Het nieuwe Brancheprotocol Kwaliteitszorg Onderzoek eist van bestuurders en leidinggevenden in het hbo meer aandacht voor de kwaliteit van het onderzoek. Zo moeten lectoraten expliciete kwaliteitscriteria hebben. Dat is gezien de diversiteit aan onderzoek geen sinecure. Zijn er criteria beschikbaar die recht doen aan deze diversiteit?
LINK
Special Heroes heeft als doel om de beoefening van sportieve activiteiten door leerlingen in het speciaal onderwijs te bevorderen. Na een succesvolle pilot, hebben Gehandicaptensport Nederland, NOC*NSF en de Landelijke Vereniging voor Cluster 3-scholen (LVC3) vanaf 2009 het programma Special Heroes verder uitgerold. Om te evalueren hoe het programma is verlopen, is bij de start en aan het eind van de programmaperiode onderzoek uitgevoerd onder cluster 3-scholen van het speciaal onderwijs (SO en VSO). Deze scholen zijn gespecialiseerd in onderwijs aan leerlingen met een verstandelijke of lichamelijke handicap, een meervoudige handicap en aan langdurige zieke leerlingen. Dit rapport gaat in op de eindsituatie bij de cluster 3-scholen en hun leerlingen, zoals we vaststelden medio 2012 (1-meting). Voor het onderzoek is gebruik gemaakt van vragenlijsten onder deelnemende scholen (n=34) en ouders/leerlingen (n=3.004). Daarnaast is kwalitatief onderzoek uitgevoerd bij tien scholen (interviews met vakleerkrachten, trainers, leerlingen en ouders) en bij programmamedewerkers van Special Heroes (7 bijeenkomsten). Tussentijds is een vragenlijst afgenomen onder sportaanbieders (n=136). Het rapport beschrijft de behaalde resultaten van Special Heroes op organisatieniveau en op het niveau van de einddoelgroep (cluster 3-leerlingen).
In dit rapport ziet en leest u wat er in vierenhalf jaar in vier leernetwerken van verschillende zorgorganisaties in Noord-Nederland in het project ‘LeerSaam Noord, samen werken, samen leren’ is gedaan om persoonsgerichte zorg te bevorderen en te versterken. In deze rapportage kunt u zich in hoofdstuk 1 oriënteren op het project via een algemene beschrijving en overzicht van het project. Vervolgens komen in de hoofdstukken 2 en 3 de onderzoeksbevindingen aan bod vanuit een review en de 4 verrichtte deelstudies. In hoofdstuk 4 zijn de verschillende evaluatieve onderdelen van het projectproces beschreven, in hoofdstuk 5 vindt u de beschrijving van de toolbox en tot slot geeft hoofdstuk 6 de conclusie en praktische aanbevelingen en geleerde lessen. In elk hoofdstuk vindt u onder het kopje ‘meer weten en lezen’ links naar relevante documenten, onderzoeksverslagen en publicaties aan. Daar waar publicaties onder review zijn, staat dit eveneens aangegeven. Deze worden bij daadwerkelijke publicatie alsnog toegevoegd. In de tekst staan, daar waar relevant, ook directe links naar websites of verwijzingen naar informatie in de rapportage.
Het belang van groente en fruit als onderdeel van een gezond voedingspatroon wordt telkens weer bevestigd in wetenschappelijke studies. Zo is er overtuigend bewijs dat verhogen van de groente en fruitconsumptie leidt tot een lagere bloeddruk en een lager risico op hart- en vaatziekten en beroertes. Ook relaties met andere ziekten worden steeds meer gelegd. De voedingswaarde van groenten en fruit zelf wordt echter nauwelijks gemeten. Waarom gebeurt dat niet? Zowel bij bedrijven als consumenten is de behoefte aan transparante en betrouwbare informatie over voedingsstoffen in de laatste jaren sterk toegenomen. De meeste bedrijven in de akkerbouw, tuinbouw en food weten dat de voedingswaarde van groente varieert. Tot nu toe is daar onvoldoende grip op. Waarom niet? Het meten van inhoudsstoffen is erg kostbaar. Dat is ook de belangrijkste reden dat het momenteel nauwelijks plaatsvindt. Voor de belangrijkste inhoudsstoffen kost het tussen de 100 en 400 euro per monster. Stel dat je 3 rassen wilt vergelijken, en je beperkt je tot 10 inhoudsstoffen, en doet een aantal herhalingsmetingen, dan kom je al snel boven de 10.000 euro. Dat kan geen bedrijf betalen. Er is dus een grote behoefte aan een goedkopere meetmethode. Doel van dit project is ontwikkeling en validatie van goedkope en betrouwbare meetmethoden voor de meest relevante inhoudsstoffen van groente. Dit maakt het structureel meten van de belangrijkste inhoudsstoffen (vitamines, mineralen en secondaire metabolieten) van een aantal modelgroenten mogelijk. Daarmee kunnen bedrijven die werken in de veredeling, teelt, ketencondities en verwerking van groente producten gaan leveren met gegarandeerde voedingswaarde.