Aan de hand van uitgebreid literatuuronderzoek, interviews en praktijkbezoeken schreven de auteurs een artikel over de veelbelovende nieuwe voorziening Centrum Jeugd en Gezin. Daar hoort een literatuurlijst bij.
DOCUMENT
Dit artikel doet verslag van een voor Nederland nieuwe manier van werken in het onderwijs. Bij 'leercirkels' telt de stem van leerlingen echt en wordt de kracht van het 'gewone leven' benut om leerlingen optimaal te begeleiden. In onderstaand artikel komen allereerst twee kinderen en hun ouders aan het woord over hun ervaringen met leercirkels. Vervolgens wordt de ontstaansgeschiedenis van dit model besproken waarna wordt aangegeven wat de kracht van deze werkwijze kan zijn. Een manier van samenwerken tussen school, gezin en daarbuiten.
DOCUMENT
Als inwoners een hulpvraag hebben, is het streven van de gemeente Den Haag om deze hulpvraag centraal te stellen. Bij het Centrum Jeugd & Gezin (CJG) heeft de Pilot Integrale Toegang gedraaid, om inwoners die zich melden met hulpvragen op het gebied van opvoeden en opgroeien sneller en beter te helpen. Door een brede vraagverheldering brengt de pilot in kaart hoe inwoners het beste geholpen kunnen worden, met daarbij nadrukkelijk aandacht voor wat er in het voorliggend veld en bij andere domeinen dan jeugd en gezin geboden kan worden. De gedachte hierachter is dat de hulpvraag van een inwoner zich vaak niet beperkt tot één probleem of leefdomein. Het is daarom van belang dat er aandacht is voor alle leefdomeinen. De pilot is onderzocht door het lectoraat Jeugdhulp in Transformatie van De Haagse Hogeschool. De onderzoekers benutten de pilot-registratiedata, hielden interviews met gezinnen en professionals en spraken in focusgroepen met betrokken professionals. Het onderzoek geeft antwoord op de vragen of de pilot leidt tot 1. snellere en betere hulp, 2. een brede vraagverheldering en 3. meer verwijzingen naar het voorliggend veld en andere domeinen. Ook is een antwoord gezocht op de vragen 4. of de randvoorwaarden voor de pilot aanwezig waren en 5. wat het gewenste profiel van de intaker is.
MULTIFILE
De Stichting Jeugdteam Zaanstad en de Huisartsenzorg Zaanstreek Waterland hebben, in nauwe samenwerking met de gemeente Zaanstad, de handen ineen geslagen en gezamenlijk besloten POH’s Jeugd en Gezin in te zetten in de gemeente. Op 1 januari 2023 is een pilotfase gestart met zeven huisartsenpraktijken en vijf POH’s Jeugd en Gezin. Dit onderzoek evalueert het eerste half jaar van deze implementatie en heeft twee onderzoeksvragen: 1) Wat zijn de ervaringen van huisartsen, POH’s Jeugd en Gezin en cliënten met het werken met/als een POH Jeugd en Gezin in de gemeente Zaanstad? En 2) Hoe is de implementatie van de POH Jeugd en Gezin in de gemeente Zaanstad verlopen? Er zijn 22 participanten geïnterviewd (vijf POH’s Jeugd en Gezin, vijf huisartsen, drie cliënten, en negen partners betrokken bij de implementatie). Uit de interviews blijkt dat de POH Jeugd en Gezin ervaren wordt als passende en toegankelijke zorg. Huisartsen en POH’s vinden de samenwerking over het algemeen prettig, maar zijn ook nog zoekende op welke manier ze goed contact met elkaar kunnen houden, voor welke vragen en problemen huisartsen kunnen doorsturen naar de POH Jeugd en Gezin, en wat de grenzen zijn van wat een POH Jeugd en Gezin kan. De implementatie werd tot nu toe positief beoordeeld, al werd ook erkend dat het nog te vroeg was om goed te kunnen beoordelen. Succesfactoren waren onder andere: het projectleiderschap; de tijdsinvestering in het ophalen van behoeftes en creëren van draagvlak; de goede onderlinge samenwerking; en dat de POH Jeugd en Gezin goed aansluit bij de visies van partners, bewegingen in de samenlevingen en oplossingen biedt voor bestaande problemen. Een belangrijke belemmerende factor was dat huisartsen veel werkdruk ervaren, zelfstandige ondernemers zijn (en dus zelf mogen besluiten of ze een POH Jeugd en Gezin willen) en er een gebrek was aan korte communicatielijnen met de huisartsen. Daarnaast waren de kosten voor de spreekkamer niet voor alle huisartsen kostendekkend, was er niet voor alle POH’s een geschikte spreekkamer en wensten sommige huisartsen en POH’s een gedeelde ICT infrastructuur.
