Onze leef- en werkomgeving heeft invloed op onze gezondheid, maar het nauwkeurig bepalen van persoonlijke blootstelling aan verschillende milieufactoren blijft een uitdaging. Toch is dit wel van belang, omdat bijvoorbeeld de blootstelling aan fijnstof, stikstofdioxide en ozon jaarlijks al leidt tot 12.000 vroegtijdige sterfgevallen in Nederland (Gezondheidsraad, 2018). In werkomgevingen zijn er behalve voor de genoemde stoffen ook nog andere vluchtig organische stoffen en chemicalen waarvan de blootstelling op de korte of lange termijn tot negatieve gezondheidseffecten kan leiden. Ook fysische blootstellingen kunnen negatieve gezondheidseffecten hebben, zoals geluid, UV-straling, elektromagnetische velden en trillingen.
DOCUMENT
Dit rapport bevat een evaluatie van de maatschappelijke impact van deelname aan de Dam tot Damloop. Hierbij wordt aandacht besteed aan het gebruik van technologie, gezondheidseffecten, effecten op werkgerelateerde uitkomsten en profielen van hardlopers worden in kaart gebracht.
DOCUMENT
Dit rapport bevat een evaluatie van de maatschappelijke impact van deelname aan de Dam tot Damloop. Hierbij wordt aandacht besteed aan karakteristieken van de deelnemers, het gebruik van technologie, informatievoorziening, gezondheidseffecten en de bedrijvenloop.
DOCUMENT
Research has shown that breastfeeding has important long-term health effects on both children and mothers. The World Health Organization therefore recommends that children be exclusively breastfed for the first six months of life and that breastfeeding be continued thereafter, alongside complementary feeding, until children are at least two years old. However, many mothers experience problems with breastfeeding and stop earlier than they would like. One of the reasons that women stop prematurely is the often difficult combination of breastfeeding and work. In this dissertation Van Dellen studied what organizations can do to support breastfeeding employees, both before the return to work and in the period afterwards.Before the return to work, a breastfeeding support programma appears to be an effective way to support mothers. Within the programme, women received structural support from a lactation consultant, from pregnancy until ten weeks after birth. Mothers who received the support programme were on average 66% less likely to stop breastfeeding compared to mothers who did not receive support. After the return to work, the quality of lactation rooms appears to play an important role. Lactation room quality is positively related to satisfaction, perceived ease, and perceived support for milk expression at work. Moreover, experimental research found that mothers in a high-quality lactation room experienced less stress, more control, and more well-being than mothers in a low-quality lactation room.The results of the study show that organizations can better support breastfeeding employees by offering structural support from a lactation consultant and high-quality lactation rooms.
DOCUMENT
Op zondag 19 oktober 2014 vond de 39ste editie plaats van de TCS Amsterdam Marathon. Met het oog op de verdere ontwikkeling van het evenement wil organisator Le Champion graag een beter onderbouwd inzicht krijgen in de economische impact van de TCS Amsterdam Marathon. Zij heeft de Hogeschool van Amsterdam, Hogeschool Inholland en Sport2B gevraagd hier onderzoek naar te doen. Daarnaast heeft zij enkele aanvullende vragen geformuleerd over de tevredenheid van deelnemers en bezoekers en over de gezondheidseffecten van de marathon, die op dit onderzoek konden meeliften.
DOCUMENT
De fysische, chemische en microbiologische gevaren van het opwerken van vezelcomponenten uit reststromen van uien zijn geanalyseerd op basis van literatuuronderzoek. Uienreststromen zijn geschikt voor het winnen van olie door middel van stoomdestillatie of eiwitten door middel van iso-elektrische precipitatie. Bij deze processen wordt ook de uienschil verwerkt. Er blijft o.a. een vezelrijke fractie over die in principe geschikt is voor humane consumptie. Fysische vreemde delen vormen zeer zelden een acuut risico voor de gezondheid. De meest voorkomende pesticiden op ui zijn maleïnehydrazide, fluopyram en fipronil. Incidenteel kan de maximaal toelaatbare hoeveelheid van een pesticide overschreden worden, maar dit heeft geen acute nadelige gezondheidsgevolgen. Van zware metalen is er alleen Europese wetgeving voor gehaltes aan lood en cadmium in ui. Microbiologische gevaren voor de processen zijn gerelateerd aan vegetatieve cellen, toxines of sporen van pathogenen. Vegetatieve cellen zijn alleen een risico voor onverhitte vezelfracties of na kruisbesmetting. Toxines kunnen nog actief zijn na stoomdestillatie en ook na pasteurisatie van eiwitpasta. Hetzelfde geldt voor de sporen van bacteriën. Om ontkieming van sporen te voorkomen moet de uienstroom boven 48 °C gehouden worden of snel worden gekoeld .
