Inaugurele rede als Lector Precision Livestock Farming bij HAS hogeschool op 14 oktober 2016. PLF, in het Nederlands Precisielandbouw in de veehouderij, maakt gebruik van technologieën om diergedrag, diergezondheid, productie en milieubelasting continu te monitoren.
MULTIFILE
"De leiding van organisaties moet sturen om de voorspelde opbrengsten uit ICT te realiseren." en " De leiding van de organisatie moet hierbij opties hebben.". In één zin de reden om gestructureerd met portfolio's te werken en in één zin de kans, die het actief en systematisch werken met portfoliomanagement onze organisaties biedt. Dit boekje gaat over dit portfoliomanagement. Het is de weerslag van een onderzoek gedaan onder auspiciën van de kenniskring portfoliomanagement van het lectoraat ICT governance van Fontys hoge-school, school voor ICT.
In het voorjaar van 2018 is een peilingsonderzoek Engels uitgevoerd dat zicht geeft op de Engelse taalvaardigheid van groep 8-basisschoolleerlingen op het gebied van gesprekken voeren, luisteren, lezen en woordenschat. In dit onderzoek is ook aan de deelnemende basisschoolleraren (vanaf nu leerkrachten) gevraagd hoe ze hun Engelse taalvaardigheid inschatten, hoeveel Engels ze tijdens de lerarenopleiding basisonderwijs (vanaf nu lerarenopleiding) hebben gehad en hoe tevreden ze zijn over wat ze geleerd hebben. In dit artikel geven we deze resultaten weer en gaan we na wat er is veranderd ten opzichte van vorige peilingen. We concluderen dat de positie van Engels in het curriculum van de lerarenopleidingen sinds 2012 is versterkt en dat sprake is van een geringe stijging in de tevredenheid van leerkrachten over het onderwijs in Engels tijdens de opleiding. Het gebruik van Engels als doeltaal in de lessen op de basisschool en de zelf-inschatting die leerkrachten van hun luister-, lees-, schrijf- en spreekvaardigheid maken zijn echter weinig veranderd sinds 2012. In de herziene kennisbasis wordt het fundament gelegd voor een meer solide positie van Engels in het curriculum van de lerarenopleidingen. Zowel uniformering van de curricula Engels als borging van de invoering van de herziene kennisbasis Engels en het eindniveau Engels van studenten is van belang om een (verdere) positieve ontwikkeling in de resultaten te bewerkstelligen en leerlingen al vanaf de basisschool een goede basis van het Engels te kunnen bieden.
MULTIFILE
Het project Beter Voorbereid optimaliseert, onderzoekt en verduurzaamt de e-health applicatie BeterVoorbereid om het preoperatieve zorgtraject te ondersteunen. Goede voorbereiding is het halve werk. Dit geldt ook voor patiënten op de wachtlijst voor een chirurgische ingreep. Onderzoek laat zien dat een sneller herstel gerelateerd is aan een goede gezondheidsstatus voorafgaand aan een operatie. Het aanpassen van leefstijl en fysieke conditie voor een operatie is daarom effectief in het verbeteren van fysiek functioneren na de operatie. Het blijkt echter lastig om patiënten goed te informeren in de hectische periode voor een operatie. Onderzoek laat zien dat slechts 15% van de gegeven informatie wordt onthouden. Daarnaast is het voor tweedelijns fysiotherapeuten lastig om gepaste zorg te organiseren voor de patiënt in zijn/haar woonomgeving. Dit heeft er toe geleid dat vanuit de (ziekenhuis)fysiotherapie het initiatief is genomen om samen met MKB partijen op zoek te gaan naar een mogelijke oplossing. Uit dit initiatief is de app BeterVoorbereid voort gekomen. Deze app bevat gepaste adviezen om de leefstijl en fysieke conditie van patiënten te verbeteren, en een koppeling naar een platform waar eerstelijns fysiotherapeut hun expertise aanbieden voor aanvullende persoonlijke begeleiding. De eerste versie van de app is in 2019 in een pilot getest. Op basis van resultaten en feedback uit de pilot is de app verder gepersonaliseerd en is in juni 2020 gestart met de grootschalige multicenter RCT. Het onderzoek Beter Voorbereid richt zich op de randvoorwaarden voor een duurzame implementatie van de app en de daaraan gekoppelde zorg door 1) het personaliseren van de app, 2) het opzetten van een preoperatief netwerk, 3) onderzoek naar de effectiviteit op patiëntuitkomsten en 4) inzet op implementatie en businessmodellen van de innovatie. In alle werkpakketten wordt zowel onderwijs als de beroepspraktijk vanaf het begin van het project actief betrokken.
