Technologie speelt een steeds grotere rol binnen zorgen welzijnsorganisaties. Een ontwikkeling die ingrijpt op werk- en zorgprocessen van de professional. Om technologie effectief werkzaam te krijgen, is HR als strategische partner onmisbaar. Dat stellen Jol Stoffers en Tom Brandsma van de Zuyd University of Applied Sciences.
DOCUMENT
Blog AOG school of management en Hanzehogeschool.
LINK
In deze bijdrage wordt een analyse gemaakt van de rol van HRM in organisaties in de Nederlandse context. Dit artikel is gebaseerd op achttien casestudies, die zijn uitgevoerddoor studenten in de periode 2008-2011. De studenten zijn afgestudeerd bij het lectoraat HRM en Persoonlijk Ondernemerschap van Hogeschool Inholland.
DOCUMENT
Het Jaarboek Personeelsmanagement biedt jaarlijks op basis van primair onderzoek de belangrijkste feiten, cijfers en marktontwikkelingen op het gebied van personeelsmanagement.
LINK
The change toward competence-based education has implications for teachers as well as school management. This study investigates which professional development activities teachers undertake related to this change and how these activities differ among schools with various human resource (HR) policies. Two types of HR policy were involved: (1) a government-enforced, national system of Integrated Personnel Management and (2) a voluntary, integrative approach of Schooling of teachers, Organizational development of schools and teacher training institutes, Action- and development-oriented research, and Professional development of teachers. Semi-structured interviews with 30 teachers in nine schools with different HR policies were held and analyzed both qualitatively and quantitatively. Findings show that teachers undertake professional development activities in five categories: maintaining knowledge base, applying and experimenting, reflection, collaboration, and activities indirectly related to teaching practice. Teachers' professional development activities were found to be relatively similar across schools with different HR policies. It is concluded that neither government-enforced nor voluntary HR policies seem to play much of a role in the participation by teachers in professional development activities. Implications for further research and school practice are discussed.
DOCUMENT
In het eerste deel van mijn les presenteer ik u de demografische ontwikkelingen die leiden tot een sterke toename van het aantal senioren in onze samenleving en tot schaarste op de arbeidsmarkt. Vervolgens bespreek ik de maatregelen die de Nederlandse overheid heeft genomen om deze ontwikkelingen in de hand te houden. Uiteraard kijken we ook naar de effecten van deze maatregelen, die zichtbaar worden in de omvang van de arbeidsparticipatie van oudere werknemers. Deze participatie is de laatste jaren in Nederland fors toegenomen. Toch is er nog steeds een aanzienlijke groep werknemers die vroegtijdig het arbeidsproces verlaat. De oorzaken hiervan liggen zowel bij de werkgever als bij de werknemer. Enerzijds is de werkgever terughoudend ten aanzien van oudere werknemers. Anderzijds willen veel werknemers graag vroegtijdig stoppen met werken om van de oude dag te (kunnen) genieten (het welbekende Zwitserleven Gevoel). Na de bespreking van de ontwikkelingen aan de aanbodkant van de arbeidsmarkt, ga ik ook in op de verwachte ontwikkelingen aan de vraagkant. Daarbij blijkt dat de verwachte schaarste op de arbeidsmarkt niet alleen een gevolg is van een afname van het aanbod, maar ook te maken heeft met de groei van de Nederlandse economie. Werkgevers zullen zich extra moeten inspannen om hun werknemers aan de organisatie te binden. Vervolgens behandel ik enkele theoretische concepten die goed aansluiten bij de genoemde ontwikkelingen en een bruikbaar kader vormen voor verder onderzoek. Dat betreft de economische Human Capital Theory, het Psychologisch Contract, Goed Werkgeverschap en Prosociaal Organisatie Gedrag. Daarna komt de praktijk aan de orde. De wijze waarop arbeidsorganisaties en HR in kunnen spelen op de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt,vereist zowel curatieve als preventieve maatregelen. Curatieve maatregelen dragen er tot bij dat oudere werknemers langer blijven doorwerken en hun vroegtijdig vertrek uit het arbeidsproces nog enige tijd uitstellen. Bij preventieve maatregelen gaat het om het ontwikkelen van nieuwe kennis en vaardigheden (Leven Lang Leren), het zorgen voor voldoende variatie in het werk en om het bevorderen van de gezondheid van de werknemers. Daarbij vraag ik speciale aandacht voor de laagopgeleide werknemers. De door hun opgebouwde kennis en ervaring zal eerder verouderen dan die van hoger opgeleide werknemers. Werkgevers investeren minder in deze groep werknemers en zelf aarzelen zij ook vaak ten aanzien van scholing en opleiding. Al met al concludeer ik dat er de komende jaren een forse uitdaging ligt voor bedrijven en voor de HR-professional om op de langere termijn de personeelsvoorziening voor de organisatie op orde te houden.
