De Belastingdienst heeft het overgrote deel van de 26.000 gedupeerde ouders in de Toeslagenaffaire van 2005 tot 2019 stelselmatig gediscrimineerd op grond van nationaliteit. Bij lotgenotenbijeenkomsten blijkt het merendeel van deze ouders een migratie-achtergrond te hebben. Tot op heden heeft de Belastingdienst de ouders niet gecompenseerd voor deze discriminatie.1 Aleid Wolfsen, voorzitter van de Autoriteit Persoonsgegevens, pleit in een blog voor een recht op smartengeld voor de gediscrimineerde ouders.2 Zo’n recht bij discriminatie door de overheid zou mogelijk de afschrikwekkende werking kunnen hebben die nodig is om een overheidsdienst ervan te doordringen dat discriminatie nooit is toegestaan – en ook naar gediscrimineerden toe een belangrijke functie hebben als erkenning en compensatie voor hun smart. Biedt het recht aanknopingspunten voor smartengeld bij discriminatie door de overheid?
LINK
Inleiding op de book review sectie
MULTIFILE
In reactie op de kinderopvangtoeslagaffaire kondigde het kabinet de zogeheten Catshuisregeling aan. De 26.000 gedupeerde ouders krijgen een forfaitair bedrag van 30.000 euro of, als hun schade hoger uitvalt, ook het meerdere, vergoed van de Belastingdienst. Uit onderzoek van Van de Bunt, dat wordt gepubliceerd in het Nederlands Juristenblad, blijkt dat een groot deel van de ouders opnieuw vermalen dreigt te worden door het systeem. Het kabinet moet daarom met spoed terug naar de tekentafel.
LINK
Manifest en verslag naar aanleiding van het legal design symposium van 23 april 2021
DOCUMENT
De hoge percentages van het aantal mensen dat te maken krijgt met online haat of bedreigingen, liegen er namelijk niet om. De sociale norm dat online discriminatie onacceptabel en niet oké is, lijkt nauwelijks aanwezig. Van augustus 2019 tot en met augustus 2022 heeft het project #DatMeenJeNiet van Movisie, Hogeschool Inholland en Diversity Media geprobeerd om een steentje bij te dragen aan het veranderen van deze norm. Dit is het eindrapport van de onderzoeken die zijn uitgevoerd binnen dit project.
DOCUMENT
Dat er op de stagemarkt sprake is van kansenongelijkheid, wordt door de ruim 50 studenten waarmee er in dit onderzoek naar stagediscriminatie is gesproken onderschreven. Studenten geven aan dat veel stagebedrijven nog altijd vasthouden aan een bepaald normbeeld. Het hebben van een ander uiterlijk, een migratieachtergrond of buitenlandse naam zou resulteren in een beduidend kleinere kans op een stage. Dit geldt ook wanneer er sprake is van een van de heersende norm afwijkende religie, gender of seksualiteit. Sommige studenten concluderen dit uit eigen ervaringen op de stagemarkt. Anderen hebben verhalen gehoord van vrienden, familieleden of schoolgenoten die bij het zoeken naar of lopen van een stage werden geconfronteerd met uitsluiting of discriminatie. Deze verhalen en ervaringen blijken van invloed op de houding van studenten ten aanzien van het stagezoekproces. Dit rapport doet verslag van het onderzoek en biedt aanbevelingen en tips.
DOCUMENT
Dit stappenplan brengt in kaart wat je kunt doen bij signalen en meldingen van stagediscriminatie. De stichting School en Veiligheid heeft een mooi stappenplan voor ontwikkeld om in gesprek te gaan over stagediscriminatie:
DOCUMENT
Binnen dit verkennende onderzoek zijn we in gesprek gegaan met medewerkers van jeugdhulporganisaties, waarvan een aantal cultuur-sensitieve organisaties (die zich specifiek richten op gezinnen met een migratieachtergrond), vrijwillige migranten-tenorganisaties, hbo-studenten en docenten van de opleidingen Sociaal Werk en Pedagogiek en beleidsmakers. De centrale vraag richtte zich op twee thema’s: wat is er nodig om cultuursensitief werken duurzaam te verankeren in jeugdhulp organisaties en welke rol kan het hoger onderwijs hierbij spelen. De gesprekken met de respondenten zijn individueel gevoerd waarna de resultaten aan drie focusgroepen, op het gebied van migrantenzelforganisaties, onderwijs en governance, voorgelegd zijn. Uit de interviews en focusgroepen kwam naar voren dat cultuur-sensitief werken binnen de jeugdhulp organisaties urgentie noch prioriteit heeft, door bekende factoren als de transformatie, tijdsdruk en beperkte financiële ruimte. Er is volgens de respon-denten geen sprake van beleid gericht op cultuursensitiviteit dat door alle lagen in de organisatie gedragen wordt. Anderzijds geven de respondenten aan dat als er binnen de organisatie tijd en middelen beschikbaar worden gesteld, er wel behoefte kan zijn om met cultuursensitief werken aan de slag te gaan. (...) Vanuit gemeentelijke beleidsmakers wordt aangegeven dat er weinig zicht is op de mate van cultuursensitief werken van de jeugdhulporganisaties van wie de zorg wordt ingekocht. Wij concluderen dat er van verduurzaming van cultuursensitief werken nog geen sprake is. Voor de meeste organisaties, en in verder onderzoek, zal de aandacht in eerste instantie meer op de fasen voorbereiding en verandering gericht zijn (Bellaart, Hamdi, Day & Achahchah, 2018). De meeste respondenten geven aan dat ze zeker een rol zien voor het hoger onderwijs, en een meerwaarde zien in de samenwerking met hoger onderwijs om in de jeugdhulp meer cultuursensitief te werken. Ze geven aan dat zowel op het gebied van kennis, houding en vaardigheden, vanuit de hogenschool bijdragen kan worden aan de professionele ontwikkeling van studenten, zeker als hier gedurende de gehele opleiding aandacht voor is.
MULTIFILE
Hoe verhouden studenten en beginnend maatschappelijk werkers met een Turkse of Marokkaanse achtergrond zich tot het werk? Wat is hun kracht in het werk met clienten van Turkse of Marokkaanse afkomst? En voor autochtone clienten? Met die vragen intervieuwden vierdejaars MWD-studenten veertig (aankomend) maatschappelijk werkers. Hun achtergrond en ruime interculturele communicatievaardigheden blijken goed van pas te komen
DOCUMENT
Staatssecretaris Van Huffelen (Digitale Zaken) wil ambtenaren verplichten een ‘mensenrechten-impact-assessment’ uit te voeren bij nieuwe én bestaande algoritmes. Een goede ontwikkeling, vinden Quirine Eijkman en collega’s van het College voor de Rechten van de Mens. Maar dan met bindende discriminatietoets.
LINK