Beknopt overzicht van de geschiedenis van het schutterswezen in Zuid-Limburg
DOCUMENT
Voor de gilden in de Middeleeuwen was een opleiding op de werkplek de natuurlijke weg om door te groeien in het ambacht, meestal in samenwerking met andere gezellen en begeleid door ervaren meesters. We zien tegenwoordig veel pogingen om opnieuw de verbinding tussen beroepsonderwijs en de arbeidscontext te leggen. Mede door nieuwe mogelijkheden van ICT komt werkplekleren volgens het gildenmodel weer binnen bereik, zelfs bij de begeleiding van grote aantallen studenten. De onderwijspraktijk worstelt echter nog met de concrete inrichting van werkplekleren en de inzet van ICT. Het lectoraat ‘Werkplekleren en ICT’ ondersteunt deze praktijk met onderzoek naar didactische richtlijnen. Binnen het lectoraat spelen twee begrippen een sleutelrol, die dr. Hans Hummel in deze inaugurele rede verder uitwerkt: context en collaboratie. Context omdat het programma zich enerzijds richt op de ontwikkeling van authentieke taken, waarmee studenten problemen oplossen in concrete beroepssituaties. Collaboratie omdat het programma zich anderzijds richt op de inrichting van Communities of Practice waarin betrokkenen samenwerken en nadenken over deze taken en beroepssituaties
DOCUMENT
Onderzoek naar de ouderdom van de schutterijen van Heel en Panheel, eind 19e, begin 20e eeuw. Ook een instructie hoe men oude foto's zou kunnen interpreteren en analyseren.
DOCUMENT
1e alinea column: Hebt je je ook wel eens afgevraagd waarom mensen zoveel roddelen? Volgens mij heeft het er mee te maken dat je dan voor je gevoel samen 'gelijk' hebt. De anderen zitten echt fout! Iemand uitnodigen tot roddel is als uitnodiging om toe treden tot de winners, uiteraard ten koste van de losers. Ik vraag me wel eens af of we roddelen niet gewoon nodig hebben als simpele manier om jezelf winner te voelen, zo je mandje 'basic trust' voeden, als bron van sociale cohesie: 'conflict creates comfort'. Een kwestie van zelfmanifestatie. Wie durft immers echt op eigen inzicht te vertrouwen en werkelijk op zijn eigen stip te gaan staan als het er op aan komt? Dit mechanisme lijkt soms niet alleen op te gaan voor personen, maar ook voor de politiek en voor hele landen.
LINK
1e alinea column: Organisaties bestaan in feite omdat ze goedkoper dan de markt samenwerking organiseren. Dit eenvoudige gegeven ligt onder vrijwel alle analyses van de impact van Internet: Internet verlaagt de externe markttransactiekosten. Interne coördinatiekosten van de organisatie moeten dus naar beneden op straffe van verdampen van de organisatie. Dat dat proces in volle gang is getuigen de vele kostenbesparingsprogramma's en reorganisaties bij (grote) ondernemingen. Die zullen ook niet meer ophouden, voorspel ik je en uiteindelijk zullen de meeste corporates hele andere organisatieatie vormen krijgen, gebaseerd op P2P crowdsouring en zelfsturing. Hier trend 1 van 6.
LINK
1e alinea column: Internet, social media, en al dan niet location based mobiele data hebben impact op de zichtbaarheid van de burger als consument, op business logica modellen en op hoe organisaties eruit gaan zien qua inrichting om in deze veranderende markt te overleven. In deze column de veranderingen in vogelvlucht en in onderling verband.
LINK
Lezing gehouden tijdens congres "Wie beslist er over wat: congres over subsidiariteit en het middenbestuur in de 21e eeuw" op 19 december 2005.
