Deze studie kent de volgende opbouw. Voordat er concrete stappen gezet kunnen worden om onderwijs meer inclusief te maken, is het van belang om te weten waarom juist deze stappen gezet dienen te worden. Daarom gaan wij in hoofdstuk 2 eerst in op inzichten die een licht werpen op mechanismen die ten grondslag liggen aan interacties tussen studenten en docenten. Wij proberen hiermee wellicht onbewuste, en daarmee nauwelijks zichtbare processen die zich afspelen tussen docenten en studenten, in de schijnwerpers te plaatsen. Deze mechanismen uiten zich in zowel docent- als studentgedrag, die onderling ook weer op elkaar inwerken. In hoofdstuk 3 kijken we naar in onderzoek genoemde handelingsperspectieven voor docenten om een inclusieve leeromgeving tot stand te brengen en te bevorderen. En ten slotte in hoofdstuk 4 zullen we de theoretische bevindingen in een samenvattend hoofdstuk proberen in te bedden in de dagelijkse onderwijspraktijk.
DOCUMENT
Zowel Europees als landelijk zijn doelstellingen geformuleerd om het gebruik en emissie van bestrijdingsmiddelen te reduceren. Zo bestaat vanuit de Green Deal van de Europese Unie de visie dat de inzet van chemische bestrijdingsmiddelen in de landbouw met 50% wordt verminderd in 2030 De provincie Fryslân ondersteunt deze visie en wil de vermindering van het gebruik van bestrijdingsmiddelen faciliteren. De provincie heeft hogeschool Van Hall Larenstein en CLM Onderzoek en advies BV gevraagd om via onderzoek een strategisch advies op te stellen m.b.t. handelingsperspectief van de provincie om het middelengebruik, en daarmee de emissie, terug te dringen. Ten behoeve van dat advies is in deze studie allereerst is het huidige gebruik van bestrijdingsmiddelen door verschillende groepen (landbouw, hoveniers, particulieren, overheden, Prorail) in Fryslân geïnventariseerd. Ook is gekeken naar de effecten van het middelengebruik op het milieu, met name de kwaliteit van grond- en oppervlaktewater. Vervolgens is geïnventariseerd welke mogelijkheden er zijn om het gebruik te reduceren en wat het draagvlak van deze alternatieve maatregelen is bij met name vertegenwoordigers uit de landbouw. Daarnaast is een overzicht gemaakt van ontwikkelingen in monitoring en onderzoek, ten behoeve van (toekomstig) zicht op (trends in) gebruik en emissie. Op grond van de resultaten zijn tenslotte kansrijke handelingsperspectieven voor de provincie beschreven om het middelengebruik bij verschillende doelgroepen terug te dringen. Hierbij zijn wederom de verschillende gebruikersgroepen onderscheiden: overheden, de land- en tuinbouw, (hoveniers)bedrijven, (groot)grondbezitters en particulieren.
DOCUMENT
In deze publicatie trekken wij lessen uit de coronacrisis voor het sociaal domein. Daarbij schetsen wij zes handelingsperspectieven: • Werk vanaf de start samen met lokale partners • Ga in dialoog met diverse doelgroepen en zorg voor passende communicatie • Benut de veerkracht en het zelforganiserend vermogen van burgers • Wees als bestuurder en ambtenaar zichtbaar en benaderbaar • Duid de cijfers aan de hand van concrete verhalen • Leer van het positieve en benut het momentum Deze zes handelingsperspectieven onderschrijven het belang van samenwerking van de lokale overheid met uitvoerende zorg- en welzijnsorganisaties, met vrijwilligersorganisaties en met sleutelfiguren binnen wijken. Deze partijen hebben in de coronacrisis laten zien dat zij verschillende (kwetsbare) groepen kunnen bereiken en kunnen inspelen op hun behoeften.
