Een bijna 11 procent lagere online omzet in januari 2023. Dat bracht het CBS onlangs naar buiten. En ook over heel 2022 daalde de online omzet met 7,6 procent. Is daarmee definitief een einde gekomen aan decennialange groei van het online winkelen? Of is het simpelweg een correctie van de sterk gestegen online omzet als gevolg van de coronamaatregelen in 2020 en 2021? Ik denk het laatste.
LINK
Op dit moment zijn in de regio Amsterdam drie individuele trainingen beschikbaar om kinderen met gedragsproblemen te ondersteunen: SPRINT, 3x Groei en Alles Kidzzz. SPRINT maakt deel uit van het basispakket van het Ouder- en Kindteam, ook 3x Groei is een training die vanuit het Ouder- en Kindteam wordt aangeboden. Alles Kidzzz wordt aangeboden door Punt P en Prezens. Alle drie de trainingen richten zich op externaliserende gedragsproblemen bij kinderen in de basisschoolleeftijd. Het Ouder- en Kindteam zoekt een training die (a) zich richt op kinderen met gedragsproblemen die (b) zich zowel op school als thuis voordoen, die (c) op school of thuis gesignaleerd worden en die (d) tevens naar voren komen uit een screening. Het gaat om gedragsproblemen (e) waarbij een lichtere interventie – zoals extra aandacht van de leerkracht of gesprekken met ouders en kinderen - niet werkt en waarbij een groepstraining geen optie is. Om een zo sluitend mogelijk aanbod te kunnen bieden heeft het Ouder- en Kindteam aan het Kennisportaal gevraagd de volgende vragen na te gaan:1. Zijn de trainingen geschikt voor de door het Ouder- en Kindteam omschreven doelgroep en wordt deze doelgroep ook feitelijk bereikt?2. In welke opzichten verschillen de trainingen van elkaar?3. Wat zijn de voor- en nadelen van de trainingen?In het rapport staan de antwoorden op bovenstaande vragen in drie hoofdstukken uitgewerkt. Aan het einde van het rapport wordt een overkoepelende conclusie gegeven. De informatie is verzameld op basis van (a) onderzoek van beschikbare documenten, (b) gesprekken met ouder- en kind adviseurs die betrokken zijn bij de trainingen, (c) gesprekken met trainers die de trainingen uitvoeren, en (d) gesprekken met de licentiehouder van twee van de trainingen.
In dit project verricht het lectoraat Familiebedrijven van Hogeschool Windesheim samen met de Hogeschool Utrecht, Hogeschool van Amsterdam, CUMELA, de Jong & Laan en MKB familiebedrijven praktijkgericht onderzoek naar financiering en besluitvorming bij MKB familiebedrijven. Nu banken vanwege de economische crisis terughoudender zijn geworden in kredietverlening en hun financieringseisen hebben verzwaard, zijn meer bedrijven aangewezen op eigen middelen en familiekapitaal. Vormen van zelf-financiering worden steeds belangrijker om groei en continuïteit van MKB familiebedrijven te waarborgen. Met name bij de overdracht van kapitaalintensieve MKB familiebedrijven worden complexe financieringsconstructies bedacht om de overname mogelijk te maken. Vaak wordt hierbij onvoldoende nagedacht over het onderscheid tussen de verschillende rollen die familieleden kunnen hebben als ze met hun vermogen in het bedrijf zitten (eigenaar of andere vermogensverschaffer, familielid, directielid, werknemer). Hierdoor kan onduidelijkheid ontstaan over onderwerpen zoals besluitvorming, rendement op vermogen, zeggenschap en beloningsstructuren, waardoor op termijn conflicten kunnen ontstaan. Daarnaast kan de besturing van ondernemingen door de verschillende belangen van vermogensverschaffers in negatieve zin worden beïnvloed en kan dit (op termijn) de continuïteit, wendbaarheid en groei van ondernemingen in gevaar brengen. Zowel in de praktijk als in het onderzoek ontbreekt het aan kennis over hoe met deze problematiek kan worden omgegaan. Dit project heeft daarom tot doel om samen met de projectpartners nieuwe kennis te ontwikkelen rond zelf-financiering en besluitvorming in MKB familiebedrijven. Door middel van ontwerpgericht praktijkonderzoek wordt bestaande en nieuwe kennis over de rol van zelf-financiering en de positie van eigenaren omgezet in oplossingsrichtingen ter verbetering van de besluitvorming in MKB familiebedrijven. Door het monitoren van de uitgevoerde interventies zal worden vastgesteld of de oplossingsrichtingen in de praktijk werken. De kennis die uit dit project voortkomt beoogt daarmee het handelingsvermogen van eigenaren en directieleden te vergroten en zelf-financiering als mogelijke financieringsbron effectiever te maken.
Diverse partijen, zowel marktpartijen als kennisinstellingen, gaan in 2020 samenwerken in een pilot om te toetsen in hoeverre zij de plant kardoen (familie van de artisjok distel) in haar volle potentieel kunnen gebruiken voor diverse commerciële doeleinden, zoals bloemen, voedsel, composiet en een lamp. Er wordt in deze pilot onderzoek gedaan naar: - Gebruik van reststromen als bodemverbeteraar - Teelt van kardoen - Verwerking van kardoen
Aanleiding: De belangstelling voor gezonde en veilige voeding is groot. Bij de gezondheidseffecten van voeding spelen de darmen een cruciale rol. Verschillende soorten bedrijven hebben behoefte aan natuurgetrouwe testmodellen om de effecten van voeding op de darmen te bestuderen. Ze zijn vooral op zoek naar modellen waarvan de uitkomsten direct vertaalbaar zijn naar het doelorganisme (de mens of bijvoorbeeld het varken) en die niet gebruikmaken van kostbare en maatschappelijke beladen dierproeven. Doelstelling Het project 2-REAL-GUTS heeft als doel om twee innovatieve dierproefvrije darmmodellen geschikt te maken voor onderzoek naar voedingsconcepten en -ingrediënten. De twee darmmodellen die worden toegepast zijn darmorganoïden, minidarmorgaantjes bestaande uit stamcellen, en darmexplants bestaande uit hele stukjes darm verkregen uit relevante organismen. Beide modellen hebben potentieel heel uitgebreide toepassingsmogelijkheden en hebben ook grote voordelen ten opzichte van de huidige veelgebruikte cellijnen, omdat ze meerdere in de darm aanwezige celtypen bevatten en uit verschillende specifieke darmregio's te verkrijgen zijn. Gezamenlijk gaan de partners werken aan: 1) het aanpassen van de kweekomstandigheden zodat darmmodellen geschikt worden om de vragen van partners te beantwoorden; 2) het vaststellen van de toepassingsmogelijkheden van de darmmodellen door verschillende stoffen en producten te testen. Beoogde resultaten Kennisconferenties, publicaties en exploitatie van de modellen zullen zorgen voor het verspreiden van de opgedane kennis. Omdat het project gebruikmaakt van moderne, op de toekomst gerichte laboratoriumtechnieken (kweekmethoden met stamcellen en vitaal weefsel, moleculaire analyses en microscopie), leent het zich uitstekend om geïmplementeerd te worden in het hbo-onderwijs. Als spin-off zal het project dan ook voorzien in een specifieke, voor Nederland unieke hbo-minor op het gebied van stamcel- en aanverwante technologie (zoals organ-on-a-chiptechnologie).