Homoseksuelen hebben regelmatig last van agressie door jongeren. Hoe kunnen jongerenwerkers beter openstaan voor homoseksualiteit en optreden tegen homovijandigheid? In de loop van 2009 zijn tientallen Amsterdamse jongerenwerkers getraind volgens de methode "Dialoog Jongerenwerk en homoseksualiteit". Dit boekje doet met een methodiekbeschrijving verslag van dat Dialoogproject. Het Dialoogproject jongerenwerk en homoseksualiteit is een beschrijving van een methodiek van Youth Spot, COC Amsterdam en Marten Bos.
In het boek is een overzicht te vinden van de verschillende kenniscentra en lectoren van de HU. Per kenniscentrum worden de verschillende onderzoeksterreinen beschreven en de lectoren voorgesteld.
Honger is nog steeds een wereldwijd probleem, terwijl iedereen genoegte eten zou hebben als we het beschikbare voedsel goed zoudenverdelen en benutten, en het niet zouden verspillen. Maar alleen al inNederland gooien we ruim 33 kilo voedsel per persoon per jaar weg. Datmoet anders!Door voedsel slimmer te verpakken, kunnen we voedselverspilling énonnodig verpakkingsafval voorkomen. Binnen het project Goed Verpakthebben we verschillende partijen samengebracht om integraal aan ditonderwerp te werken. Het breed samengestelde consortium bestond uitkennisinstellingen, producenten van aardappels, groente en fruit,producenten van maaltijden en portieverpakkingen, producenten vanverpakkingsmaterialen en een brancheorganisatie.Onze centrale onderzoeksvraag was:Hoe kunnen bedrijven in de voedingssector op een meer duurzamemanier in de behoefte van de eindgebruiker voorzien, waarbij degekozen totaaloplossing van de product-verpakkingscombinatie pastbinnen een circulaire economie en aansluit bij de vereisten van de heleketen?Samen hebben we naar slimmere product-verpakkingscombinatiesgezocht, waarbij we hebben geanalyseerd welke duurzaamheidsdilemma’s partijen in de keten ervaren en hoe we die kunnen oplossen of wegnemen. Daarbij hebben we ook in beeld gebracht wat de betrokken partijen zelf kunnen doen en wat zij voor elkaar kunnen krijgen door een nauwere samenwerking binnen de keten.Voor slimmere product-verpakkingscombinaties is ook de overheid eenonmisbare partner. Onduidelijkheid, een gebrek aan daadkracht en teeenzijdige wet- en regelgeving werken averechts en ondermijnen hetstreven naar meer duurzaamheid binnen de sector. Beleidsmakersonderschatten de expertise die nodig is om dit goed te regelen.Meer verduurzaming is dus vooral een kwestie van nauwersamenwerken. Met partners binnen de branche, met interessantepartijen buiten de branche én met de overheid. We formuleren in ditdocument alvast onze negen gouden regels van integraal duurzaamverpakken.Daarnaast blijven de betrokken kennisinstellingen onderzoek doen naardit onderwerp. Bijvoorbeeld naar consumentengedrag en –intenties ennaar de inzet van de Rethink-methode voor het herontwerpen vanproduct-verpakkingscombinaties. Zo zorgen alle betrokken partners voor een circulaire toekomst waarin voedsel steeds slimmer verpakt wordt en we met een minimum aan afval zo veel mogelijk voedsel beschikbaar maken voor iedereen.
