Biographical information of Jan Floris de Jongh
AbstractThis study assessed the efficacy of a co-designed, school-based intervention meant to promote physical activityand fitness among Dutch prevocational secondary students. In a two-year clustered randomized controlled trial,students’ physical activity and fitness was measured by indirect and direct methods. In the intervention group,we used the triple-I procedure, a participatory action research method, to co-design the intervention together withthe students and schools. This procedure involved focus group discussions by interviewing and imagingtechniques, followed by a co-design process to align the intervention content and implementation processes withstudents’ preferences. The study involved 22 Dutch schools, with a total of 2685 13-to-14-year-old prevocationalsecondary students. Schools were randomly assigned to either intervention (11 schools, 1446 students) or controlgroup (11 schools, 1239 students).There were no significant intervention differences between students’ overallphysical activity behavior on intervention versus control schools. However, with regards to various specificphysical fitness indicators, such as the long jump, handgrip strength, shuttle run test, and the sum of skinfolds,intervention school students performed significantly better than the control group students. Furthermore, whentaking into account student participation, i.e. the success of the co-design process, schools with higher levels ofstudent participation showed higher shuttle run scores. However, such graded effects were not similarly apparentwith regards to students’ physical fitness indicators. This study showed that co-designing a comprehensivephysical activity intervention on numerous Dutch high schools via the Triple-I Interactive Method was feasible.Moreover, results showed that certain aspects of physical fitness were improved after two years of intervention,although taken together with the lack of effects on physical activity, results were mixed.
De LO-docent is vaak niet de enige beweegprofessional in en rondom een school die zich bezighoudt met beweegstimulering van kinderen om ze voldoende te laten bewegen. Ook bijvoorbeeld een buurtsportcoach of JOGG-regisseur kunnen hier bij betrokken zijn. Iedere professional heeft zijn eigen invalshoek van waaruit hij/zij werkt met bepaalde taken en verantwoordelijkheden. Die taken zijn niet alleen afhankelijk van welke beweegprofessionals allemaal betrokken zijn, maar ook van de unieke context van de school met daarin de school-specifieke behoeften, wensen en mogelijkheden. Om inzicht te krijgen in het veelzijdige werk van de beweegprofessionals in en rondom school hebben we zes rollen ontwikkeld, gebaseerd op de eerder ontwikkelde rollen van de Gezonde School-adviseur. In dit artikel beschrijven we deze zes rollen en gaan we vervolgens in op de mogelijkheden die deze rollen bieden voor zowel de verdere professionalisering van de beweegprofessional, als voor de samenwerking op schoolniveau.
