Justitiële jeugdinrichtingen zijn volop bezig met de invoering van de methodiek Youturn. Joep Hanrath plaatst kanttekeningen bij de optimistische toon die met de invoering gepaard gaat. Hoe moeten groepsleiders gedrag van jongeren duiden? Dat gedrag is sterk afhankelijk van de situatie, betoogt Hanrath aan de hand van microsociologische verklaringen
DOCUMENT
In voorliggend sectorstudierapport gaat het om geweld jegens minderjarigen die in de periode van 1945 tot heden zijn geplaatst in instellingen voor minderjarigen met een licht verstandelijke beperking (LVB). Tegenwoordig heten deze instellingen orthopedagogische behandelcentra (OBC). Voorheen werden deze instellingen behandelinstituten, instellingen voor licht verstandelijk gehandicapte jeugdigen, zwakzinnigeninrichtingen of ‘debieleninternaten’ genoemd.1 In de periode van 1945 tot heden zijn er ook minderjarigen met een LVB geplaatst in instellingen in andere sectoren, zoals GGZ-instellingen, Justitiële Jeugdinrichtingen en residentiële instellingen die niet specifiek gericht zijn op minderjarigen met een LVB. Geweld jegens minderjarigen met een LVB in die sectoren is onderzocht in de andere sectorstudies van de Commissie Onderzoek naar Geweld in de Jeugdzorg, verder te noemen commissie. In dit hoofdstuk wordt allereerst de LVB-sector omschreven, net als de doelgroep van jongeren die in instellingen in deze sector geplaatst werden en worden. Daarna volgt een overzicht van de ontwikkelingen in de sector in de periode van 1945 tot heden, met speciale aandacht voor het financiële en wettelijke kader waarbinnen de OBC’s werken en gewerkt hebben. Vervolgens beschrijven we het onderzoeksproces en de specifieke onderzoekskeuzes voor deze sectorstudie en sluiten we af met de opbouw van dit rapport.
DOCUMENT
De schuldenproblematiek in Nederland is groot. Eén op de vijf huishoudens heeft risicovolle of problematische schulden (Westhof e.a. 2015). Dit wil zeggen dat er sprake is van serieuze schuldenproblematiek waarbij het meer (risicovol) of minder (problematisch) voor de hand ligt dat een huishouden de situatie op eigen kracht kan oplossen. Aanhoudende schuldenproblematiek werkt ondermijnend (Jungmann & Madern, 2017). Mensen gaan slechter functioneren in hun sociale netwerk, op de werkvloer en krijgen vaker gezondheidsproblemen. Bij mensen die onder reclasseringstoezicht staan is de problematiek groter. Ongeveer de helft heeft (hoge) schulden (Jungmann e.a. 2014). In deze bijdrage vragen wij aandacht voor het belang van een effectieve aanpak van schuldenproblematiek bij deze groep en werken we uit hoe dat vorm zou kunnen krijgen. Voorliggend hoofdstuk begint met een korte schets van de kennis die er is over de doorwerking van financiële problematiek op delinquent gedrag en het falen van het Nederlandse systeem van schuldhulpverlening voor cliënten in het gedwongen kader.
DOCUMENT
Dit liber amicorum is geschreven voor Anneke Menger, ter ere van haar afscheid als lector Werken in Justitieel Kader. De bijdragen zijn geschreven door mensen uit het werkveld, het onderwijs en door onderzoekers waarmee Anneke heeft samengewerkt. In de tien jaren dat Anneke Menger leiding heeft gegeven aan dit lectoraat hebben een groot aantal onderzoeken en methodieken voor de werkpraktijk het licht gezien, en heeft het lectoraat belangrijke ontwikkelingen in het onderwijs ondersteund en mede vormgegeven. Een aantal daarvan komen in deze bijdrage aan de orde. Inhoud: Allround lector - Lia van Doorn Op de schouders van een gigant - Jacqueline Bosker & Vivienne de Vogel Wordt vervolgd: werkalliantie in het gedwongen kader - Widya de Bakker & Annelies Sturm Bruikbaarheid van Menger’s werkalliantiemodel voor de justitiële jeugdinrichting - Joep Hanrath & Marie-José Geenen De professional als kennisbron - Lous Krechtig Professioneel beslissen in de forensisch sociale praktijk: ervaringskennis alleen is niet genoeg - Jacqueline Bosker Over theoretische kwaliteitscriteria voor risicotaxatie - Andrea Donker & Jacqueline Bosker ‘Everybody has won, and all must have prizes.’ Over de professionalisering van het reclasseringswerk in Nederland - Renée Henskens, Ada Andreas, Marleen Nieuwland, Jessica Westerik & Maarten van der Linde Een nieuwe methodiek voor het stimuleren van zelfstandig vertrek van vertrekplichtige vreemdelingen - Inge Toebosch De professional aan het woord; jeugdreclassering op zoek naar een nieuwe balans - Marlous de Vos & Marius van der Klei Geheimhouding binnen de relatie tussen reclasseringswerker en cliënt in historisch perspectief - Jaap A. van Vliet & Josien Leurdijk Continuïteit in de justitiële keten: Over knellende kaders, koudwatervrees en witte raven - Vivienne de Vogel Ontketen de zorg: het inzetten van Breed Inzetbare Professionals in de jeugdzorgketen - Fatima Yazami, Josje Dikkers & Vivienne de Vogel Onderwijs voor de forensisch sociale professional - Jacqueline Bosker, Joep Hanrath, Mirella Marks, Maaike de Boois & Simone van Egdom Een korte geschiedenis van de andragologie - Maaike de Boois Over het belang van materiële dienstverlening in het gedwongen kader - Nadja Jungmann, Marc Anderson & Tamara Madern Rehabilitatie in gedwongen kader: herstel van het goede leven - Jean Pierre Wilken Sociaal werk: Een mensenrechtenberoep bij uitstek? - Alicia Dibbets & Quirine Eijkman Een concept groslijst met maatschappelijke waarden van reclasseren - Attila Németh, Mark Dorenbusch, Irma Nibbelink, Michel Linnenbank & Alan Kabki
