Kinderen besteden veel tijd op school. Scholen hebben veel te maken met echtscheidingssituaties. Van gemiddeld 1/3 van de leerlingen zijn de ouders gescheiden of verwikkeld in een echtscheidingsprocedure. Scholen zijn dùs belangrijk voor kinderen met scheidende of gescheiden ouders. Kinderen in een echtscheidingssituatie voelen zich vaak tussen twee vuren. Zij komen in situaties waarin ze voor hun gevoel moeten kiezen tussen vader en moeder. Maar kinderen hebben juist behoefte aan en hebben zelfs recht op een relatie met zowel hun vader als hun moeder. Scholen zouden een grotere bijdrage moeten en kunnen leveren aan de sociale vorming van hun leerlingen, zoals in juli 2005 de Onderwijsraad adviseerde aan de Minister van Onderwijs. De leerkracht kàn in echtscheidingssituaties een belangrijke vormende invloed hebben. De achterliggende gedachte van de leerkracht moet daarbij zijn dat het nooit goed is als een leerling moet kiezen tussen zijn of haar vader en moeder. Deze zienswijze heeft verstrekkende consequenties voor de manier waarop je als leerkracht een relatie opbouwt met gescheiden ouders, hoe je informatie verstrekt, hoe je luistert etc., maar ook voor het beleid van de school in bredere zin. Dit artikel gaat over de bijdrage die school kan hebben, hoe zij pro-actief problemen kan helpen voorkomen en haar visie kan uitdragen. In dit artikel wordt aan de hand van een voorbeeld, Jeroen, aangegeven welke belangrijke beslismomenten er zijn, met welke factoren de school dan rekening kan houden en welke aanpak een school kan kiezen. Kinderen besteden veel tijd op school. Scholen hebben veel te maken met echtscheidingssituaties. Van gemiddeld 1/3 van de leerlingen zijn de ouders gescheiden of verwikkeld in een echtscheidingsprocedure. Scholen zijn dùs belangrijk voor kinderen met scheidende of gescheiden ouders. Kinderen in een echtscheidingssituatie voelen zich vaak tussen twee vuren. Zij komen in situaties waarin ze voor hun gevoel moeten kiezen tussen vader en moeder. Maar kinderen hebben juist behoefte aan en hebben zelfs recht op een relatie met zowel hun vader als hun moeder. Scholen zouden een grotere bijdrage moeten en kunnen leveren aan de sociale vorming van hun leerlingen, zoals in juli 2005 de Onderwijsraad adviseerde aan de Minister van Onderwijs. De leerkracht kàn in echtscheidingssituaties een belangrijke vormende invloed hebben. De achterliggende gedachte van de leerkracht moet daarbij zijn dat het nooit goed is als een leerling moet kiezen tussen zijn of haar vader en moeder. Deze zienswijze heeft verstrekkende consequenties voor de manier waarop je als leerkracht een relatie opbouwt met gescheiden ouders, hoe je informatie verstrekt, hoe je luistert etc., maar ook voor het beleid van de school in bredere zin. Dit artikel gaat over de bijdrage die school kan hebben, hoe zij pro-actief problemen kan helpen voorkomen en haar visie kan uitdragen. In dit artikel wordt aan de hand van een voorbeeld, Jeroen, aangegeven welke belangrijke beslismomenten er zijn, met welke factoren de school dan rekening kan houden en welke aanpak een school kan kiezen.
Rapport over de invloed van gewoonten en automatismen op handelen in een organisatie
Doel Multimorbiditeit komt veel voor in de huisartsenpraktijk. Men associeert specifieke ziekten vaak met cognitieve achteruitgang, maar er is weinig bekend over de invloed van multimorbiditeit op het cognitief functioneren. Methode We selecteerden personen tussen de 24 en 81 jaar (n = 1763) uit het RegistratieNet Huisartspraktijken (RNH) voor deelname aan de Maastricht Aging Study (MAAS), een longitudinaal onderzoek dat de determinanten van cognitieve veroudering in kaart moet brengen. We onderzochten de relatie tussen 96 chronische ziekten, gegroepeerd in 23 clusters, en cognitief functioneren op baseline, na 6 en na 12 jaar. We hebben het cognitief functioneren in twee domeinen gemeten: verbaal geheugen en informatieverwerkingssnelheid. Resultaten Multimorbiditeit was aanwezig bij 55% van de onderzoekspopulatie. Verscheidene ziekteclusters hadden een negatief effect op het cognitief functioneren tijdens de 12 jaar durende follow-up. Een maligniteit in combinatie met een aandoening aan het bewegingsapparaat vertoonde een negatieve invloed op het cognitief functioneren. Conclusie De resultaten wijzen erop dat een groot aantal ziekten negatief geassocieerd is met het cognitief functioneren. Deze effecten blijken echter over een periode van twaalf jaar relatief klein.