DOCUMENT
Wijkteams jeugd en gezin vormen de spil van de nieuwe gemeentelijke jeugdzorg. Hoe werken en ontwikkelen deze teams zich? Deze praktijk is door middel van interviews en participerende observatie in Amsterdam in kaart gebracht. Drie centrale leerprincipes komen in dit artikel aan de orde: leren als teamleren; leren in dialoog; en leren van (zelf)monitoring. Het onderzoek wijst op een verandering in het veld van zorg en welzijn: van regelgestuurd naar waardegericht werken en leren. Niet regels en protocollen met betrekking tot handelen staan daarin centraal, maar de vraag wat met de zorg en steun wordt gerealiseerd voor cliënten.
LINK
Hoofdstuk in (les)boek over interprofessioneel werken en innoveren in teams: hoe kunnen interprofessionele teams zo optimaal mogelijk functioneren? De focus in het boek ligt op vormen van dienstverlening binnen de jeugdsector, het sociaal werk, de zorg en het onderwijs, die in toenemende mate en vooral op lokaal en regionaal niveau, intensief samenwerken.
DOCUMENT
In september 2016 is in Utrecht het derde leeratelier verdiepingsomgeving Jeugd, Gezin en Zeden gestart. Dit leeratelier duurde 12 weken. Er gingen twee leerateliers in Haarlem en Maastricht aan vooraf die een periode van acht weken duurden. De eerste twee leerateliers vonden plaats vijf dagen per week, hele dagen. Het leeratelier Midden Nederland vond plaats op twee dagen in de week, een deel van de middag. Bedoeling van de leerateliers is het vergroten van veiligheid en veerkracht van kwetsbare daders, slachtoffers en belangrijke derden. De pilot is opgezet om een nieuwe vorm van werken bij ZSM te ontwikkelen. Het leeratelier team bestond uit vaste partners op ZSM, het openbaar Ministerie (OM), politie, 3RO, Raad voor de Kinderbescherming (RvdK), Slachtofferhulp Nederland (SHN) met daaraan toegevoegd Halt, en drie Veilig Thuis organisaties. In het begin was er ook contact met het Veiligheidshuis regio Utrecht (VHRU) die zich later na enkele weken terugtrok omdat er te weinig overlap was tussen hun casuïstiek en die van het leeratelier.
DOCUMENT
Door de ontwikkeling van ZSM zijn ketenpartners beter gaan samenwerken, maar er is een focus op ‘snel afdoen’ ontstaan. De ambitie is voor kwetsbare slachtoffers en verdachten meer betekenisvol te werken door te verdiepen en meer tijd te nemen om maatwerk te leveren. Daarom vonden van februari 2016 tot eind november 2016 er in een pilot drie experimenten plaats in de vorm van leerateliers verdiepingsomgeving Jeugd Gezin en Zeden. De bedoeling van de leerateliers is het vergroten van veiligheid en veerkracht van kwetsbare daders, slachtoffers en belangrijke derden. De pilots zijn opgezet om een nieuwe vorm van samen werken bij ZSM te ontwikkelen. Het KSI van de Hogeschool Utrecht rapporteerde over de leeropbrengsten van alle drie leerateliers. De sluitsteen is dit korte overkoepelende reflectieverslag dat een aantal kernthema’s bevat waarin telkens per kernthema een aanbeveling wordt gedaan.
DOCUMENT
Wat is de staat (positie en stand van zaken) van de pedagogiek in relatie tot de ontwikkelingen in de samenleving? Is de pedagogiek meer en meer van de staat (wet- en regelgeving) of kan de pedagoog de staat juist ontwikkelen door de bijdragen aan de opvoeding van de burgers van nu en de toekomst? Hoofdstuk in het boek 'De staat van de pedagogiek. Analytisch, opbrengstgericht en visionair' (redactie: Loes Houweling, Willemieke de Jong, Hans de Deckere en Hester Viëtor).
DOCUMENT
Relaties, seks, alcohol en drugsgebruik. Het zijn onderwerpen waarover jongeren vaak vragen hebben, maar die ze niet makkelijk bespreken. Dat geldt vooral voor migrantenjongeren. Op basis van drie onderzoeken van het lectoraat Leefwerelden van Jeugd vatten Mieke van Heerebeek en Veerle Knippels samen met wie en hoe migrantenjongeren 'lastige' onderwerpen bespreken. En worden suggesties gedaan welke ondersteunende rol Centra voor Jeugd & Gezin hierin kunnen vervullen.
DOCUMENT