MULTIFILE
Het doel van Goed Verpakt is om bij te dragen aan de integrale verduurzaming van product-verpakkingscombinaties in de voedingsindustrie. Een vierde van het voedsel wordt jaarlijks verspild in Nederland en voedselverspilling is in Europa verantwoordelijk voor 6% van de totale uitstoot van broeikasgassen door menselijke activiteit. Tegelijkertijd leidt een groot deel van de wereldbevolking nog steeds honger en is het dus eigenlijk schandalig hoe onverantwoord we met ons voedsel omgaan. Slim verpakken kan leiden tot het verminderen van voedselverspilling, maar ook tot meer verpakkingsafval. Vandaag de dag vragen consumentenbehoeftes om nieuwe verpakkingen (bv. handzamere sluitbaarheid voor ouderen, kleinere portieverpakkingen, kant-en-klaarmaaltijden) die bijna altijd minder duurzaam zijn. Echter; slechts 10% van de klimaatimpact van product-verpakkingscombinaties is gerelateerd aan de verpakking van voedsel - mits deze op verantwoorde wijze wordt ingezameld - terwijl het achtergebleven voedsel (afval) een impact heeft van 90%. Daarom is het zaak om (voedsel)product en verpakking niet los van elkaar te zien, maar integraal naar product-verpakkingscombinaties te kijken. State-of-the-art onderzoek laat zien dat op deelonderwerpen kennis beschikbaar is - onder meer kennis van theoretische verduurzamingstrategieën met betrekking tot recycling van materialen, van het berekenen van de klimaatimpact van verpakkingen en het mogelijke onderdeel van achterblijvend voedsel - echter het ontbreekt aan integrale kennis waarmee mkb-bedrijven een goede afweging kunnen maken bij de ontwikkeling van product-verpakkingscombinaties. Om die kennis kloof te dichten richt ons onderzoek zich allereerst op het achterhalen van tegen welke trade-offs zoals houdbaarheid, materiaal gebruik en consumentenperceptie bedrijven aanlopen. Daarna bekijken we welke ontwerpstrategieën als Reuse, Reduce en Recycle bijdragen aan het omgaan met de trade-offs bij het verduurzamen van (bestaande) product-verpakkingscombinaties in twee verschillende voedingsketens/sub-sectoren. Als laatste verkennen we hoe de voedingsindustrie en de verpakkingsbranche samenwerken om tot vernieuwende systemische oplossingen voor het verpakken van voedsel te komen (ontwerpstrategie Rethink).
In het onderzoeksproject ZINnig: Innovatie van taaltherapie voor kinderen met complexe taalproblemen zijn samen met de HU lectoraten Logopedie en Betekenisvol Digitaal Innoveren, 10 mkb-logopediepraktijken, Universiteit Utrecht, beroepsvereniging NVLF, Hanzehogeschool Groningen en Koninklijke Auris Groep (speciaal onderwijs voor kinderen met taalontwikkelingsstoornissen (TOS) tools ontwikkeld voor logopedisten die werken met kinderen van 7-10 jaar met een taalontwikkelingsstoornis. Deze kinderen hebben vaak persisterende grammaticale problemen. Uit de vraagarticulatie bleek dat logopedisten handelingsverlegenheid ervaarden door een gebrek aan kennis en vaardigheden m.b.t. de grammaticale ontwikkeling en het uitvoeren van spontane taalanalyses (STA) bij deze leeftijdsgroep. Daarnaast is er weinig geschikt behandelmateriaal voor deze doelgroep. STA is de gouden standaard voor het opstellen van grammaticale behandeldoelen. Logopedisten hebben daarvoor kennis en vaardigheden nodig, maar ook tijd. Voor Nederlandse kindertaal bestonden er nog geen tools om STA slimmer en sneller uit te voeren. Binnen ZINnig is daarom een prototype van een webapplicatie STA (SponTaal) en een digitale Handreiking STA ontwikkeld. Deze tools bieden logopedisten meer inzicht in de grammaticale problemen van kinderen met TOS en hulp bij het opstellen van geschikte behandeldoelen. Daarnaast hebben we een behandelmethode met een serious game (WaanZINnig) ontwikkeld voor de doelgroep, om spelenderwijs aan die grammaticale behandeldoelen te werken. Logopedisten en kinderen met TOS zijn betrokken bij thema, vormgeving, speldoelen en leerdoelen van de game. In deze game staat het expliciet leren van grammaticale regels voorop. De logopedist kan geschikte behandeldoelen selecteren, en de kinderen leren zinnen bouwen in een uitdagende spelvorm. De geplande bruikbaarheidstudie met de game is i.v.m. Covid-19 vertraagd. Het werkveld toont veel belangstelling voor de game, zoals blijkt uit presentaties en berichten op sociale media. Met deze Impuls aanvraag willen we de geplande bruikbaarheidstudie alsnog uitvoeren, met aanpassingen, om aan te sluiten bij recente online telelogopedie ontwikkelingen om zo het prototype verder te kunnen verbeteren.