DOCUMENT
Wie wil meetellen in de postindustriële samenleving doet er verstandig aan op tijd en voldoende te investeren in de ontwikkeling van zijn of haar unieke kennis en kunde. Immers meer en meer draait het in de kennismaatschappij om opbouw, onderhoud en versterking van het eigen competentievermogen. Wij menen dat ondanks allerlei goede ontwikkelingen aan de kant van scholen, toch het gevaar te groot is dat het beroepsonderwijs in zijn totaliteit niet voldoet aan de zich wijzigende behoeften van zowel individuen als bedrijven. We stellen daarom dat echte transformatie noodzakelijk is. Dit geldt in het bijzonder voor het technisch beroepsonderwijs omdat als oorzaak en gevolg van de veranderingen in eisen vooral de snelle technologische ontwikkelingen moeten worden beschouwd. Technische kennis en kunde moet dan ook nog eerder worden gemoderniseerd dan altijd al het geval was. Meer dan zoeken om welke technische kennis en kunde het precies gaat, lijkt systeeminnovatie aan de orde die zorgt voor een betere aansluiting op voortdurend veranderende omstandigheden. Hierbij komt bovendien dat achterblijven op technisch gebied de motor achter onze welvaartsontwikkeling, zal doen stokken.
DOCUMENT
Heerlen is een van de snelst verouderende gemeenten in Nederland. Bovendien is Heerlen een gemeente met een onevenredig groot aandeel mensen in een uitkeringssituatie die op of onder de grens van de armoede leven. Het aantal arme ouderen in Heerlen die van een laag of ontoereikend pensioen moeten rondkomen, is naar verwachting dan ook hoog. De verwachting is dus dat er in Heerlen een aanzienlijke groep ouderen is die als kwetsbare ouderen kunnen worden beschouwd. De WMO omschrijft in prestatieveld 3 de gemeentelijke taak om cliënten te informeren, te adviseren en te ondersteunen. Deze algemene taak wordt in dit onderzoek vertaald naar het armoedevraagstuk van ouderen in de gemeente Heerlen. Hoe kan de gemeente ouderen, die hetzij reeds onder de armoedegrens leven, hetzij dreigen daarin te komen ondersteunen om hun plek in de Heerlense samenleving in te vullen? Welke projecten zijn er die zich richten op deze doelgroep en hoe kunnen dergelijke projecten worden uitgevoerd door Heerlense diensten en instellingen, die zich op het terrein van het armoedevraagstuk bewegen? Voor ouderen is een gang naar de arbeidsmarkt om uit hun armoedesituatie te komen geen optie. Sociale activering van ouderen dient dan ook een ander karakter te hebben dan sociale activering bij ontvangers van een uitkering. Dit onderzoek zoekt naar manieren waarop de gemeente Heerlen haar ouderen – en specifiek haar arme ouderen – kan uitnodigen en ondersteunen om actief aan de samenleving deel te nemen. Anders gezegd – wat kan actief burgerschap betekenen voor ouderen op of onder de armoedegrens in Heerlen? Het onderzoek richt zich op de verbetering van de uitvoeringspraktijk van de gemeente Heerlen ten aanzien van ouderen, die op het sociale minimum of daaronder zitten. Speciale aandacht zal er in dit verband uitgaan naar de sociale activering van die ouderen. Hiertoe zullen ‘practices’ van elders onderzocht worden en geanalyseerd op hun bruikbaarheid voor de gemeente Heerlen. In dit onderzoek worden dus twee begrippen gecombineerd, namelijk het begrip kwetsbare ouderen met de aan elkaar verwante begrippen sociale activering en actief burgerschap.
DOCUMENT
Het plan van aanpak gepresenteerd in deze handreiking is bedoeld als leidraad voor het ontwerpen, ontwikkelen, implementeren en evalueren van verschillende Learning Communities binnen het RAAK-5 project Het Nieuwe Telen: gas erop! Het is bedoeld om zowel inzichten als instrumenten te bieden aan coördinatoren en facilitatoren voor de implementatie van de lokale Learning Communities gedurende het project. Deze handreiking is een noodzakelijke aanvulling op het project vanwege de prominente rol van Learning Communities binnen het project, maar ook omdat er geen wetenschappelijk gebaseerde ontwerpprincipes voor LC’s te vinden zijn. Er zijn veel projecten die Learning Communities uitvoeren, maar een grondige zoektocht naar literatuur en internetbronnen resulteerde niet in ontwerpprincipes.
DOCUMENT