In de transitie naar duurzame voedselsystemen is de consumptie van duurzaam geproduceerd vlees een eerste stap. Vlees eten is diepgeworteld in onze eetcultuur. Het veranderen van eetpatronen naar minder vlees (flexitariërs), geheel geen vlees (vegetariërs, veganisten) of de overstap naar vleesvervangers/kweekvlees, vraagt tijd. Om op kortere termijn een verschil te maken, zal het stimuleren van de keuze van consumenten voor duurzaam geproduceerd vlees in belangrijke mate bijdragen aan de gewenste verandering richting ‘minder en beter’. In aanvulling op hedendaagse vervangingsstrategieën van retailorganisaties, beoogt dit project consumentenpull naar duurzame vleesproducten te realiseren. Dit vraagt om specifieke tactieken, wetende dat consumenten een intention-behaviour gap vertonen met betrekking tot duurzaamheid: de wil is er, maar vertaalt zich onvoldoende in koopgedrag. Dit komt doordat een sociaal dilemma optreedt: een ego-belang in strijd met een maatschappelijk belang. Om dit te overkomen, is een combinatie van intentiebeïnvloeding, bewijsvoering en gedragsbeïnvloeding nodig. Kennis hiervan is echter gefragmenteerd, onvoldoende doorgedrongen in de praktijk en niet specifiek genoeg om consumentengroepen met een latente vraag voldoende aan te spreken. DIERZAAM zal integrale (marketing)principes ontwikkelen voor duurzame gedragsverandering, om het marktaandeel van duurzame vleesproducten te vergroten en daarmee bij te dragen aan de transitie van het voedselsysteem. Met een Design Thinking aanpak ontwikkelen we een breed en diep beeld van consumentenmotivaties en -gedrag. Vanuit dit beeld worden iteratief interventies ontwikkeld: van idee naar prototype naar test bij die consumentensegmenten waar de relevantie, en daarmee mogelijke impact, het grootst is. De centrale onderzoeksvraag luidt: “Hoe kunnen positionerings-, waarborgings- en gedragsbeïnvloedende strategieën het koopgedrag van duurzaam vlees van specifieke consumentengroepen zodanig stimuleren dat een groter marktaandeel van duurzaam vlees wordt bereikt?” Het consortium achter dit voorstel bestaat uit diverse MKB-organisaties, zoals producenten van duurzame vleesproducten, marketing- en communicatiespecialisten, ketenpartners, brancheverenigingen en kennispartners op gebied van consumentenpsychologie, gedragsverandering en agrifood & business.
