Andere Arnhemmers verwijst naar de dieren en planten die ook in Arnhem leven. Op dit moment hebben nog weinig mensen daar weet van. Hoe kan de bekendheid van deze Andere Arnhemmers worden verbeterd?De Factsheet is onderdeel van het CoE Groenproject 'Natuurinclusief gedrag van burgers'.
MULTIFILE
31-12-2023In deze ‘What about Soil’ leggen we de focus op een gezonde bodem. Een gezonde bodem kenmerkt zich ook door de afwezigheid van verontreinigingen. Onze akkers worden flink bemest met zowel kunstmest als dierlijke mest en het is de vraag in welke mate er nog resten van b.v. antibiotica aanwezig zijn in de bodem. Ook resistente bacteriën en pathogenen zijn bepalend voor een gezonde bodem.
LINK
31-12-2019Agrobosbouw heeft het potentieel om een fundamentele verandering in de landbouwsector teweeg te brengen. Klimaatverandering en biodiversiteitsverlies kunnen worden aangepakt en tegelijkertijd kan de wereldbevolking van hoogwaardig voedsel worden voorzien. De milieuvoordelen gaan nu ten koste van de boeren. Recentelijk is men begonnen met het integreren van bomen in het landbouwsysteem, zo ontstond het Nederlandse voedselbos, ofwel agrobosbouw. Terwijl de bomen groeien, blijven de opbrengsten laag en raken de boeren vaak in financiële nood. Voor deze groeifase moet een toegevoegde waarde voor de diensten, de huidige en komende oogst worden gecreëerd om voedselbossystemen financieel aantrekkelijk te maken. Het aantonen van financiële stabiliteit in agrobosbouw gedurende de onstabiele situatie van de gangbare landbouw in Nederland, kan de transitie in de sector ondersteunen. Dit verslag geeft een analyse en evaluatie die wordt geleid door het gebruik van het Food Innovation Model. Met dit dynamische model zijn de huidige voedselbossystemen en de behoeften van de potentiële klanten inzichtelijk gemaakt. Vervolgens zijn de sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen gedefinieerd om tot innovatieve oplossingen en ontwikkelingen te komen. Op basis van de sterktes en zwaktes van vier voorbeeld boeren (interne analyse) en de omgeving van de voedselbossector in Nederland (externe analyse) zijn Innovation Opportunity’s bedacht. Aan de hand van de Opportunity’s zijn conceptideeën bedacht. Het marketing werkboek is als conceptidee uitgewerkt.
MULTIFILE
31-12-2019T.b.a.BrandwondenzorgDe 3 Nederlandse Brandwondencentra werken samen om de zorg voor patiënten met ernstige brandwonden continu te verbeteren. Brandwondenzorg is meer dan alleen genezen van brandwonden. Gevolgen van brandwonden zijn lichamelijk, psychisch en sociaal ingrijpend. Patiënten moeten leren leven met littekens, veranderd uiterlijk en functionele beperkingen. Het doel van brandwondenzorg is optimale kwaliteit van leven en re-integratie in de maatschappij voor iedere individuele patiënt. De patiënt en wat hij/zij zelf wilt en belangrijk vindt staat centraal: het is doelmatige zorg op maat.Doel en werkwijzeMet de TZO subsidie versterken we onze topklinische zorg. Waardegedreven zorg en samen beslissen met de patiënt worden geoptimaliseerd om te komen tot de beste behandeling voor iedere individuele patiënt. Drie belangrijke vraagstukken worden onderzocht en hier worden zorginnovaties voor ontwikkeld: het moment van huidtransplantatie, het effect van kunsthuid en optimalisering van zelfmanagement in de nazorg.Inleiding onderzoekenVoor dit project hebben wij drie belangrijke praktische vragen gekozen waarover nog veel discussie is in de brandwondenzorg en waarvan niet duidelijk is wat het beste behandelbeleid voor de individuele