MULTIFILE
De opkomst bij de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2022 in Nederland was historisch laag. In Den Haag lag de opkomst op 43 procent. Het opkomstpercentage verschilde sterk tussen wijken. Voor dit onderzoek zoomen we in op vijf wijken: Bouwlust en Vrederust; Laakkwartier en Spoorwijk (beide met een opkomst onder de 30 procent); Mariahoeve en Marlot; Staten- en Geuzenkwartier (opkomst rond het stedelijk gemiddelde) en de Vogelwijk (met 77 procent een relatief hoge opkomst). Doel en vraagstelling Het doel van het onderzoek is inzicht bieden in de beweegredenen van stemmers en niet-stemmers in verschillende wijken en het bieden van handelingsperspectieven voor de gemeenteraad, het college en de gemeentelijke organisatie. De drie hoofdvragen van het onderzoek zijn: - Wat zijn de motieven van stemmers en niet-stemmers? - Hoe kunnen we verschillen verklaren tussen wijken en groepen bewoners? - Welke handelingsperspectieven kunnen worden ontwikkeld, zowel voor het bevorderen van de opkomst als het vergroten van de betrokkenheid van bewoners bij de gemeentepolitiek?
DOCUMENT
Hogescholen zijn dienstbaar aan de samenleving, zo valt te lezen in de strategische onderwijsagenda van het hoger beroepsonderwijs. Maar wat houdt deze publieke functie precies in? Het gedachtegoed van politiek denker Hannah Arendt biedt docenten en beleidsmakers ten minste drie handelingsperspectieven. De auteur illustreert deze drie perspectieven met voorbeelden uit de onderwijspraktijk. http://henriettajoosten.nl/
MULTIFILE
Elke crisis vraagt om veerkracht. De veerkrachtige samenleving kan een antwoord bieden op de uitdagingen, bedreigingen en schokken die voortkomen uit snel veranderende maatschappelijke omstandigheden. In het licht van de huidige crisis veroorzaakt door de corona pandemie, is dat niet alleen een hoopvol idee, maar ook een cruciaal idee. Deze publicatie is geschreven voor bestuurders, studenten, docenten, professionals en beleidsmakers binnen het sociale domein die in deze crisistijd behoefte hebben aan achtergrondinformatie over het begrip veerkracht. We bespreken hoe het begrip veerkracht betekenis krijgt binnen verschillende wetenschappelijke tradities en denkstromingen. Ook laten we zien dat het begrip veerkracht behulpzaam kan zijn om gedragsverandering en verbetering van maatschappelijke voorwaarden op verschillende niveaus inzichtelijk te maken: op individueel niveau, op collectief niveau (groepen), en op systemisch niveau (samenleving en ecosysteem). Voor beroepskrachten bieden deze drie niveaus elk andere aanknopingspunten en handelingsperspectieven.
DOCUMENT
Dit cahier beschrijft de achtergrond en de resultaten van het onderzoek ‘Werken met de late gevolgen van kanker. Kennis en handelingsperspectieven voor arbeidsdeskundigen wanneer een kanker behandeling uit het verleden nú problemen geeft in het werk’. De inzichten uit het onderzoek zijn vertaald naar kennis en handelingsperspectieven voor arbeidsdeskundigen in de vorm van dit cahier en een compacte handreiking die ook los beschikbaar is.
MULTIFILE
Natuurbeschermingsorganisaties staan voor een grote nieuwe uitdaging. De overheid trekt zich terug en moet bezuinigen. Daardoor moet natuur- en landschapsontwikkeling meer dan ooit concurreren met andere vormen van landgebruik. Om voldoende draagvlak te krijgen voor natuur is het daarom niet meer genoeg om alleen naar soorten en habitats te kijken. Naast ecologische moeten ook economische en sociale afwegingen gemaakt worden. Die zijn bepalend voor de manier waarop het landschap wordt beleefd en gewaardeerd. De landschapsbeheerder van vandaag is daar onvoldoende op voorbereid. De beheerder van de toekomst moet beschikken over geïntegreerde kennis en handelingsperspectieven vanuit het ecologische, cultuurhistorische en economische kennisdomein en moet deze op een interactieve manier kunnen inzetten. Om dit te bereiken zijn bij Hogeschool Van Hall Larenstein Velp drie Groene Pluslectoren in deeltijd benoemd. Deze zijn elk gespecialiseerd in een ander aspect van natuur- en landschapsbeheer: milieu-econoom Martijn van der Heide, ecoloog John Janssen en sociaal wetenschapper Derk-Jan Stobbelaar. Het lectoraat Geïntegreerd Natuur- en Landschapsbeheer streeft naar een bredere visie op natuurbeheer, waarbij de ecologische waarden van natuur samenhangen met de geschiedenis van het landschap en met de economische mogelijkheden voor behoud, beheer en ontwikkeling daarvan. Bevat een interview met Derk-Jan Stobbelaar en Martijn van der Heide.
