Voor haar promotieonderzoek naar de interculturele ontmoeting in het hoger kunstonderwijs bestudeert Margo Slomp groepsgesprekken in de eigen lespraktijk. Het (auto-)etnografische en narratieve onderzoek verbindt het spreken van de participanten met hun levensverhalen. In dit artikel schetst ze een serie educatieve ontmoetingen en verbindt ze deze aan de fenomenologische begrippen van de ‘tussenwereld’ of ‘intermonde’, pathos en responsiviteit om de interculturele ontmoeting te kunnen duiden.
DOCUMENT
In beleidsnotities en publicaties in Nederland komt men de laatste jaren regelmatig de stelling tegen dat van het kunstonderwijs verwacht mag worden dat het haar studenten equipeert op hun toekomstige rol als cultureel ondernemer. Deze publicatie doet verslag van een onderzoek naar de relatie tussen cultureel ondernemerschap en het kunstonderwijs. Allereerst gaat de tekst in op de definitie van cultureel ondernemerschap en op de kwaliteiten ofwel competenties waar een cultureel ondernemer over dient te beschikken. Vervolgens staat de auteur stil bij de (vermeende) risico's van dit fenomeen. Als laatste komt de vraag aan de orde of en hoe het kunstonderwijs aandacht kan besteden aan dit onderwerp. De eindconclusie van dit onderzoek luidt: "Ze kunnen beter als Rapunzel hun vlecht uit het torenraam hangen om Prins Fortuin een handje te helpen dan lijdzaam wachten tot het lot hen gunstig gezind is." Het boek is bedoeld voor studenten en docenten van Kunstvakopleidingen, zoals conservatoria en academies voor beeldende vorming, drama, dans, circus en popmuziek, die meer over het onderwerp cultureel ondernemerschap willen weten. Het is geschreven in opdracht van het lectoraat "Kunstpraktijk in de samenleving" van Fontys Hogeschool voor de Kunsten. Studenten en docenten van de verschillende academies leverden naast kunstenaars en cultureel ondernemers een bijdrage in het onderzoek.
MULTIFILE
Deze publicatie is een handreiking voor iedereen, die betrokken is bij toetsing en examinering en vanuit de bundeling van de krachten een bijdrage wil leveren aan een duurzaam en breed gedragen vertrouwen in de kwaliteit van het getuigschrift in het hoger onderwijs.
DOCUMENT
De populatie in onze grote steden diversifieert in hoog tempo. Stedelijk beleid geeft steeds vaker erkenning aan deze diversiteit waardoor diensten zich steeds opener en inclusiever opstellen. Etniciteit, leeftijd, fysieke of mentale beperking, gender of armoede zouden in theorie geen barrière meer mogen vormen om te participeren in de stad. Professionals op het gebied van cultuureducatie die in stedelijke contexten werkzaam zijn, krijgen binnenschools en buitenschools rechtstreeks te maken met deze toenemende diversiteit. Op de werkvloer zorgt deze maatschappelijke opgave echter voor lastige uitdagingen. Sociale en inclusievaardigheden zijn daarom deel gaan uitmaken van het competentieprofiel van de kunsteducator van vandaag. De kunstvakopleidingen Docent Muziek (DoMu) en Docent Beeldende Kunst en Vormgeving (DBKV) van de Hanzehogeschool die studenten opleidt om als kunsteducator aan de slag te gaan willen deze competenties intensiever, actueler en werkveldgetrouwer gaan faciliteren in hun onderwijs door een bestaande leeromgeving te gaan verrijken. De verrijking bestaat uit het op een intensievere, werkveldgetrouwere en actuelere manier faciliteren van inclusievaardigheden in bestaande studieonderdelen. Aanvullend en overkoepelend zal een zogenaamd innovatie-atelier worden gevormd door studenten, docenten, onderzoekers en werkveld. Het innovatie-atelier wil verdieping en actualiteit aanbrengen en innovatie aanjagen in het meerstemmig denken en handelen van studenten die in een stedelijke context opereren.Het onderzoek focust zich op de effecten van het innovatie-atelier op studenten. De concrete opbrengsten bestaan uit een open access proces- en werkvormbeschrijving van de verrijkte leeromgeving in het bijzonder bedoeld voor City Deal Kennis Maken partners, een vakinhoudelijk artikel over (het leren over) meerstemmige kunsteducatie, een openbaar disseminatieseminar en een verkenning van inbedding van het innovatie-atelier in de betrokken opleidingen.
