In het nieuwste nummer van de Nieuwe Meso, het vakblad voor bestuurders en schoolleiders in het basis, voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs is het Focus-deel dit keer gewijd aan het opleiden van leraren. De gastredactie bestaande uit HvA-lector Marco Snoek, Fontys-lector Quinta Kools en de DNM-redacteuren Pieter Leenheer en Gerritjan van Luin belichten het thema vanuit verschillende invalshoeken: de initiële lerarenopleidingen, ervaringen van startende leraren, en de wijze waarop de initiële lerarenopleiding en professionalisering van ervaren leraren kan samenkomen in professionele leergemeenschappen en in lesson studies. Daarbij gaan de verschillende artikelen in op de rol van schoolleiders en besturen bij het opleiden van nieuwe leraren en het ondersteuning van professionaliseren van ervaren leraren.Het focusdeel bevat bijdragen van verschillende HvA medewerkers: Marco Snoek, Evelien van Geffen, Tom van Eijck en Ed van den Berg.
Combinatie van laagconjunctuur en vergrijzing dwingt organisaties om structurele, integrale en wellicht onorthodoxe maatregelen te gaan nemen op het gebied van de werkomgeving, waarbij met name het rendement verder moet worden verhoogd. Het aantal kenniswerkers neemt toe. Door de huidige trends en ontwikkelingen is er meer aandacht voor het rendement van de werkomgeving in relatie tot de performance van de organisatie en de medewerkers in de vorm van een zoektocht naar de eigen ideale werkomgeving. Scriptie masteropleiding Real Estate Management (University of Greenwich)
Combinatie van laagconjunctuur en vergrijzing dwingt organisaties om structurele, integrale en wellicht onorthodoxe maatregelen te gaan nemen op het gebied van de werkomgeving, waarbij met name het rendement verder moet worden verhoogd. Het aantal kenniswerkers neemt toe. Door de huidige trends en ontwikkelingen is er meer aandacht voor het rendement van de werkomgeving in relatie tot de performance van de organisatie en de medewerkers in de vorm van een zoektocht naar de eigen ideale werkomgeving. Scriptie masteropleiding Real Estate Management (University of Greenwich)
De installatiebranche staat voor een aantal grote uitdagingen. Het personeel vergrijst en minder jongeren kiezen voor een baan in de installatiebranche. Tegelijkertijd vindt er een inhoudelijke transitie plaats, mede gedreven door technologische innovaties van prestatiegericht installeren naar mensgericht installeren. Het betekent dat installaties in gebouwen niet alleen energiezuinig behoren te zijn maar ook behoren zij bij te dragen aan het welzijn en de gezondheid van de gebruikers. Ook het huidige personeel zal op een andere manier moeten gaan werken dan gewend te zijn. Grotere bedrijven zetten meer en meer opkomende technologieën in, maar hoe snel kan het MKB hierin meebewegen? En zullen deze ontwikkelingen meer jongeren naar de branche trekken? Doel Het OMTECH_IDGB project onderzoekt in hoeverre het MKB in de installatiebranche gereed is om te kunnen werken met opkomende technologieën, zoals bijvoorbeeld AI en AR. Vragen zijn: Hoe opereert het MKB in de installatiebranche bij het gebruik van AI en AR? Wat zijn aantrekkelijke use cases voor het gebruik van opkomende technologieën? Hoe krijgen wij onze mensen, maar ook jongeren gereed om te werken in een digitale werkomgeving? Resultaten Overzicht van use cases, animatie over werken met AI en AR in de installatiebranche en een RAAKpro vooraanmelding over inzet van AI en AR in de installatiebranche. Looptijd 01 november 2020 - 31 mei 2021 Aanpak Literatuurstudie/deskresearch naar opkomende technologieën, AI en AR, zowel binnen als buiten de installatiebranche. Inventariseren van het gebruik en inzet van opkomende technologieën in de installatiebranche. Ophalen van ‘use cases’ in de praktijk d.m.v. interviews. Bijeenkomsten met de praktijk. In een samenstelling van professionals, ontwikkelaars, branche organisaties, MKB partijen en groot bedrijven op dit thema. Met als doel om het verder uitwerken en scherp stellen van de vraag te bewerkstelligen. In dit project wordt tevens samengewerkt met het Centre of Expertise Smart Sustainable Cities.