DOCUMENT
Purpose: The aim of this brief review was to present an overview of noninvasive markers in trained to professional endurance athletes that can reflect a state of functional overreaching. Methods: A systematic literature search was conducted in the PubMed, Scopus, and PsycINFO databases. After screening 380 articles, 12 research papers were included for the systematic review. Results: Good consensus was found between the different papers in which noninvasive parameters were able to reflect a state of functional overreaching. Changes in power output (PO), heart rate (HR; [sub]maximal and HR recovery), rating of perceived exertion, and scores in the Daily Analysis of Life Demands for Athletes (DALDA) and/or Profile of Mood States (POMS) were shown to be able to reflect functional overreaching, whereas changes in maximal oxygen uptake and HR-variability parameters were not. Conclusion: Functional overreaching within a maximal performance test was characterized by a decrease in peak PO and a lower maximum HR, whereas a lower mean PO and a lower HR were observed during time trials. Changes in parameters during a standardized submaximal test when functionally overreached were characterized by a higher PO at a fixed HR or a lower HR at a fixed intensity, higher rating of perceived exertion, and a faster HR recovery. Although both the DALDA and POMS were able to reflect functional overreaching, the POMS was not able to differentiate this response from acute fatigue, which makes it unsuitable for accurately monitoring functional overreaching.
DOCUMENT
This research investigates to what extent lecturers at universities of applied sciences do regard differentiated rewards(intended to develop and/or display professionalism)to be fair, and to what extent, and in which form, do these stimulate their willingness to (further) professionalise and/or display professionalism. This was a case study research design, and a factorial survey measurement technique was used to collect data. We argue that lecturers believe it is fair that forms of differentiated rewards are used and applied in order to have them develop and/or display more professionalism. Especially the viewpoints/practices that relate to coordination, consultation, and consideration for personal circumstances have an influence on the justice perceived. This paper contributes to the HRM literature confirming that lecturers appreciate financial stimuli enhancing their professionalism; however, elements such as consultation, respect, coordination, and communication are appreciated even more. It appeals to HRM to design new practices which have more stimulating effect on personal and professional growth in subject-specific knowledge.
DOCUMENT
HRM-vraagstukken zijn complex en het oplossen ervan stelt hoge eisen aan de professionele HRM’er. Deze moet zowel kennis nemen van de steeds groter wordende wetenschappelijke body of knowledge over het vakgebied als de eigen werkpraktijk kunnen begrijpen, zoals personele vraagstukken kunnen signaleren en doorgronden, de werkcultuur begrijpen en HR-interventies beoordelen. Als staffunctionaris moet de professional daarbij structureel en actief belangrijke stakeholders betrekken bij het ontwerp en de evaluatie van personeelsbeleid. Onderzoek doen kan een manier zijn om met deze eisen om te gaan.
DOCUMENT
Op basis waarvan worden in je organisatie HR-beslissingen genomen? Op basis van eigen cijfers of van best practices bij andere organisaties? Op basis van gefundeerde argumenten, of eenvoudigweg door hoger management, waarbij je je eigen organisatie-expertise aan de kant zet? Beslisculturen in organisaties kunnen heel fact free of meer evidence-based zijn. In een fact-freecultuur heeft HR Analytics als zevende zintuig geen schijn van kans. Cijfers kunnen als moeilijkdoenerij worden gezien of zelfs een bedreiging vormen voor stakeholders die cijfers enkel beschouwen als een middel om af te rekenen met het bestaande beleid. Of cijfers zijn een ritueel geworden: niemand vraagt zich meer af wat ze eigenlijk betekenen. In een evidence-basedcultuur worden belangrijke beslismomenten serieus genomen. Op die momenten is er de kans om de kwaliteit van de beslissing te verrijken met analytische inzichten – naast informatie die andere zintuigen kunnen aanleveren. HR Analytics kan hier haar meerwaarde doen gelden. Maar de HR Analyticspraktijk is weerbarstig. Zelfs als het belang en de uitvoering van HR Analytics goed ingebed zijn, betekent dat niet automatisch dat analytische inzichten de HR-beleidsvoering altijd bereiken en invloed uitoefenen.
DOCUMENT