Voor u ligt de tussenrapportage van de quick scan die in het kader van het leer- en reflectietraject van beschermd wonen naar beschermd thuis U16 is uitgevoerd. Het betreft hier een werkdocument voor de opdrachtgever en de betrokken pilots uit dit onderzoek. De verwachte leeropbrengst uit de betrokken pilots voor dit onderdeel van de basisset is antwoord op de volgende vragen: • Hoe voorkom je terugval in dakloosheid • Hoe draagt housing first bij aan een duurzame aanpak van dakloosheid • Hoe voorkom je dat mensen in de MO terechtkomen door middel van tijdelijke huisvesting (pitstop) • Hoe draagt een stabiele thuissituatie bij om jongeren uit een crimineel netwerk te halen.
Nu steeds meer gemeenten hun vastgoed op orde lijken te hebben, gaat vooral het organisatorische aspect wringen. Welke competenties hebben we nodig? Hoe kunnen we de organisatie meer toekomstbestendig maken?
In dit artikel bestuderen we rebelse initiatieven in onderwijs en ouderenhuisvesting. We verstaan hieronder de initiatieven van individuen of teams die weloverwogen anders te werk gaan dan anderen en daarbij soms bepaalde regels overtreden ten behoeve van een betere kwaliteit van dienstverlening. Uitgeversversie: https://doi.org/10.5553/BenM/138900692021048002005
MULTIFILE
Ruimte voor werk in de stad houden of krijgen, is voor MKB-ers problematisch. Dat ervaart het MKB en wordt onderkend door de gemeenten. Met alle aandacht voor woningbouw, dreigt de ruimte voor werk tussen wal en schip te vallen. Uit eerder onderzoek blijkt dat om verschillende redenen behoud en ontwikkeling van werkruimten in onze steden essentieel is om maatschappelijke opgaven aan te pakken. Specifiek uitdagend voor ondernemers is hoe zij in de gebiedsontwikkeling – die veelal de transformatie van monofunctioneel bedrijventerrein naar stadswijk met wonen behelst – een positie krijgt. Beloftevol zijn de collectief georganiseerde vormen van bedrijfshuisvesting die eveneens bijdragen aan de economische en duurzame stedelijke ontwikkeling, dikwijls ontstaan op plekken die in transformatie zijn. In ons onderzoek verkennen we alternatieve wijzen van exploitatie en ontwikkeling van gebouwen en gebieden vanuit de kracht van het lokale MKB. Twee gebieden staan centraal: het Rotterdamse Keilekwartier en Utrechtse Werkspoorkwartier. Hier maken MKB-ers als collectief ruimte voor werk en beïnvloeden de procesgang van gebiedsontwikkeling. Om de praktijkvraag ‘Hoe kan locatiegebonden collectief ondernemerschap bijdragen aan de procesgang van gebiedsontwikkeling en ook ruimte voor werk veiligstellen?’ te beantwoorden gaan we stapsgewijs het concrete praktijkgeval in context verkennen, beginnende in de Rotterdam. Omdat het een opschalingsvraagstuk betreft, willen we praktijklessen te leren door te variëren in de context. Vervolgens verbinden we de twee praktijkgevallen onderling, om te eindigen met een sessie waarin ook de context van een vijftal gemeentelijke overheden wordt ingebracht. De praktijkvraag raakt aan verschillende praktijken: ruimtelijke ontwikkeling; vastgoed; economisch beleid en het gemeentelijk instrumentarium. Hiertoe bundelen we kennis uit drie lectoraten van drie hogescholen. Het is een opmaat voor een langdurige samenwerking op het thema ruimte voor werk. De inzichten voor onze praktijken uit de KIEM ontsluiten we in een open acces whitepaper.