De toestroom van mensen met een gewichtsgerelateerd gezondheidsrisico naar de Gecombineerde Leefstijl Interventie (GLI) komt op gang; inmiddels zijn bijna 40.000 mensen aangehaakt. Een kwart hiervan bevindt zich in de onderhoudsfase. Dit is de laatste fase van een tweejarige GLI, waarin HBO-geregistreerde leefstijlcoaches sturen op het behoud van gezond gedrag. Ze voeren hiertoe face-to-face gesprekken, groepsgesprekken of zetten e-coaching in. Het RAAK-project ‘inzet Technologie voor Leefstijl Coaches (iTLC) heeft laten zien dat e-coaching via het digitale platform eCoachGids een prettig hulpmiddel kan zijn tijdens het GLI-begeleidingstraject. Op dit moment mist de eCoachGids specifieke aandacht voor blijvende gedragsverandering. GLI-aanbieders geven aan tools te missen om hun cliënten juist in de onderhoudsfase passend te ondersteunen. Het project ‘Gezond Verder’ speelt in op die behoefte en beantwoordt de onderzoeksvraag: ‘Wat is de optimale inhoud en bruikbaarheid van een digitaal ondersteuningsplatform voor GLI-aanbieders om volwassenen te ondersteunen bij een blijvend gezonde leefstijl?’ Het project resulteert in een doorontwikkeling van de bestaande eCoachGids op basis van nieuwe kennis over wensen, behoeften en passende gedragsveranderingsmethoden in de onderhoudsfase van de GLI. Hiertoe wordt een cohort van GLI-deelnemers opgericht om de gezondheidsstatus ook na de GLI te kunnen monitoren. Vanuit dit cohort worden specifieke wensen en behoeften opgehaald over ondersteuning bij blijvende gedragsverandering; ook de begeleidende GLI-aanbieders worden bevraagd. Vervolgens worden de opgehaalde wensen en behoeften gekoppeld aan een passend theoretisch raamwerk om behoud van gedrag te kunnen realiseren. We inventariseren bestaande tools die aansluiten bij het geïdentificeerde raamwerk. Tenslotte zal de laatste fase van het project zich richten op de ontwikkeling en het testen van nieuwe tools die het bestaande ondersteuningsplatform kunnen verrijken, specifiek voor de laatste fase van de GLI. Gedurende het hele project is aandacht voor kenniscirculatie binnen vier deelnemende Hogescholen, twee SPRONG-initiatieven, vijf participerende praktijkpartners, drie beroepsverenigingen en eindgebruikers van de GLI.
Artrose is in Nederland de snelst groeiende chronische aandoening, waarbij de knie het meest vaak is aangedaan. Knieartrose vormt een groot probleem in het dagelijks functioneren van deze groep. Patiënten met knieartrose ervaren pijn en stijfheid in het kniegewricht wat vaak resulteert in een neerwaartse spiraal van angst voor pijn, waardoor deze patiënten steeds minder doen en vervolgens minder kunnen. Daarmee heeft artrose een directe impact op het dagelijks leven en de algehele gezondheidsstatus. De fysiotherapeutische behandeling voor knieartrose bestaat uit informeren, leefstijladviezen en oefentherapie. Daarbij wordt ten doel gesteld om te voldoen aan de algemene beweegrichtlijnen. Gezien het belang van zelfmanagement bij deze chronische aandoening is het belangrijk dat patiënten thuis aan de slag gaan met oefen- en beweegadviezen. De effectiviteit van fysiotherapeutische zorg is voor een groot deel afhankelijk van patiënten hun therapietrouw aan de opgegeven frequentie, intensiteit en uitvoering van de oefen-adviezen. Echter is bekend dat therapietrouw aan oefen-adviezen over het algemeen laag is. Fysiotherapeuten geven aan dat zij in Virtual reality (VR) een mogelijke oplossing voor dit probleem zien. VR wordt in toenemende mate ingezet in de fysiotherapie. De inzet ervan is onder andere effectief gebleken bij patiënten met chronische pijn en nek-schouderklachten. Door een virtuele spelomgeving worden patiënten afgeleid van de pijn en verwachten fysiotherapeuten dat hun patiënten bovendien visueel worden ondersteund in het correct uitvoeren van oefeningen. Naar verwachting resulteert dit in betere therapietrouw en dus betere therapieresultaten. Er bestaat momenteel echter geen VR-omgeving voor knie oefeningen. Na het gezamenlijk ontwikkelen, met fysiotherapeuten, patiënten en studenten, van een prototype VR-omgeving waarin patiënten met knieartrose uitgedaagd worden om een aantal oefeningen kwalitatief goed uit te voeren, wordt een haalbaarheidsstudie uitgevoerd. Dit gebeurt door enerzijds de bruikbaarheid van VR binnen fysiotherapie voor knieartrose en anderzijds de validiteit van het VR-meetsysteem in kaart te brengen.