patiënt is. Elk van deze 3 vragen is uitgewerkt tot een onderzoeksvoorstel. Deze voorstellen dienen de komende 4 jaar als concrete basis voor het ontwikkelen en implementeren van een waardegedreven zorg raamwerk in de Nederlandse brandwondenzorgOnderzoek 1 Wat is voor welke patiënt het beste moment om een brandwond te opereren?Het eerste onderzoek richt zich op de acute fase in het brandwondencentrum. De behandeling van brandwonden is afhankelijk van de diepte (en grootte en locatie) van een brandwond. Diepe brandwonden moeten worden geopereerd, terwijl oppervlakkige brandwonden spontaan genezen. Veel brandwonden bevinden zich echter in het midden van dit spectrum. Het is dan niet duidelijk wat voor de patiënt de beste behandeling is; meteen opereren of afwachten en eventueel later opereren. De mening van de patiënt is dus uiterst belangrijk omdat er niet één beste behandeling lijkt te zijn.Enerzijds zal dit onderzoek meer duidelijkheid geven over patiënt relevante uitkomsten voor de patiënt (bijvoorbeeld kwaliteit van leven) van vroeg en laat opereren. Anderzijds worden deze uitkomsten gebruikt voor het ontwikkelen van een keuzehulp die het samen beslissen voor deze keuze ondersteunt.Onderzoek 2 Protocol en keuzehulp voor gebruik kunsthuidHet tweede onderzoek richt zich op het gebruik van kunsthuid. Kunsthuid bestaat uit weefsel dat in een laboratorium wordt ontwikkeld en dat (delen van) de huid vervangt bij de behandeling van diepe brandwonden. In Nederland is er door het consortium veel onderzoek gedaan op dit gebied. Het is gebleken dat het gebruik van kunsthuid bij diepe brandwonden zorgt voor een beter functioneel (minder beperkingen in bewegen) en cosmetisch (‘mooiere’ littekens) resultaat. Hoewel er uit onderzoek al vrij veel bekend is over kunsthuid, wordt het in de praktijk nog weinig gebruikt en is de mening van de patiënt nog niet eerder volwaardig meegenomen.Met dit onderzoek willen we uitzoeken bij welke patiënt welke type kunsthuid het beste is. Deze uitkomsten worden gebruikt om een protocol voor het gebruik van kunsthuid voor zorgverleners te maken, en om een keuzehulp voor patiënten te maken die het samen beslissen over toepassing van een kunsthuid ondersteunt.Onderzoek 3 Hoe kunnen we optimale nazorg voor iedere individuele patiënt bieden?Het derde onderzoek richt zich op de nazorg, met name op de rol van zelfmanagement van patiënten en het effect ervan op patiënt relevante uitkomsten. Nazorg omvat tal van aspecten, zoals de behandeling van littekens, pijn en/of jeuk, het dragen van drukkleding, het opbouwen van fysieke conditie of leren omgaan met de psychologische gevolgen van brandwonden. Wij willen het zelfmanagement van patiënten bevorderen door het ontwikkelen van een gepersonaliseerd nazorgprogramma met een focus op zelfmanagement.Patiënt krijgt zelf de regieZelfmanagement is het zodanig omgaan met een (chronische) aandoening en de bijbehorende symptomen en behandeling, dat de aandoening optimaal kan worden ingepast in het leven. Door zelfmanagement wordt de patiënt zo onafhankelijk mogelijk en krijgt hij/zij zelf de regie. Dit bevordert zelfvertrouwen en eigenwaarde, en zo kunnen patiënten beter meedoen in de maatschappij en wordt hun kwaliteit van leven verbeterd. In dit project wordt op basis van de input van patiënten een nieuw nazorgprogramma opgezet, met een combinatie van face-to-face en online zorg (eHealth). In dit onderzoek worden de uitkomsten voor de patiënt van de huidige behandeling en het nieuwe gepersonaliseerde nazorgprogramma met elkaar vergeleken.