In de transitie naar duurzame voedselsystemen is de consumptie van duurzaam geproduceerd vlees een eerste stap. Vlees eten is diepgeworteld in onze eetcultuur. Het minderen van vlees vraagt tijd. Om op kortere termijn een verschil te maken, zal het stimuleren van consumentenkeuzes voor duurzaam geproduceerd vlees in belangrijke mate bijdragen aan ‘minder en beter’.Doel Dit project wil de consumentenvoorkeur naar duurzame vleesproducten realiseren. Dit vraagt om specifieke tactieken, wetende dat consumenten in hun gedrag niet altijd doen dan wat hun intentie is met betrekking tot duurzaamheid: de wil is er, maar vertaalt zich onvoldoende in koopgedrag. Om dit te overkomen, is een combinatie van beïnvloeding van de intentie, bewijsvoering en gedragsbeïnvloeding nodig. Resultaten DIERZAAM zal integrale (marketing)principes ontwikkelen voor duurzame gedragsverandering, om het marktaandeel van duurzame vleesproducten te vergroten en daarmee bij te dragen aan de transitie van het voedselsysteem. Blogs/artikelen Blog bij Duurzaam Ondernemen over de start van het project: dierzaam consumeren is een stapje in de goede richting Blog bij Marketingfacts over het verlagen van weerstanden tegen duurzaam gedrag Blog bij Marketingfacts over de Eco-Score. Is dit een mogelijk middel om mensen duurzamer boodschappen te laten doen? Presentaties Dierzaam in een podcast! Lenka was samen met Eke Bosman (Snackspert) en Maarten Remmers (Keuringsdienst van waarde) te gast bij Utrecht Maakt Kennis. Een podcastavond die in het teken stond van duurzame vleesconsumptie. Lenka van Riemsdijk en Johan Leenders (eigenaar Oranjehoen) gaven presentaties bij NIMA Brein en Gedrag. Een presentatie waarin Lenka concreet inging op hoe je de kloof tussen de intentie voor duurzaam gedrag en het daadwerkelijke gedrag kunt dichten. Johan gaf nog wat extra kleur aan dit verhaal door te vertellen hoe hij dit toepast binnen zijn bedrijf. Eveline van der Herberg werd geïnterviewd over het Dierzaam voor Trajectum. Rapport Bekijk ook dit rapport met de highlights van het project Looptijd 03 januari 2022 - 31 december 2023 Aanpak Met een Design Thinking aanpak ontwikkelen we een breed en diep beeld van consumentenmotivaties en -gedrag. Vanuit dit beeld worden iteratief interventies ontwikkeld: van idee naar prototype, naar test bij de consumentensegmenten waar de relevantie, en daarmee mogelijke impact, het grootst is. Meedoen bij dit onderzoek als partner of student? Het consortium achter dit project bestaat uit producenten van duurzame vleesproducten, marketing- en communicatiespecialisten, en kennispartners op gebied van consumentenpsychologie, gedragsverandering en agrifood & business. Meedoen? Neem contact op met Lenka van Riemsdijk of Clara Springelkamp. Studenten zijn ook welkom! Wil je op de hoogte blijven van project Dierzaam? Op de hoogte blijven van project Dierzaam?
Beleidsambities lopen achter op de wetenschappelijk aangetoonde noodzakelijke snelheid van verandering gegeven de afspraken in het Akkoord van Parijs. Door de veelomvattendheid van het brede duurzaamheidsvraagstuk is verbinding van en afstemming tussen verschillende expertises en lectoraten noodzakelijk. Door het samenbrengen van lectoren van verschillende domeinen en sectoren zal kennis rondom succesfactoren en kennisontwikkeling in systeemtransities ten behoeve van klimaatadaptatie en -mitigatie breder verspreid en toegepast worden, ten einde gedragsverandering, gedragsbeïnvloeding, technische innovatie en natuurlijke processen elkaar te laten versterken. Transdisciplinair praktijkgericht onderzoek naar systeemtransities wordt aangejaagd. Het vernieuwende aan dit lectorenplatform is dat het sector- en domeinoverstijgend is. De eigen onderzoeksagenda wordt in samenwerking en in een netwerk met andere lectorenplatforms opgesteld en ook de output wordt in dat netwerk gedeeld. In bijeenkomsten van het platform worden succesfactoren en de rol van praktijkgericht onderzoek in systeemtransities besproken. Inzichten worden verzameld in een whitepaper met hierin 1) Visie rol toegepaste praktijkonderzoek in transities en 2) Systeemtransities: succesfactoren vanuit de praktijk. De informatie wordt verzameld en gedeeld in 6 fysieke en 6 online bijeenkomsten gedurende de 2-jarige looptijd van het platform. De kennis wordt gepubliceerd op een website die gevuld wordt met bijvoorbeeld andere vormen van communicatie zoals kennisclips, factsheets, storymap etc. Naast het opdoen van kennis wordt ook inspiratie gedeeld om hogescholen (op het niveau van de instelling en t.a.v. van onderwijs en onderzoek) systeemgericht te verduurzamen onder het motto: Verbeter de wereld begin bij jezelf. We streven ernaar dat op termijn al het hbo-onderwijs een vorm van duurzaamheid en transities in het curriculum opneemt, zodat er transitie-inclusieve curricula ontstaan. De rol van het LLKS hierin is ophalen en het verspreiden van ideeën en best practices vanuit het platform naar alle hbo- organisaties. Uiteindelijk wordt alle kennis gedeeld op een (eind)symposium waar op een interactieve manier van elkaar geleerd wordt.