De Hogeschool der Kunsten Den Haag wenst Impuls 2020 aan te wenden voor de oprichting en implementatie van een Research School die de reeds bestaande samenwerking met de Universiteit Leiden verdiept, het onderzoeksbeleid aan de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten en het Koninklijk Conservatorium (de twee faculteiten van de hogeschool) beter op elkaar afstemt en partners in het professionele veld nauw betrekt bij het opzetten van een strategisch en toekomstgericht onderzoeksbeleid. Onder de vleugels van de nieuwe Research School lanceren we tevens een interdisciplinaire onderzoeksgroep die de samenwerking tussen de verschillende partners concretiseert in de onderzoekspraktijk. De Research School zal een impuls geven aan ons streven om het onderzoek aan de hogeschool verder te professionaliseren, sterker te verbinden met het onderwijs en zal onze rol als kennisinstelling in de regio, nationaal en internationaal versterken. De Research School zal ook de samenwerking belichamen met tal van culturele, sociale en academische partners en op die manier directere lijnen creëren tussen het onderzoek in en met de kunsten, het hoger kunstonderwijs en het professionele veld. De betrokkenheid van culturele en sociale partners bij de Research School zal een belangrijke impact hebben op de motivaties en thema’s voor onderzoek aan de hogeschool. Tot slot wensen we te benadrukken dat het onderzoek in en met de kunsten maatschappelijke impact heeft die ver voorbij het kunstenveld reikt. De samenwerking met Universiteit Leiden en onderzoeksdomeinen zoals de geesteswetenschappen, computerwetenschappen, psychologie en pedagogische wetenschappen, zal de Research School tot een kennisplatform maken dat uniek gepositioneerd is om in te spelen op de drie gamechangers die vernoemd zijn in de landelijke Route Kunst van de Nationale Wetenschapsagenda: Kunsten als motor voor innovatie en reflectie in een hightechsamenleving, Kunsten als alternatieve vorm van kennisproductie en Kunsten als inspiratiebron voor educatie en een leven lang leren.
Het project Urban Ways (of Making) [UwoM] richt zich op het ontwikkelen van inclusiever muziekonderwijs waarin technologie en urban ontwerpkracht centraal staan. In samenwerking met SKVR, Quardin, LKCA en HKU onderzoekt UWoM hoe de kennis, werkwijzen en pedagogiek van urban docenten – docenten gevormd in informele leeromgevingen – benut kunnen worden in co-creatieve onderwijsontwerptrajecten. Het doel is om inzicht te krijgen in de specifieke ontwerpkracht van deze urban docenten en hoe deze duurzaam ingebed kan worden in het reguliere kunstonderwijs. De focus ligt hierbij op het versterken van inclusie en het optimaal inzetten van ontwerpkracht in de onderwijspraktijk. Dit sluit aan bij de bestaande aanpak van SKVR Tech, waarin muziekeducatie met technologie in een lerende community wordt ontwikkeld. UWoM wil deze aanpak verbreden door de inbreng van urban docenten en urban coaches te structureren en te valoriseren. Het project bestaat uit drie werkpakketten: 1. Inventarisatie van bestaande en ontbrekende kennis over inclusieve ontwerpkracht. 2. Onderzoek naar de unieke ‘maakmanieren’ van urban docenten via makersdialogen en thematische analyse, gericht op het expliciteren van hun waarde voor inclusief onderwijsontwerp. 3. Ontwikkeling en verspreiding van een toolbox met praktische tools voor inclusief onderwijsontwerp en duurzame inbedding in organisaties. De samenwerking met HKU zorgt voor praktijkgericht wetenschappelijke verdieping en borging in het hoger onderwijs. Quardin en LKCA waarborgen lokale en landelijke verspreiding en sectorbrede inbedding. Zo draagt UWoM bij aan het versterken van inclusief muziekonderwijs, vergroot het de zichtbaarheid en impact van urban makers, en toont het aan hoe ontwerpkracht inclusieve innovatie in het onderwijs kan aanjagen.