Uit de Managementsamenvatting: "In dit rapport beschrijven we de opzet en de uitkomsten van de evaluatie van het project Online Stagebegeleiding dat is uitgevoerd vanuit de Stimuleringsregeling Open en Online Onderwijs (projectcode O019-03). Het project had als doel om kennis te ontwikkelen over hoe online stagebegeleiding kan worden ingezet ter verrijking van werkplekleren in het hoger onderwijs. De conclusies en de daarop gebaseerde aanbevelingen presenteren wij in dit rapport met als doel de opgedane inzichten beschikbaar en inzichtelijk te maken voor geïnteresseerden in online onderwijs, stagebegeleiding of onderwijsinnovatie in het algemeen. Uit onderzoek blijkt dat goede begeleiding cruciaal is voor het succes van werkplekleren. Docenten zijn echter grotendeels niet op de werkplek aanwezig en hebben vaak (zeer) beperkte tijd om hun stagiairs te begeleiden. Daarbij is het voor studenten vaak moeilijk om hun leerproces op de stage te reguleren. In het project hebben wij de reeds bestaande Stage-App uitgebreid met functionaliteit voor docenten ter ondersteuning van de stagebegeleiding en hebben we deze ingezet in drie pilots."
Onderwijsvernieuwingen zijn vaak weinig succesvol. De reden is vaak onduidelijk. “We weten weinig over waarom iets wel of niet werkt”, stelt dr. Kristin Vanlommel, lector Organiseren van Verandering in Onderwijs bij Hogeschool Utrecht. Ondersteuning, monitoring en professionalisering kunnen volgens haar leiden tot minder veranderen maar wel met meer succes.
In het kader van het grootschalige project 'Health Noord' hebben wij een inventarisatie gemaakt van wat er zoal op de Hanzehogeschool gebeurt aan onderwijsinnovaties waar nieuwe (digitale) technologie bij betrokken is. Dit rapport biedt een beknopt verslag van het doel, de aanpak, het proces en de resultaten van deze inventarisatie.
We hebben als Gemeente Nijmegen, Radboud Universiteit (RU), Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) en ROC Nijmegen (ROC) de afgelopen jaren in gezamenlijkheid gewerkt aan het creëren van een rijke leeromgeving voor studenten en aan het bieden van een toegevoegde waarde voor de stad. Met behulp van de impulsfinanciering CDKM heeft CDKM Nijmegen sinds de ondertekening van de CDKM mooie resultaten geboekt. Wij hebben ervaring opgedaan met diverse interdisciplinaire en multi-level onderwijsprojecten in verschillende wijken, een netwerksamenwerking ontwikkeld en onderzoek gedaan naar de bijdrage van deze rijke leeromgevingen voor betrokkenen. Het is duidelijk geworden dat de betrokken kennisinstellingen en de gemeente Nijmegen het gedachtengoed van CDKM omarmen en het belang en de meerwaarde inzien van deze samenwerking (‘de stad als campus’). Maar het is ook duidelijk geworden dat deze samenwerking complex is, deze afstemming vraagt op meerdere niveaus binnen en tussen organisaties, en overbrugging vraagt van bestaande organisatiestructuren en onderwijssystemen. Om onze gezamenlijke ambitie daadwerkelijk te bereiken is een volgende, verdiepende stap nodig. Om uit de ‘probeer- en pilotfase’ te komen tot een duurzame verankering in de curricula, is het nodig om ons in deze fase nadrukkelijker te richten op de leeromgeving van de betrokken instellingen en wat daar nodig is. Het wegnemen van (o.a. bureaucratische) barrières is noodzakelijk om grootschalige inbedding van deze onderwijsinnovatie mogelijk te maken. Gezien de complexiteit pakken we dit vraagstuk aan in de organisaties zelf, en ontwikkelen we gerichte implementatieplannen die aansluiten bij de specifieke organisatiestructuur, mogelijkheden en knelpunten van de betreffende organisaties. Deze implementatieplannen per instelling ontwikkelen wij in nauwe afstemming met elkaar. Op verschillende kernthema’s gaan wij onze ambities aanscherpen en concretiseren om te komen tot een implementatieplan per betrokken partner, inclusief financieringsmodel. De huidige aanvraag is bedoeld om deze stap, om te komen tot concrete implementatieplannen, te faciliteren en te versnellen.