Artikel waarin kort geschetst wordt op welke wijze semantisch georiënteerd grammaticaonderwijs op het v.o. gebruikt kan worden. Beknopte achtergrond bij de workshop over semantisch grammaticaonderwijs op de 26e HSN-conferentie in Brugge.
MULTIFILE
Artikel dat een stand van zaken geeft van (onderzoek naar en implementatie van) semantisch grammaticaonderwijs in het voortgezet onderwijs. Tevens wordt in dit artikel ingegaan op de semantische benadering van voorzetsels. Dit artikel vormt achtergrondinformatie bij de workshop die ik op 29-11-2013 op de HSN-conferentie op de Hogeschool van Utrecht heb gegeven.
MULTIFILE
Dit artikel doet verslag van een kleinschalig onderzoek naar de wijze waarop de semantiek gebruikt zou kunnen worden om tot betekenisvoller ontleedonderwijs te komen. Voor dat onderzoek zijn twee vmbo-t/havo-brugklassen van het Valuascollege te Venlo met elkaar vergeleken: in de experimentele groep is gewerkt met semantisch georiënteerd materiaal; in de controlegroep is gewerkt op basis van de leergang Nieuw Nederlands, 4e editie (Barends et al. 2006), soms aangevuld met eigen oefenmateriaal in de stijl van de leergang. Om er zeker van te zijn dat beide groepen vergelijkbaar waren, is een voormeting gedaan, waaruit is gebleken dat de verschillen in grammaticaal inzicht tussen beide groepen minimaal waren. Aan het eind vond een nameting plaats in beide klassen. Hieruit bleek dat de experimentele groep, die gewerkt heeft op basis van de semantiek, aanmerkelijk hoger scoorde op drie punten: het ‘gewone’ redekundige ontleden, het herkennen van dubbelzinnige zinnen en het bouwen van zinnen volgens bepaalde patronen.
MULTIFILE
Teacher beliefs have been shown to play a major role in shaping educational practice, especially in the area of grammar teaching―an area of language education that teachers have particularly strong views on. Traditional grammar education is regularly criticized for its focus on rules-of-thumb rather than on insights from modern linguistics, and for its focus on lower order thinking. A growing body of literature on grammar teaching promotes the opposite, arguing for more linguistic conceptual knowledge and reflective or higher order thinking in grammar pedagogy. In the Netherlands, this discussion plays an important role in the national development of a new curriculum. This study explores current Dutch teachers’ beliefs on the use of modern linguistic concepts and reflective judgment in grammar teaching. To this end, we conducted a questionnaire among 110 Dutch language teachers from secondary education and analyzed contemporary school textbooks likely to reflect existing teachers’ beliefs. Results indicate that teachers generally appear to favor stimulating reflective judgement in grammar teaching, although implementing activities aimed at fostering reflective thinking seems to be difficult for two reasons: (1) existing textbooks fail to implement sufficient concepts from modern linguistics, nor do they stimulate reflective thinking; (2) teachers lack sufficient conceptual knowledge from linguistics necessary to adequately address reflective thinking.
DOCUMENT
Orthography is considered to be a major problem in Dutch education, since many pupils don’t seem to be able to master orthographic rules, even after years of education. In educational literature it is argued that the problems related to spelling are caused by approaches that focus more on rules of thumb than on linguistic insights. This is somewhat remarkable, since a good understanding of the Dutch orthographic system requires a fair amount of morphological knowledge. In order to effectively implement this knowledge, the development of a morphological awareness (MA) seems to be required. Therefore, a short intervention was designed for the upper levels of secondary schools (4 havo) which aimed to foster MA and, subsequently, improve orthographic skills. Results of this quasi-experimental study indicate that a short intervention can significantly boost MA, but that students don’t seem to be able to use MA effectively to enhance spelling performance.
DOCUMENT
When teaching grammar, one of the biggest challenges teachers face is how to make their students achieve conceptual understanding. Some scholars have argued that metaconcepts from theoretical linguistics should be used to pedagogically and conceptually enrich traditional L1 grammar teaching, generating more opportunities for conceptual understanding. However, no empirical evidence exists to support this theoretical position. The current study is the first to explore the role of linguistic metaconcepts in the grammatical reasoning of university students of Dutch Language and Literature. Its goal was to gain a better understanding of the characteristics of students’ grammatical conceptual knowledge and reasoning and to investigate whether students’ reasoning benefits from an intervention that related linguistic metaconcepts to concepts from traditional grammar. Results indicate, among other things, that using explicit linguistic metaconcepts and explicit concepts from traditional grammar is a powerful contributor to the quality of students’ grammatical reasoning. Moreover, the intervention significantly improved students’ use of linguistic metaconcepts.
