Periodes met hitte gekoppeld aan stedelijke luchtverontreiniging hebben gevolgen voor de gezondheid en het welzijn van de inwoners in de stad. ze leiden tot hittestress en in het extreme geval tot vroegtijdige sterfte. Onderzoek uit 2011 liet zien dat temperatuur en luchtvervuiling vaak tegelijk verhoogd zijn. Of de twee elkaar versterken in hun effect op vroegtijdige sterfte kon toen niet worden bewezen. Uit een gedetailleerd onderzoek voor Rotterdam is die interactie nu wel vastgesteld. Hieruit blijkt ook dat de luchtkwaliteit en het aantal dagen met hittestress sterk per buurt kunnen verschillen.
MULTIFILE
Het wordt steeds warmer in Nederland en dit heeft verstrekkende gevolgen. Onderzoekers van de Hogeschool van Amsterdam (HvA) brachten in kaart op welke 5 stedelijke thema’s hitte van invloed is. De inzichten zijn verwerkt in een interactieve mindmap die gemeenten helpt inzicht te krijgen op de problematiek en de zogenoemde hitteopgave waar zij voor staan.
De mindmap ondersteunt gemeenten bij het verkennen van de problemen die door hitte kunnen optreden in bebouwd gebied en bij het voorbereiden van de risicodialoog over hitte. In totaal toont de mindmap 24 gevolgen van extreme hitte, verdeeld over vijf thema’s: gezondheid, netwerken, water, leefbaarheid en buitenruimte. In heldere tekst wordt ieder probleem uitgelegd, is beschreven op welke manier basiskaarten volgens de gestandaardiseerde stresstest het probleem inzichtelijk maken en welke aanvullende informatie gebruikt kan worden. Iedere tekst sluit af met mogelijke maatregelen en acties die het probleem voorkomen of verkleinen. Het kan zijn dat voor sommige situaties de mindmap niet compleet is en dat er nog andere hitteproblemen van belang zijn. Het is goed om hierbij stil te staan als de mindmap gebruikt gaat worden. De getoonde gevolgen zijn bovendien niet allemaal met ruimtelijke adaptatie op te lossen. Zorg voor medemens en aanpassingen aan gebouwen kunnen nodig of effectiever zijn.
LINK
Data is het nieuwe goud, en de vraag naar data is nooit zo groot geweest. Zo ook data over de mens en zijn leefomgeving. Maar om voor elke vraag een specifieke sensor te maken is kostbaar. Er moet één sensor komen die al die situaties nauwkeurig kan meten.
De gevolgen van extreme hitte en droogte tussen 2018 en 2020, en het bijzonder natte voorjaar in 2024, illustreren de impact van klimaatverandering op Europese en Nederlandse bossen. De Landelijke Bossenstrategie beoogt nieuw bos aan te leggen en bestaande bossen te revitaliseren om hun weerbaarheid tegen klimaatextremen te verhogen. De realisatie van deze doelen loopt echter achter, voornamelijk door gebrek aan beschikbare ruimte voor bosaanleg en door een tekort aan het benodigde autochtone plantmateriaal. Slechts naar schatting 3% van de bomen en struiken in Nederland zijn van vermoedelijk autochtone oorsprong. Dergelijke populaties hebben zich langdurig kunnen aanpassen aan variabele klimaten, en zijn wellicht beter bestand tegen ziektes, plagen en extreme weersomstandigheden dan niet-autochtone herkomsten. Zij leveren daarom potentieel waardevol plantmateriaal voor de aanleg en revitalisering van nieuw en bestaand bos. Autochtone populaties van bomen en struiken komen vooral voor in en rond oude boskernen. Om die reden spelen deze landschapselementen een belangrijke rol in het behoud van de genetische diversiteit in Nederlandse bossen en worden gewaardeerd als “groen erfgoed”. Dit vraagt om beleid en beheerstrategieën om de aanwezige waarden in oude boskernen te behouden en te versterken. Dit project onderzoekt de klimaatbestendigheid van plantmateriaal uit oude boskernen via analyses van genetische diversiteit en klimaat-groeirelaties. De projectresultaten dragen bij aan de bescherming van oude boskernen en herkenning van de daarin aanwezige waarden. De ontwikkeling van concrete beheermaatregelen voor behoud en benutting van boom- en struikpopulaties in oude boskernen als bron voor plantmateriaal draagt bij aan realisatie van de doelen van de Landelijke Bossenstrategie. In het onderwijs is langdurige doorwerking van projectactiviteiten en resultaten gewaarborgd door de ontwikkeling van onderwijsmateriaal, de inrichting van een leerbos en integratie van het onderwerp in cursusmodules via excursies en studentenprojecten waarbij ingezette activiteiten worden gemonitord.
Uit recente KNMI-scenario’s blijkt dat door klimaatverandering de temperatuur blijft stijgen. Hevige regenbuien, meer tropische dagen en hittegolven zijn het gevolg. Er krijgen meer mensen last van het stedelijk hitte-eiland effect (UHI-effect), met als gevolg een bedreiging voor de gezondheid, verlaging arbeidsproductiviteit, welzijn en zelfs een risico op verhoogde sterfte. Het aanleggen van groene daken en gevels zijn, naast het planten van bomen en struiken, maatregelen om het UHI-effect te verminderen. Modelmatig kan het UHI-effect op straatniveau al bepaald worden, echter de bijdrage van groene daken en gevels wordt daar nog niet in meegenomen. Het practoraat ‘water en bodem’ van Yuverta, aangevuld met de expertise van het practoraat ‘groene leefbare stad’ van Yuverta en het lectoraat Klimaatrobuuste landschappen van HAS green academy doen in deze samenwerking, onderzoek naar het daadwerkelijke effect van groene daken en gevels op het UHI-effect op straatniveau in de stad. Er worden drie fieldlabs ingericht met sensoren op groene daken en gevels en op straatniveau, en vergeleken met nabijgelegen traditionele grijze daken en gevels. Hiermee wil GroenDakCoach antwoord geven op de steeds vaker gestelde vraag hoe groot de bijdrage van groene daken en gevels is in het verminderen van het UHI-effect op straat. Tygron wil met dit onderzoek dat haar digital twin-software, inclusief UHI-model nog beter toepasbaar is voor overheden en adviesbureaus bij ontwikkelingen rondom de (her-)inrichting van de openbare ruimte met klimaatadaptieve maatregelen. De resultaten worden via een digital twin hittestress-demonstrator gedeeld en besproken met de betrokken gemeenten van de fieldlabs, zodat deze kennis ingezet kan worden bij haar klimaatadaptatie-beleid. Daarnaast wordt de demonstrator ingezet bij participatie¬bijeenkomsten om de toegevoegde waarde en mogelijkheden van klimaatadaptieve maatregelen, zoals groene daken en gevels, inzichtelijk te maken en zo tot de gewenste gedragsverandering te komen.