In tegenstelling tot de algemene gedachte zijn tienermoeders, ondanks hun jonge leeftijd, niet per definitie slechte moeders. Zeker niet als ze de juiste hulp krijgen. Want niet alleen is de steun van een informeel netwerk cruciaal, er is ook een belangrijke rol weggelegd voor de professional.
Background: We investigated the effects of the “Care for Participation+” (CFP+) intervention on direct support professionals’ (DSPs’) attitudes regarding the participation of adults with visual and severe or profound intellectual disabilities (VSPID).Methods: We implemented a pilot non-randomized controlled trial with two control groups to compare DSPs’ attitudes towards CFP+ using the Attitudes towards Participation Questionnaire (APQ) and DSPs’ written profiles of adults with VSPID.Results: CPP+ and the Participation Mind Map control group showed a positive trend for the “leisure/recreation,” “social relations,” and “ability to act” APQ domains compared to the usual care control group. The CFP+ group described significantly fewer disabilities at 6 months, reflecting a more positive attitude than controls.Conclusion: CFP+ had positive effects on DSPs’ attitudes towards the participation of adults with VSPID. The small sample size, ceiling effects, measurement instruments used, and implementation difficulties may have hampered understanding the full potential of CFP+.
Door de vergrijzing ontstaat er een groeiende kloof tussen de behoefte aan zorgondersteuning en beschikbare menskracht om die ondersteuning te leveren. Robots kunnen hierbij mogelijk een rol spelen. Maar dan moeten deze robots wel veilig moeten zijn in hun interactie met mensen. Doel van dit project is het ontwikkelen van een Robot Safety-Module die kan garanderen dat een robot zich op een veilige manier gedraagt, of anders op een veilige manier tot stilstand komt. We richten ons daarbij op zorgrobots als Rose en Pepper, waarbij Rose model staat voor robots die een fysieke interactie met de omgeving kunnen aangaan, terwijl Pepper model staat voor de categorie sociale robots. Een robot die wordt gebruikt in een zorginstelling moet werken zonder enig risico voor lichamelijk of geestelijk gehandicapten die in die zorginstelling wonen. Rose is een semi-autonome servicerobot die zich autonoom kan verplaatsen (ronde lopen) en simpele interactie met de omgeving kan aangaan (bijvoorbeeld iets van de grond oprapen). Voor complexere handelingen kan Rose ook worden bestuurd door een operator op afstand, die Rose nauwkeurig naar een bepaalde locatie kan sturen, objecten herkennen, grijpen en plaatsen. Pepper is een sociale robot, die met armgebaren en body motion emotie ondersteunt, maar zich ook kan verplaatsen. De Robot Safety-Module moet garanderen dat de robot wordt gestopt en in een veilige toestand wordt gebracht, wanneer de signalen van de sensoren vooraf gedefinieerde grenzen overschrijden. Om het benodigde betrouwbaarheidsniveau te verkrijgen, zullen we een veiligheidsanalyse uitvoeren volgens de Failure Modes and Effects Analysis (FMEA). Vervolgens worden drie opties onderzocht: 1) een Robot Safety-Module (RSM) die zijn eigen set sensoren heeft, 2) een RSM die zowel zijn eigen set sensoren gebruikt als die van de zorgrobot en 3) een RSM die zich uitsluitend baseert op de reeds aanwezige sensoren en actuatoren van de zorgrobot.