Een heftige vraag natuurlijk maar toch vraag ik me wel eens af hoe wetenschappelijk de wetenschap is vandaag de dag. Natuurlijk weten we met Kuhn, Polanyi en Bateson dat we voortdurend attent dienen te zijn op het gevaar van ideologie en dat het wetenschappelijk paradigma ook een component van sociale acceptatie heeft. We zijn niet zo gediend van afwijkende uitgangspunten in het wetenschappelijk bedrijf. Maar toch, hoe wetenschappelijk is wetenschap? Dit is natuurlijk een veel te algemene vraag, ik weet het en ik hoor het u zeggen, maar in het bestek van deze column doe ik het.
DOCUMENT
Furosemide is included in the World Anti-Doping Agency’s (WADA) list of prohibited substances because it can be used by athletes to mask the presence of performance-enhancing drugs in urine and/or excrete water for rapid weight loss. But how effective is furosemide in masking prohibited substances in urine? Based on the pharmacology and the available literature, we conclude that the masking effect of furosemide is limited. Furosemide is a doping agent that is mainly relevant for sports with weight categories. Conflict of interest and financial support: none declared.
LINK
Teneinde het opnemen van onderzoeksvaardigheden in het curriculum van de Faculteit Educatieve Opleidingen van de Hogeschool Utrecht te vergemakkelijken en ter ondersteunen, vonden wij het zinvol om een stuk te schrijven over de vermeende tegenstelling tussen kwalitatief en kwantitatief onderzoek. Een belangrijk uitgangspunt is dat we niet uitgaan van een in de wandelgangen vaak gehoorde tegenstelling tussen universitair en hogeschool onderzoek, waarbij de universiteit kwalificaties als fundamenteel en theoretisch opeist en de praktische kruimels voor het hoger beroepsonderwijs wil laten liggen. Wij gaan daar niet van uit omdat wij geen fundamenteel verschil zien tussen fundamenteel onderzoek en toegepast onderzoek. De grondslagen, de redeneringen, de systematiek zijn in beide gevallen hetzelfde. Op de achtergrond speelt, in ieder geval bij de humaniora van de hoge scholen, nog een andere tweedeling een rol: kwantitatief versus kwalitatief onderzoek. Belangrijke kenmerken van kwantitatief onderzoek zoals ingewikkelde onderzoeksdesigns, grote steekproeven en gecompliceerde statistische analyses zouden het natuurlijk domein van universiteiten zijn. Ook dit werpen we verre van ons. Volgens onze opvatting gaat het in de eerste plaats om 'goed onderzoek' en goed onderzoek vereist niet persé een kwalitatieve benadering of een kwantitatieve benadering. Goed onderzoek geeft in de eerste plaats een antwoord op een vraag die gesteld wordt: de probleemstelling. Zoals het overgrote deel van onderzoekers tegenwoordig rekenen wij ons niet tot kwantitatieve onderzoekers of tot kwalitatieve onderzoekers. Met behulp van onderzoek willen wij een slechts een antwoord geven op de gestelde vraag, de probleemstelling.
DOCUMENT
Het voorgestelde onderzoek betreft een participatief actieonderzoek naar het tegelijkertijd in kaart brengen en faciliteren van de bijdrage van moreel beraad met cliëntparticipatie aan transformatiedoelen binnen de jeugdzorg. Moreel beraad is een gestructureerde vorm van (vaak multidisciplinair) overleg over morele dilemma’s. Jarenlang internationaal wetenschappelijk onderzoek in diverse onderwijs- en zorgcontexten laat zien dat moreel beraad (aankomend) professionals ondersteunt bij het gezamenlijk omgaan met morele dilemma’s, verbeteringen van onderwijs en zorg, én kan bijdragen aan transformatieprocessen. Evaluatie van de jeugdwet heeft laten zien dat het werk van jeugdzorgprofessionals nog onvoldoende bijdraagt aan het behalen van de transformatiedoelen van die wet, waaronder versterking van de eigen regie en participatie van de cliënt. Recent onderzoek heeft uitgewezen dat jeugdzorgprofessionals morele dilemma’s, met name als ze samenhangen met eigen regie van de cliënt, als zwaar ervaren. Hetzelfde onderzoek laat zien dat aankomend en ervaren jeugdzorgprofessionals de morele aard van hun dilemma’s onvoldoende herkennen. Versterking van de eigen regie en participatie van de client maakt cliëntparticipatie ook in moreel beraad noodzakelijk. In dit onderzoek wordt moreel beraad met cliëntparticipatie ingezet voor het bereiken van transformatiedoelen en het beantwoorden van morele vraagstukken die met de transformatie samenhangen. Het onderzoek wordt uitgevoerd in co-creatie met het lectoraat Transformaties in de Zorg voor Jeugd van de Hogeschool Leiden, het werkveld, netwerken (waaronder de afdeling Ethiek, Recht & Humanoria van het UMC in Amsterdam), onderwijs en cliënten. Het zal leiden tot innovatie en tot ondersteuning van de transformatie van het jeugddomein. Opbrengsten van het onderzoek zullen bijdragen aan verdere ontwikkeling van zowel praktijk als onderwijs.