleidingen, omdat het moeilijker is om aan te sluiten bij de latere beroepspraktijk. Aansluiting bij de beroepspraktijk is echter één van de belangrijkste ingrediënten voor effectief onderwijs. In dit project onderzoeken studenten daarom zelf hoe evidence-informed werken aansluit bij hun toekomstige beroepspraktijk. Resultaten Op deze wijze leren studenten evidence-informed werken terwijl zij inzicht ontwikkelen in wat ze nodig hebben als aankomend professionals. Daarnaast bieden de uitkomsten handvatten voor betere aansluiting van het onderwijs bij de praktijk. Looptijd 01 mei 2022 - 31 juli 2023 Cofinanciering NRO Comenius Teaching Fellow.
De Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) en de drie reclasseringsorganisaties (3RO) zijn op zoek naar vernieuwende effectieve praktijken om integrale en duurzame trajecten te organiseren voor een veilige terugkeer naar de samenleving. Op 9 locaties in het land zijn experimenten opgestart. Het lectoraat Werken in Justitieel Kader begeleidt deze experimenten en doet hier onderzoek in.Doel Het project draagt bij aan het creëren van een goede en veilige terugkeer van gedetineerden naar de samenleving. Het project beoogt dit doel te behalen door: te achterhalen wat de factoren zijn die het leerproces van uitvoerend professionals van de betrokken partijen ondersteunen; te achterhalen welke rol de leerprocesbegeleider hierin kan spelen; een onderbouwde werkwijze per experiment te ontwikkelen. Resultaten Het project zal zorgen voor beschrijvingen van de zaken die goed werken binnen innoverend leren, de rol van procesbegeleider en de werkwijze en resultaten per experiment. Looptijd 01 oktober 2019 - 01 juli 2021 Aanpak Dit project valt onder het Programma Samenwerking DJI-3RO in de PI. Er is gekozen voor een ontwikkelingsgerichte benadering waarin innoverend leren centraal. Het is aan de professionals uit deze organisaties om bottom-up vorm en uitvoering te geven aan de experimenten. Het experiment bestaat uit een analyse van de huidige werkwijze en het in kaart brengen van verbeterpunten. Vervolgens ontwikkelt het team een passende interventie, die in de praktijk getoetst wordt. De teams worden hierbij ondersteund door leerprocesbegeleiders. Naast het uitvoeren van onderzoek heeft het lectoraat ook een rol in het coachen van de leerprocesbegeleiders.
Jaarlijks keren circa 30.000 ex-gedetineerden terug naar de samenleving. Reclasseringswerkers, die op een deel van hen toezicht houden, constateren dat de vooruitgang die zij boeken ten aanzien van wonen, werk en relaties vaak wordt tenietgedaan door complexe financiële problemen van cliënten en missen handvatten om hen hierbij te begeleiden.Doel Zonder hulp hebben veel reclasseringscliënten weinig uitzicht op een schuldenvrije toekomst. Ook vanuit de literatuur is financiële problematiek bekend als criminogene factor. Reclasseringswerkers missen echter handvatten om cliënten te begeleiden bij financiële problematiek en zoeken bij gebrek aan eenduidige methodische aanpakken hun eigen weg. In reactie op eerder onderzoek vanuit de lectoraten Werken in Justitieel Kader en Schulden en Incasso (‘Gevangen in Schuld’, 2014) heeft de reclassering opdracht gekregen nader onderzoek te doen naar de problematiek en methodieken te ontwikkelen voor begeleiding van cliënten met financiële problemen. Dit promotieonderzoek, mede door de drie reclasseringsorganisaties gedragen, sluit daarop aan en heeft als doel op systematische wijze meer inzicht te creëren in de factoren die de samenhang tussen financiële problematiek en delictgedrag onder reclasseringscliënten beïnvloeden en bij te dragen aan ontwikkeling van handvatten voor reclasseringswerkers om cliënten zo goed mogelijk te begeleiden bij financiële problematiek. Resultaten en gerelateerde publicaties Gedurende dit promotieonderzoek en na afloop ervan zullen de resultaten via zowel wetenschappelijke als praktijkgerichte publicaties worden gedeeld. Luister hieronder naar de aflevering van de podcastserie Lessen uit #HUonderzoek waarin Gercoline vertelt over haar onderzoek. Ook te vinden via je favoriete podcastapp. Looptijd 01 september 2018 - 01 augustus 2022 Aanpak In het promotieonderzoek staan de directe en indirecte verbanden tussen financiële problematiek en delictgedrag onder reclasseringscliënten centraal. Daarbij wordt op zowel kwantitatieve als kwalitatieve wijze – analyse risicotaxatiegegevens, dossieronderzoek, interviews/focusgroepen – gekeken naar vier aspecten: de prevalentie, ernst en omvang van de financiële problematiek van reclasseringscliënten de achtergrond van de financiële problematiek en de rol van de criminele voorgeschiedenis daarin de invloed van de financiële problematiek op de kans op recidive de handvatten die reclasseringswerkers nodig hebben om cliënten zo optimaal mogelijk te begeleiden bij financiële problematiek. Downloads en links