De jeugdzorg wordt in de komende jaren door elkaar geschud. De Nederlandse overheid is vastbesloten om een stelselherziefing door te voeren,waarbii het grootste gedeelte van de jeugdzorg community based wordt.Eenvoudig gezegd: na de stelselherziening wordt jeugdzorg voornamelijk uitgevoerd in gezinnen, in scholen en op straat. De financiering en aansturingvan deze zorg komt dan ook logischerwijs in handen van gemeenten.De gemeenten worden in deze plannen verantwoordelijk voor de huidige provinciale jeugdzorg, de huidige geestelijke gezondheidszorg, de zorg voor licht verstandelijk gehandicapten én de jeugdbescherming en jeugdreclassering. Een giga-operatie: er wordt met 3 miljard euro geschoven.
DOCUMENT
Demand Driven Care plays a key role in the modernization of the Dutch health care system. This modernization is needed because a) clients needs for care increases quantitatively as well as in diversity, b) the financial means for collective services are inadequate, c) the accessibility of health care will depend on clients own responsibility, and d) shortage of professional care givers is foreseen. In the Netherlands, the need for professional care givers increases with an average of 2% every year. Demand Driven Care is an instrument for liberalization of public activities. The Faculty Chair Demand Driven Care focuses on those activities that will contribute to sufficient care supply. Within the program of the chair, activities are executed under the theme of Integrated Care, Substitution, Patient Centred Care, and Home Care Technology with an emphasis on gerontechnology. The Faculty Chair wants to contribute to a better integration and coherence in care. So that clients live and function independently as long as possible and are able to enhance their self management. In addition, health care professionals should be aware of demand driven processes and should have a demand driven attitude towards clients.
DOCUMENT
Gelijkwaardige kansen om te ontwikkelen in de samenleving Nederland ondertekende in maart 2007 het VN Verdrag voor de Rechten van mensen met beperking. Het verdrag beoogt dat de circa 650 miljoen mensen met een handicap wereldwijd op dezelfde wijze als anderen kunnen deelnemen aan het maatschappelijke leven en de universele rechten van de mens kunnen genieten. Het verdrag verplicht de lidstaten om sociale en fysieke belemmeringen weg te nemen die gehandicapten dagelijks ervaren. Nederland onderschrijft de VN Standaardregels voor Gelijke Kansen voor Mensen met beperking waarin staten worden opgeroepen gelijke kansen te bieden door alle aspecten van het maatschappelijke verkeer voor iedereen toegankelijk te maken. Ook onderschreef Nederland in 1994 de Verklaring van Salamanca van Unesco waarin staat dat ieder kind een fundamenteel recht heeft op onderwijs en in staat moet worden gesteld een acceptabel niveau van leren te bereiken en op peil te houden. Allen met speciale onderwijsbehoeften moeten toegang hebben tot reguliere scholen, welke hen opnemen in een kindgericht pedagogisch klimaat dat in staat is aan hun behoeften tegemoet te komen. In het inclusiemanifest wordt beschreven dat het Nederlandse Wetboek van Strafrecht stelt dat elke vorm van onderscheid, uitsluiting, beperking of voorkeur, die ten doel heeft of ten gevolge kan hebben dat de erkenning, het genot of de uitoefening op voet van gelijkheid van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden op politiek, economisch, sociaal, cultureel of andere terreinen van het maatschappelijke leven, wordt teniet gedaan of aangetast strafbaar is.
DOCUMENT
Door de vergrijzing ontstaat er een groeiende kloof tussen de behoefte aan zorgondersteuning en beschikbare menskracht om die ondersteuning te leveren. Robots kunnen hierbij mogelijk een rol spelen. Maar dan moeten deze robots wel veilig moeten zijn in hun interactie met mensen. Doel van dit project is het ontwikkelen van een Robot Safety-Module die kan garanderen dat een robot zich op een veilige manier gedraagt, of anders op een veilige manier tot stilstand komt. We richten ons daarbij op zorgrobots als Rose en Pepper, waarbij Rose model staat voor robots die een fysieke interactie met de omgeving kunnen aangaan, terwijl Pepper model staat voor de categorie sociale robots. Een robot die wordt gebruikt in een zorginstelling moet werken zonder enig risico voor lichamelijk of geestelijk gehandicapten die in die zorginstelling wonen. Rose is een semi-autonome servicerobot die zich autonoom kan verplaatsen (ronde lopen) en simpele interactie met de omgeving kan aangaan (bijvoorbeeld iets van de grond oprapen). Voor complexere handelingen kan Rose ook worden bestuurd door een operator op afstand, die Rose nauwkeurig naar een bepaalde locatie kan sturen, objecten herkennen, grijpen en plaatsen. Pepper is een sociale robot, die met armgebaren en body motion emotie ondersteunt, maar zich ook kan verplaatsen. De Robot Safety-Module moet garanderen dat de robot wordt gestopt en in een veilige toestand wordt gebracht, wanneer de signalen van de sensoren vooraf gedefinieerde grenzen overschrijden. Om het benodigde betrouwbaarheidsniveau te verkrijgen, zullen we een veiligheidsanalyse uitvoeren volgens de Failure Modes and Effects Analysis (FMEA). Vervolgens worden drie opties onderzocht: 1) een Robot Safety-Module (RSM) die zijn eigen set sensoren heeft, 2) een RSM die zowel zijn eigen set sensoren gebruikt als die van de zorgrobot en 3) een RSM die zich uitsluitend baseert op de reeds aanwezige sensoren en actuatoren van de zorgrobot.
Steunend Relationeel Handelen is een basismethodiek die gebruikt wordt in het werkveld van de geestelijke gezondheidszorg, de maatschappelijke opvang en de gehandicaptenzorg, zowel in Nederland als in andere landen. Het is gebaseerd op de principes van relationele zorg. Vanuit het lectoraat doen wij onderzoek naar de methodiek en ontwikkelen we nieuwe toepassingen. Zo onderbouwen we de methodiek met praktijkonderzoek en voeden deze met inzichten uit de literatuur. Op deze wijze blijft de benadering up-to-date.