DOCUMENT
Het overgrote deel van de Nederlandse bevolking boven 18 jaar is bereid zich te laten vaccineren tegen het coronavirus en velen van hen zijn inmiddels gevaccineerd. Schattingen van het aandeel mensen dat niet gevaccineerd wil worden of nog twijfelt, variëren. Volgens sommige studies is dit slechts 2%, volgens andere bijna 25%.2 In het onderzoek De maatschappelijke impact van COVID-19, uitgevoerd in maart 2021, ligt het aandeel daartussenin: 15%.3 Snel e.a. laten zien dat de bereidheid tot vaccineren tegen corona samenhangt met diverse achtergrondkenmerken. Zo zijn jongeren minder bereid zich te laten vaccineren dan ouderen, gezonden minder dan mensen met een zwakkere gezondheid, lager opgeleiden minder dan hoger opgeleiden, en mensen met een migratieachtergrond minder dan mensen zonder migratieachtergrond.4 Over de beweegredenen van mensen die niet gevaccineerdwillen worden tegen corona wordt vooral in de media geschreven. Complottheorieën over de oorsprong en de gevolgen van de coronavaccins krijgen veel aandacht.5 Uit onderzoek van het RIVM6 blijkt dat van de vaccinatietwijfelaars of -weigeraars een groot deel bang is voor eventuele bijwerkingen. In dit paper, onderdeel van het maatschappelijke impact-project, gaan we dieper in op de motieven en de variatie daarin. We doen dat op basis van een systematische kwalitatieve analyse van antwoorden op de open vraag waarom respondenten indien van toepassing, niet bereid zijn zich te laten vaccineren. In de media is ook aandacht voor campagnes om de vaccinatiebereidheid te vergroten en de ‘vaccinatiekloof’ te verkleinen, bijvoorbeeld door huisartsen die op markten, bij verenigingen en in gebedshuizen informatie verstrekken en welwillenden ter plekke de mogelijkheid bieden zich te laten vaccineren.7 Omdat huisartsen over het algemeen veel vertrouwen genieten onder de bevolking8 vervullen zij in deze campagnes een sleutelpositie. We zijn daarom in gesprek gegaan met een groep van huisartsen uit Den Haag en Rotterdam. We hebben hun gevraagd hoe zij omgaan met de verschillende motieven van patiënten om zich niet te laten vaccineren en wat volgens hen wel en niet werkt om de vaccinatiebereidheid te vergroten. In dit paper bespreken we de belangrijkste bevindingen. We sluiten af met handelingsperspectieven voor verschillende partijen betrokken bij het vaccinatiebeleid en bij publieke gezondheidszorg in bredere zin, zowel op de korte als langere termijn. Uitgever: Kenniswerkplaats Leefbare Wijken & Erasmus School of Social and Behavioural Sciences
MULTIFILE
Het doel van SteenGoed is om beleidsmakers, eigenaren en beheerders rondom de Gelderse hoogwatervrije terreinen handelingsperspectieven te bieden om afgewogen keuzes te maken omtrent (her)ontwikkeling van deze terreinen op korte, middellange en lange termijn. Hierbij wordt een integrale aanpak gehanteerd voor hoogwaterveiligheid, natuurwaarde, economische perspectieven en cultuurhistorie, met als resultaat een breed gedragen ontwikkelstrategie, versterkt met representatieve pilotstudies inclusief business cases die als voorbeeld en inspiratie dienen voor de overige terreinen. Daarnaast heeft dit project als doel om toegevoegde waarde en beperkingen van verschillende beslistools (serious games, interactieve dashboards) in verschillende fasen van strategievorming en planning voor een dergelijke integrale aanpak te evalueren. Hiermee wordt duidelijk hoe dergelijke tools op effectieve wijze toegepast kunnen worden bij andere complexe besluitvormingstrajecten in het rivierbeheer. Ook zullen we de toepasbaarheid in het onderwijs testen en verder ontwikkelen.
DOCUMENT