MULTIFILE
Het expliciteren van duurzaamheidsbeleid is van groot belang voor woningcorporaties. Corporaties horen maatschappelijk verantwoord te ondernemen, maar het is van belang te bedenken dat dit directe invloed kan hebben op de betaalbaarheid en de kwaliteit van het wonen. Duurzaamheid is daarmee in feite een kernwaarde van woningcorporaties en daarmee ook een belangrijk onderwerp voor commissarissen van woningcorporaties. In deze handreiking worden aanknopingspunten gegeven waarmee Raden van Commissarissen1 (verder: RvC), in samenspraak met het bestuur, een toezichtskader op duurzaamheid kunnen formuleren. De handreiking vormt daarmee een thematische verbijzondering van de algemene handreiking voor het toezicht- en toetsingskader van woningcorporaties.
DOCUMENT
Met de toenemende drukte in de stad neemt ook het autogebruik toe. Deze toename zorgt voor extra druk op de veiligheid en gezondheid voor mens en natuur. Om de negatieve impact van verkeer te mitigeren kan gekeken worden naar strengere eisen aan hinder en uitstoot. Met Smooth Traffic Management (STM) wordt gewerkt aan het verminderen van de negatieve verkeerseffecten rond ‘gevoelige locaties’ door bestuurders middels een navigatiesysteem een alternatieve, omgevingsbewuste route aan te bieden.
DOCUMENT
Gezondheidsproblemen, zoals overgewicht, roken en diabetes komen veelvuldig voor in de Nederlandse samenleving. Om het aantal gezondheidsproblemen terug te dringen is er in de afgelopen jaren gekozen voor een leefstijlbenadering. In een leefstijlbenadering staat niet één punt centraal dat moet veranderen aan het ongewenste gedrag (bijvoorbeeld stoppen met roken), maar een complex van gedragingen en gewoonten. Wanneer er veranderingen optreden zijn deze een krachtigere voorspeller van uiteindelijke gezondheidseffecten, dan veranderingen die het gevolg zijn van een enkelvoudige benadering. Het bewerkstelligen van deze veranderingen lijkt echter moeilijker. Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) zet daarom verschillende maatregelen in om de leefstijl van de Nederlandse bevolking te veranderen. Eén van de middelen is het subsidiëren van campagnes waarin de (ongezonde) leefstijl centraal staat. Deze 'leefstijlcampagnes' hebben tot doel om de Nederlandse bevolking bewust te maken van de gezondheidsnorm en het aanzetten tot een gezonder leefpatroon. Of deze campagnes effect sorteren in de samenleving wordt in grote mate bepaald door de keuzes die gemaakt zijn tijdens de ontwikkeling ervan. Hierbij gaat het dan niet zozeer om waar het campagneteam voor kiest, maar het waarom van de keuze. Keuzes dienen idealiter niet alleen gebaseerd te worden op (praktijk)ervaring en intuïtie, maar ook op wetenschappelijke theorieën. Het gebruik van theorieën wordt in de praktijk echter vaak als iets lastigs ervaren, zoals een respondent in dit onderzoek het verwoordde: 'Je hebt een soort water en olie naast elkaar, dat mengt niet vanzelf'.
DOCUMENT
Publicatie bij de rede van Jasmijn Holla, in verkorte vorm uitgesproken bij de aanvaarding van de functie van lector Kracht van Sport en Bewegen aan Hoogeschool Inholland in Haarlem op 23 juni 2022. Het lectoraat Kracht van Sport en Bewegen richt zich met praktijkgericht onderzoek op het benutten van de potentiële gezondheidswaarde en sociaal-maatschappelijke waarde van sport, bewegen en een gezonde leefstijl. In aansluiting op de uitstroomprofielen van de bacheloropleiding Sportkunde, waaraan het lectoraat nauw verbonden is, heeft het lectoraat speciale aandacht voor het stimuleren van sport, bewegen en een gezonde leefstijl in de zorg, de wijk en op het werk. In dit boekje worden de onderzoekslijnen 'Aangepast Sporten en Bewegen', 'Sport en Maatschappij' en 'Gezondheidsmanagement' beschreven. Aan de hand van de overkoepelende onderzoeksthema's leefstijl, technologie en inclusie worden de achtergrond en visie gepresenteerd van waaruit het lectoraat werkt.
DOCUMENT