MULTIFILE
Deze bijdrage thematiseert het proces om mensen die door wat zich heeft voorgedaan in hun leven buiten de samenleving, onder toezicht van justitie zijn geplaatst, te ondersteunen weer burger te worden. Vaak is ons systeem van detinering, behandeling, reclassering en begeleiding, zo lijkt het, daar redelijk succesvol in. Veel mensen keren terug in de samenleving, al is dit voor een groot deel betrekkelijk onsuccesvol, getuige de hoge recidivepercentages18. Al jaren is de vraag hoe dit percentage terug te brengen is. Er is veel kennis beschikbaar over risicotaxatie en hoe te komen tot een plan van aanpak dat in potentie kans van slagen heeft. Maar de uitvoering is lang niet altijd succesvol19. Risicoarme rehabilitatie van forensische cliënten is complex. Dit komt door factoren aan de kant van de cliënt, zoals psychopathologie en een crimineel milieu, factoren in het forensisch systeem, zoals de competenties van de daar werkende professionals en de wijze waarop zorg en toezicht georganiseerd zijn, wet- en regelgeving en maatschappelijke factoren, zoals de moeite van de samenleving om mensen met een forensisch verleden weer te accepteren.
DOCUMENT
Eén van de voorbeelden van het versnipperd aanbieden van hulp is te vinden in de schoolverzuimketen. Schoolverzuim vergroot de kans op voortijdig schoolverlaten. Dit heeft een grote impact op de maatschappelijke kansen van een kind en zijn of haar toekomst. Schoolverzuim is een ernstig probleem dat snel en adequaat moet worden aangepakt. Zodra er sprake is van ongeoorloofd schoolverzuim, is dat een reden tot zorg. De kinderen die structureel van school verzuimen, hebben meer nodig dan enkel de eerstelijns zorg. Achter structureel schoolverzuim gaat vaak meervoudige (gezins-)problematiek schuil (Raad voor de Kinderbescherming, 2016). Door het versnipperd aanbieden van diensten verliezen kwetsbare kinderen het vertrouwen in de hulpverlening omdat het te lang duurt voordat een kwetsbaar kind passende en samenhangende hulp ontvangt (Verheijden & de Lange, 2016). In 2017 is vanuit de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) in samenwerking met Stichting Halt en Leerplicht in Haarlem een project ontwikkeld voor een nieuwe werkwijze rondom schoolverzuim, genaamd: “Ontketen de zorg, Breed Inzetbare Professional (BIP)”. Binnen dit project zal geëxperimenteerd worden met meer uitwisseling van kennis in de justitiële keten. Elke professional in de ketensamenwerking bezit kennis en vaardigheden op een bepaald vakgebied. Hoe mooi zou het zijn als de verschillende professionals hun kennis en vaardigheden bundelen en daarmee de cliënt nog beter van dienst kunnen zijn. Door interdisciplinaire samenwerking hoeft een cliënt niet meer doorverwezen te worden naar een ander loket in de keten (D’amour & Oandasan, 2005). De continuïteit in de justitiële keten kan daarmee geborgd worden. Het innovatieteam van het ministerie van Justitie & Veiligheid heeft dit project omarmd en heeft de financiering voor het project geboden.
DOCUMENT
Continuïteit in de justitiële keten is een thema dat momenteel sterk in de belangstelling staat. Wanneer de strafrechtelijke titel afloopt is het essentieel dat er een soepele overgang is naar eventuele vervolgvoorzieningen en/of maatschappelijke re-integratie middels goede huisvesting, werk en sociale inbedding. Continue zorg en begeleiding na detentie of een behandeling in gedwongen kader is essentieel om terugval in delicten, (zelf)destructief of overlastgevend gedrag te voorkomen. De belangen van goede aansluiting en samenwerking in de keten zijn dan ook groot voor de maatschappij en de cliënt zelf, maar ook voor zijn of haar omgeving en de betrokken professionals. Voor de cliënt is het belangrijk dat hij of zij zich gezien en gehoord blijft voelen en dat door de omgeving en professionals gesignaleerd en geïntervenieerd kan worden mocht het onverhoopt niet goed gaan.
DOCUMENT
Individueel gedrag met zekerheid voorspellen is onmogelijk. Dat geldt dus ook voor het voorspellen van crimineel gedrag en voor het voorspellen van recidive, de term waarmee het opnieuw vertonen van crimineel gedrag wordt aangeduid. Voorspellen kan dus niet, maar het inschatten of taxeren van het recidive-risico kan wel. Dat is zelfs een belangrijk onderdeel van het werk van professionals in de forensisch sociale praktijk omdat het helpt bij de basisvragen waar zij voor staan. In deze bijdrage bespreken we eerst drie belangrijke basisvragen voor de forensisch sociale professional. Vervolgens gaan we in op drie methoden van risicotaxatie en criteria en bespreken de overwegingen om hiertussen een keuze te maken. Daarna gaan we in op wat dit betekent voor de praktijk.
DOCUMENT