Met dit project brengen we teamcompetenties in kaart bij het effectief en vitaal samenwerken op afstand door teams in het mkb. Een dergelijk overzicht is dringend gewenst vanwege de nieuwe realiteit die is ontstaan door de gevolgen van de coronapandemie voor de manier waarop mensen samenwerken. In de nieuwe realiteit wordt meer op afstand samengewerkt (Hamersma, De Haas en Faber 2020). Daarnaast blijkt uit internationaal onderzoek dat een aanzienlijk deel van de thuiswerkers verwacht na de pandemie vaker thuis te werken dan daarvoor (Barrero, Bloom & Davis 2020, McCarthy et al. 2020). Hoe blijven medewerkers na de pandemie hybride (deels op locatie en deels op afstand) op een goede manier met elkaar samenwerken? Welke vaardigheden vraagt dat? Samenwerken op afstand doet bijna vanzelfsprekend een nadrukkelijk beroep op digitale vaardigheden, maar ook andere vaardigheden zijn belangrijk, zoals die gericht op de teamprestatie, strategie en het verwerven en op peil houden van noodzakelijke kennis (vgl. Hackman & Wageman 2005). Inzicht in de huidige en gewenste samenwerkingsvaardigheden is noodzakelijk om teams (in het mkb) op afstand blijvend effectief en vitaal te kunnen laten functioneren. Medewerkers in teams (in het mkb) moeten hun vaardigheden ontwikkelen om op een goede en gezonde manier effectief met elkaar te kunnen blijven samenwerken. Gebeurt dit niet, dan kan dat leiden tot een verminderde effectiviteit van teams en daardoor tot verlies van werkgelegenheid en extra kosten. Het projectconsortium verkent en inventariseert in een learning community deze vaardigheden en maakt de ontwikkelbehoefte van de betrokkenen in de nieuwe situatie duidelijk. Uitgangspunt daarbij is de leerbehoefte per team en van de medewerkers in het team. Ook maakt het project duidelijk hoe deze behoefte (later) kan worden vormgegeven, aansluitend bij de manier van leren van het team.
Ontwikkelingen in de markt, technologie en maatschappelijke context vraagt van bedrijven om continu te controleren of medewerkers nu en in de toekomst over de juiste kennis, competenties en vaardigheden beschikken. Zo niet, dan moeten zij tijdig maatregelen nemen voor het verkrijgen van gevraagde toekomstige skills door scholing of aannemen van beter toegerust personeel. Door de structurele schaarste op de logistieke arbeidsmarkt zal bedrijven nieuwe technologie willen adopteren om hun productiviteit op peil te houden. Een praktijkgerichte methodiek waarmee bedrijven de vertaalslag van logistieke en technologische innovaties naar de toekomstige taken en benodigde skills van medewerkers kunnen maken ontbreekt. Onderzoek naar skills in de logistiek is veelal gebaseerd op verwachtingen van managers en experts die met enquêtes worden verzameld. Enquêtes geven geen handvatten hoe een bedrijf de eigen behoefte aan future skills kan vaststellen. Het vraagstuk voor een logistiek bedrijf bestaat enerzijds uit het kunnen vaststellen welke taken en werkwijzen medewerkers in de toekomstige processen met de nieuw technologie zullen uitvoeren. Anderzijds gaat het om het afleiden en opbouwen van de future skills die medewerkers nodig hebben en nog niet beschikbaar zijn binnen de organisatie. In het project wordt een praktijkgerichte methodiek ontwikkeld. Het doel van het KIEM-project is om door het uitwerken van het future-skillsvraagstuk bij 3 bedrijven inzicht te krijgen waar een methodiek aan moet voldoen om toepasbaar te zijn bij en meerwaarde te bieden voor een logistiek bedrijf. Als de toepasbaarheid en meerwaarde van de methodiek in het KIEM-project is aangetoond kan deze in een vervolgproject worden doorontwikkeld om ook betrouwbare uitspraken te welke future skills in een bepaalde context benodigd zijn. Bij brede toepassing van ontwikkelde methodiek zal het Nederlandse logistieke werkveld structureel effectiever kunnen omgaan met de uitdagingen van een gezonde en uitdagende werkomgeving en daarmee bijdragen aan een veerkrachtige samenleving.