“Gedetineerden van de PI Norgerhaven hebben de eerste hop op het terrein achter de gevangenis geoogst. De hop wordt gebruikt voor een nieuw biertje van brouwerij Maallust uit Veenhuizen (Drenthe, 2018)”.De gevangenis-hop is een prachtig resultaat van een succesvolle samenwerking tussen het Lectoraat Duurzaam Coöperatief ondernemen (FEM), de Gebiedscoöperatie Westerkwartier, Brouwerij Maallust en de Penitentiaire Inrichting Veenhuizen (PI). In opdracht van de PI en Brouwerij Maallust heeft Hanzestudent bedrijfseconomie, Romar Salomons, voor zijn afstudeeronderzoek gewerkt aan een kostendekkend sociaal inclusief business model voor de productie van hop door de gedetineerden van de PI voor de naastgelegen Brouwerij Maallust.
DOCUMENT
Gedetineerden en medewerkers zitten dicht op elkaar. Ook het communicatieve contact tussen hen is begrensd; de medewerkers hebben duidelijke instructies hoe zich te verhouden tot de ingeslotenen. Toch ligt juist in dat contact de grote uitdaging en opgave voor het werk van de penitentiair inrichtingswerkers. Hoe kan de beperkte communicatieve speelruimte een bijdrage leveren aan de terugkeer van de mensen die veroordeeld zijn voor een delict? Wat vraagt dit van de koers van de afdeling als geheel, van de bejegening van ingeslotenen en van de interacties tussen de medewerkers onderling? In dit artikel schetsen we de aanleiding tot de vraag naar advies bij de koersbepaling op een afdeling van een penitentiaire inrichting. Als begeleidingskundig onderzoekers hebben we deze vraag opgepakt als een handelingsonderzoek samen met betrokkenen.
DOCUMENT
“Ik ben benieuwd hoelang het zal duren voor men ook kan schrijven: er is een tijd geweest dat men voor een pedofiel contact de gevangenis in ging. Iemand om die reden in voorarrest houden en een gevangenisstraf opleggen berust naar mijn overtuiging op een afschuwelijke vergissing, die rechtstreeks voortvloeit uit een taboe. Niet de rechter, maar de wetgever en dus wij allen blijven daar debet aan. Graag voeg ik mij bij mevrouw Mr. H. Singer-Dekker, waar zij schrijft dat ook zedendelinquenten vermoedelijk steeds meer gezien worden als mensen aan wie schuld ontbrak en die alleen behandeling behoeven.” 2 Wie het hier te bespreken onderzoek Gevangene van het verleden leest, weet dat de bovenstaande voorspelling (of is het hoop?) uit een publicatie uit 1970 maar zeer ten dele is uitgekomen. Behandeling en begeleiding in een justitieel kader zijn zeker gangbare reacties op gedrag van zedendelinquenten. Maar dat zedendelinquenten in onze tijd worden gezien als mensen aan wie geen schuld is toe te rekenen of die niet in de gevangenis terecht behoren te komen en slechts behandeling behoeven, is zeker niet gangbaar geworden. Integendeel, in het hier beschreven rapport wordt, in navolging van de Engelse criminoloog Stanley Cohen, in verband met zedendelinquenten geschreven in termen als ‘folk devils’ en ‘moral panic’. Deze begrippen zijn met name aan de orde als een ex-zedendelinquent vanuit de gevangenis of de TBS terugkeert in de samenleving. Het gaat daarbij niet om stigmatiserende begrippen maar om een analyse van de huidige situatie. Volgens Cohen, stellen de onderzoekers, worden politici, beleidsmakers, bestuurders, burgers, enzovoort soms door paniek bevangen wanneer zij worden geconfronteerd met regelovertredingen van personen, zoals voetbalvandalen, drugsgebruikers, pedofielen of straatrovers, die zij als een ernstige bedreiging zien voor de samenleving (p. 28).
LINK