Wanneer er een aardbeving heeft plaatsgevonden dan is het van belang dat veiligheidsdiensten en gebouwbeheerders snel een goed beeld hebben van de schade aan gebouwen en risico’s in het gebied.Sensortechnologie in combinatie met data over gebouwen en bewonersaantallen kan van grote meerwaarde zijn voor het snel verkrijgen van het risicobeeld. De meeste sensoren leveren echter technische data die voor crisismanagers moeilijk te interpreteren zijn. Er moet een vertaalslag plaatsvinden door ingenieurs en waarnemers in het veld, waardoor kostbare tijd verloren gaat. Het doelvan het Sensequake project was het ontwikkelen van een Decision Support System (DSS) dat na een aardbeving snel sensordata vertaalt naar inzichtelijke informatie over risico’s.Tijdens het project is het DSS ontwikkeld volgens een iteratieve aanpak. Elke twee maanden is er een demonstratie geweest van de resultaten van de verschillende partners. De Veiligheidsregio Groningen (VRG) heeft gefungeerd als belangrijkste leverancier van user requirements. Daarnaast is er een serie interviews gehouden met andere potentiële gebruikers zoals Groningen Seaports en de provincieGroningen. Het consortium heeft een gevorderde versie van het DSS ontwikkeld en gedemonstreerd bij de VRG. De verschillende partners hebben hier aan bijgedragen met deelresultaten zoals beschreven in 4.3. De VRG bevestigt dat in het geval van een zware aardbeving het gebruik van het DSS een forse tijdswinst zal opleveren. In plaats van het inspecteren van een gebied van 80 km2 kunnen de meetploegen gericht naar specifieke geocells met de indicatie van hoog risico gestuurd worden. Om het DSS in productie te kunnen nemen is oprichting van een bedrijf vereist dat de ontwikkeling kan voortzetten en de vereiste service levels kan garanderen. Lector Ihsan Bal onderzoekt momenteel de mogelijkheden om een startup te beginnen op het gebied van structural monitoring. Hij heeft hiervoor groen licht van de overige consortium partners. De laatste fase van het project is uitgevoerd ten tijde van de coronamaatregelen. Gelukkig is de impactbeperkt gebleven. De finale demo bij de Veiligheidsregio Groningen is online uitgevoerd. De partner Target is in een laat stadium uitgetreden omdat het project niet meer aansloot bij hun gewijzigde strategische koers.
In dit stuk gaan we zien wat Web 2.0 is, de invloed ervan op projectmanagement en meer specifiek op de wijze waarop ICT-projecten volgens de principes van Web 2.0 zouden kunnen worden uitgevoerd. Daarbij kijken we uiteraard ook naar de veranderende rollen van degenen die vaak betrokken worden in dergelijke projecten; natuurlijk de projectmanager zelf, maar ook ontwikkelaars en, typisch Web 2.0, de gebruiker. Tenslotte komen een aantal project management 2.0 applicaties aan bod, maar laten we beginnen met de elementaire zaken.
Het kennispunt Gelijke Kansen, Diversiteit en Inclusie (GKDI) van de MBO Raad is in 2021 gestart met Project 8, waarbij het kennispunt acht mbo scholen ondersteunde bij het maken, uitvoeren en evalueren van een integrale aanpak voor hun vraagstukken op het gebied van gelijke kansen, diversiteit en inclusie. De ondersteuning werd geboden in de vorm van advisering, coaching en expertise en een financiële ondersteuning van 25.000 Euro. Scholen konden zelf beslissen hoe ze de gelden zouden besteden (bijvoorbeeld in uren voor het actieteam). Scholen waren geacht om ook 25.000 Euro te investeren, ook hier waren ze vrij in de invulling van de besteding. Het doel van Project 8 was dat deelnemende scholen zich een aanpak eigen maken die hen ondersteunt bij het duurzaam bevorderen van gelijke kansen, diversiteit en inclusie op hun school. Met andere woorden, het project richtte zich op het aanleren van een methodiek die op elk vraagstuk met betrekking tot dit thema kan worden toegepast. Het accent lag dus nadrukkelijk niet op het vinden van snelle oplossingen voor urgente problemen met betrekking tot gelijke kansen, diversiteit en inclusie (GKDI), maar op het professionaliseren van de actieteams. Het doel was om hen in staat te stellen voortdurend te werken aan het creëren van een inclusieve leer- en werkomgeving.