DOCUMENT
Nederlands is een kernvak op school dat een belangrijke rol speelt bij de ontwikkeling van taalvaardigheid van alle leerlingen. Inzicht in de grammatica van een taal kan daaraan bijdragen. Het huidige grammaticaonderwijs in scholen is echter nog (te) vaak gericht op het leren van ezelbruggetjes, trucjes en ‘teaching to the test’, en draagt in die vorm nauwelijks bij aan taalinzicht van leerlingen. Leraren weten vaak niet goed hoe ze grammaticaonderwijs op een betekenisvolle manier kunnen vormgeven en leerlingen begrijpen vaak niet waar ze grammatica voor nodig hebben. Uit onderzoek bij vwo-leerlingen blijkt dat grammaticaonderwijs betekenisvoller wordt door het gebruik van zogeheten ‘metaconcepten’ en het stimuleren van grammaticale redeneervaardigheid. Een dergelijke benadering leidt bij die leerlingenpopulatie eveneens tot sterke verbeteringen in het redeneren over grammaticale problemen, en daarmee tot een dieper inzicht in de materie. Over de invloed van een ‘metaconceptuele’ didactische aanpak gericht op taalinzicht van vmbo-leerlingen is echter nog weinig bekend, terwijl juist bij deze leerlingen de ontwikkeling van taalvaardigheid doorgaans extra aandacht vraagt. Taalbeheersing speelt immers een belangrijke rol in kansen en mogelijkheden die leerlingen zowel tijdens als na hun schoolloopbaan krijgen. Het hier voorgestelde onderzoek heeft als doel betekenisgericht grammaticaonderwijs te ontwikkelen voor vmbo-kaderleerlingen. In de eerste fase van het project wordt de Lesson Study-methodiek ingezet om grammaticaonderwijs voor vmbo-kader leerlingen te ontwerpen gericht op de ontwikkeling van taalinzicht en redeneervermogen en, parallel daaraan, de vakdidactische professionalisering van de deelnemende leraren Nederlands te stimuleren. Vervolgens wordt in de tweede fase van het project een quasi-experimenteel interventieonderzoek uitgevoerd om zicht te krijgen op de invloed van de ontworpen didactische aanpak op de ontwikkeling van het grammaticale inzicht en redeneervermogen van de onderzoeksgroep.
In het magazine “Blijven werken in onderwijs”, uitgebracht ter gelegenheid van het 4-jarig bestaan van het lectoraat Werken in Onderwijs, lees je meer over de vragen, inzichten, thema’s en mensen van het lectoraat.” Met bijdragen van: Mieke Koeslag-Kreunen, Saskia Brokamp, Patricia Brouwer,, Angela de Jong, Kaoutar El Khatoutti, Elsemarijn Ippel, Mees Kok, Maaike Koopman, Anneke Offereins, Tamar Tas, Edy van Renselaar, Bibi van Wolput
LINK
Een competent NT2-docent houdt ontwikkelingen in zijn/haar vakgebied bij: professionaliseren is een must. Wanneer onderwijsprofessionals kennisnemen van inzichten uit onderzoek over wat werkt (en wat niet), kunnen zij hun onderwijs ‘evidence-informed’ vormgeven en vernieuwen. Dat vereist natuurlijk wel dat docenten weten wat werkt en daarvoor is toegang tot wetenschappelijke kennis nodig. Internationaal onderzoek laat echter zien dat het professionals in de onderwijspraktijk vaak schort aan tijd en middelen om kennis te nemen van de nieuwste wetenschappelijke inzichten. Een gevolg daarvan zou kunnen zijn dat het onderwijs te weinig vernieuwt en/of dat vernieuwingen die wel plaatsvinden niet evidence-informed zijn. De onderwijsinspectie concludeerde recent dat het lerend vermogen van het onderwijs inderdaad relatief klein is in vergelijking met andere disciplines, en dat onderwijsvernieuwing te weinig systematisch plaatsvindt en onvoldoende duurzaam is (Inspectie van het onderwijs, 2019). Daar zijn ongetwijfeld vele redenen voor, maar één ervan is dat de afstand tussen onderwijs en onderzoek vrij groot is. Er vindt nog weinig kennisdeling plaats tussen wetenschap en de onderwijspraktijk in vergelijking met sommige andere disciplines.
DOCUMENT