Achtergrond en theorie Veel forensische cliënten hebben (complexe) schulden. Deze schulden hangen sterk samen met andere problemen – zoals werk, huisvesting en (mentale/fysieke) gezondheid –, ontregelen het leven, belemmeren resocialisatie en vergroten het risico op terugval in criminaliteit. Cliënten én begeleidend professionals – zoals (forensisch) sociaal professionals – ervaren in de aanpak van schulden veel belemmeringen. Om schulden vroegtijdig en in samenhang met andere problemen te kunnen aanpakken is systematische samenwerking tussen ketenpartners belangrijk. Effectief aanpakken van schulden onder forensische cliënten vraagt daarom interdisciplinaire samenwerking vanuit zowel justitieel als sociaal domein. Dit vereist inzicht in de rol van betrokken organisaties – zoals gevangeniswezen, reclassering, gemeentelijke nazorg en schuldhulpverlening – alsmede werkzame factoren in de samenwerking en hoe deze kunnen worden versterkt. Een consortium van partnerorganisaties in het (forensisch) sociaal domein, Universiteit Leiden en Hogeschool Utrecht wil daarom onderzoeken hoe de schuldenaanpak onder forensische cliënten door justitiële en sociale ketenpartners gezamenlijk kan worden versterkt. Onderzoeksdoel en -vragen Onderzoeksdoel is samen met praktijkpartners de samenwerking in het (forensisch) sociaal domein in de schuldenaanpak onder forensische cliënten effectief vorm te geven en zo de begeleiding van cliënten met schulden te verbeteren, door ontwikkeling van een vernieuwde werkwijze gebaseerd op inzicht in belemmerende en werkzame factoren. Centrale onderzoeksvraag daarbij is: Aanpak Deze onderzoeksvraag zal worden beantwoord middels een design van verschillende kwalitatieve onderzoeksmethoden, waaronder observaties, interviews en focusgroepen (fase 1) en ontwikkelbijeenkomsten (fase 2) in meerdere samenwerkingsverbanden. Beoogd resultaat Het onderzoek levert concrete handvatten op – zoals praktische handreikingen en visuele tools – ter versterking van de samenwerking rond forensische cliënten met schulden. Deze handvatten worden vertaald naar onderwijsmateriaal voor (toekomstige) (forensisch) sociaal professionals en gedeeld met de (inter)nationale onderzoeksgemeenschap.
Ruimte voor maakbedrijven in Nederlandse steden staat steeds meer onder druk. De primaire focus op woningbouw en kantoren in combinatie met de stijgende vastgoedprijzen drukken de maakindustrie - zeker de kleinere bedrijven - uit de stad. Een aantrekkelijke stad beschikt echter over ruimte voor wonen en werken. Een gezonde mix van functies is bovendien nodig voor duurzame verstedelijkingsambities. Maakbedrijven zijn cruciaal voor een toekomstbestendige stedelijke economie, inclusieve arbeidsmarkt en circulaire transitie. Gemeenten geven aan dat steden ‘op slot’ zitten. Onder meer in Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag en de snelgroeiende steden Leiden en Tilburg woedt de strijd om de ruimte en lukt het nauwelijks ruimte te behouden, laat staan te creëren, voor maakbedrijven. Gemeentelijke professionals hebben sterke behoefte aan nieuwe oplossingen en aanpakken om te kunnen sturen op behoud en ontwikkeling van (betaalbare) ruimte voor werk, en maakbedrijven in het bijzonder. Ze hebben onvoldoende (actuele) kennis over wat maakbedrijven beweegt, wat voor ruimte zij nodig hebben en missen onderbouwde data om deze te vertalen naar de praktijk van gebiedsontwikkeling. De gemeentelijke professionals hebben specifiek behoefte aan een praktisch instrumentarium hoe zij meer sturend en faciliterend ruimte voor maakbedrijven in de complexe planpraktijk van de gebiedsontwikkeling kunnen behouden en creëren. Voor deze opgave hebben we een consortium van drie hogescholen, zes gemeenten en negen netwerk- én ondernemersorganisaties samengebracht. Door de unieke benadering vanuit drie expertises/vakgebieden wordt op integraal niveau geanalyseerd, verdiept en gecreëerd om te komen tot vernieuwde rollen voor publieke professionals en een verbeterd instrumentarium om beter en meer te sturen op ruimte voor werken. We vertalen de inzichten en beproefde toepassingen in een concreet praktijkhandboek voor publieke professionals. We verspreiden deze kennis op landelijk niveau via onze netwerk- en ondernemersorganisaties en dragen we bij aan verbeterings- en verdiepingsprogramma’s in het onderwijs en de betrokken gebiedsontwikkelingen in de praktijk.