Recent schreef Martien Visser dat voor hem persoonlijk bij vervanging van zijn cv-ketel een volledig elektrische warmtepomp met een aantal straalkacheltjes goedkoper is dan een hybride exemplaar zonder die kacheltjes. Het leverde hem tal van reacties op met als boodschap dat dit al gebeurt of overwogen wordt, omdat dat ook voor anderen de goedkoopste optie is. “Zo zijn we in Nederland blijkbaar bezig. Arme netbeheerders! Vindt u het dan gek dat er enorme net schaarste is, dat er 10.000 wachtende bedrijven zijn en dat de kosten en doorlooptijden de pan uitrijzen?”
LINK
Beroepsloopbanen van mensen zijn aan het veranderen: 40 jaar werken in dezelfde functie of voor dezelfde werkgever is niet meer van deze tijd (Semeijn, 2017; Sullivan & Baruch, 2009). In onze huidige maatschappij is persoonlijke ontplooiing en ontwikkeling steeds belangrijker aan het worden en willen mensen graag een baan die uitdagend is en past bij hun talenten. Het veranderen van baan of werkgever biedt vaak de mogelijkheden om tegemoet te komen aan die behoeften. De verwachting is dat werkenden in de nabije toekomst vaker van baan, functie of zelfs beroep zullen veranderen en dat het ook vaker zal voorkomen dat mensen in meerdere gebieden tegelijkertijd werkzaam zijn en bijvoorbeeld twee functies combineren (Semeijn, 2017). Kortom, loopbanen nemen steeds meer ‘hybride’ vormen aan (Sullivan & Baruch, 2009).
DOCUMENT
Begin juli 2023 verscheen het concept Nationaal Plan Energiesysteem (NPE). Voor het eerst keek de overheid met een integrale blik naar het Nederlandse energiesysteem tot en met 2050. “Door de ontwikkelpaden van energieketens en vraagsectoren in kaart te brengen, wordt helder waar deze niet op elkaar aansluiten”, aldus het toenmalige kabinet. Op Energiepodium beschreef Martien Visser het concept NPE als een aangename verrassing. “Natuurlijk was het nog niet af. Zo ontbrak de interactie met de buurlanden en terecht werd opgemerkt dat nog “aanscherping nodig was” en ook dat er in het vervolg “volle aandacht voor de uitvoering in de praktijk” zou zijn. Een half jaar later presenteerde het vorige kabinet versie twee. Ik moet bekennen dat ik teleurgesteld was. Resultaten van de aangekondigde acties waren mager. Een financiële analyse waarmee ontwikkelpaden met elkaar konden worden vergeleken en scherpe keuzes konden worden gemaakt ontbrak zelfs helemaal. Ook was er geen uitvoeringsplan. Tijdgebrek? Inmiddels zijn we een kabinet en anderhalf jaar verder. Wordt er nog aan het NPE gewerkt? Bestaat het NPE-team nog wel?”
LINK
Vervanging van aardgas in bestaande woonwijken vergt forse investeringen, doorzettingsmacht van de overheid en beknot haar burgers. Maatschappelijke weerstand ligt op de loer en het afbreukrisico is volgens Martien Visser groot. De resultaten van de proefwijken zijn nog ongewis. Het verdient volgens hem aanbeveling om een plan B met hybride warmtepompen te ontwikkelen.
LINK
Van februari t/m juni 2021 hebben 12 HRM-afstudeerders bij acht verschillende organisaties (profit en non-profit) onderzoek gedaan naar de impact van het thuiswerken als gevolg van COVID-19 op de duurzame inzetbaarheid van werkend Nederland.
DOCUMENT
Het project “In twee stappen naar een aardgasvrije en comfortabele Nederlandse woonomgeving” ontwikkelt een manier om de overstap naar aardgasvrije woningverwarming eenvoudiger, minder spannend, betrouwbaarder en beter te maken. Dat doen we door een “hybride” tussenstap, die een behoorlijke aardgasreductie en financiële besparing geeft, eenvoudig en relatief goedkoop te realiseren is, zonder onzekerheid over comfort.Eerst stond het ontwikkelen en testen van een lucht-water warmtepomp met volledige binnenopstelling centraal. Als deze ook efficiënt is bij hogere watertemperatuur, kan dezelfde warmtepomp eerst hybride worden ingezet en later volledig de warmtevraag en tapwatervraag overnemen. Bij tests bleek het vermogen echter te beperkt voor doorsnee rijtjeswoningen. Daarom zouden er voor een gasvrije woning 2 warmtepompen nodig zijn. Door eerst een airco (lucht-lucht warmtepomp) te installeren in de hoofdruimte en later de ketel te vervangen door een goed gedimensioneerde lucht-water warmtepomp met buffer, kan de overstap naar gasvrij worden gemaakt op een manier die ons in dit project voor ogen stond.Dit rapport beschrijft dit “airco hybride” concept en vergelijkt dit met een hybride lucht-water warmtepomp en met in één keer de overstap maken met één warmtepomp. De airco is veel goedkoper in aanschaf en installatie, is snel te leveren en installeren, kan koelen, en verwarmt relatief snel. Doordat de al aanwezige radiatoren minder warmte hoeven te leveren, kunnen die werken bij een lagere temperatuur. Dat maakt de lucht-water warmtepomp efficiënter, terwijl aanpassingen in het afgiftesysteem minder noodzakelijk zijn. Omdat de overstap naar een lucht-water warmtepomp pas later komt, kan men de tussentijdse ontwikkelingen benutten.Een integrale regeling is een essentieel onderdeel van het concept. In stap één (airco toevoegen) worden temperaturen en vermogens gemonitord, waardoor in stap twee (vervangen ketel door gasvrije warmtebron) de juiste configuratie kan worden gekozen, de noodzakelijke aanpassingen aan isolatie en afgiftesysteem in beeld worden gebracht, en de energiekosten en netbelasting kunnen worden berekend. Tijdens beide stappen stuurt de regeling de airco en ketel (en later de lucht-water warmtepomp) zodanig aan dat beide efficiënt draaien.Van een 3,5 kW airco is de COP gemeten bij 1,5 – 4,0 kW warmtevraag en buitentemperaturen van -10 tot +12°C. Als de airco niet hoeft te ontdooien is de COP maximaal bij 2 à 2,5 kW warmtevraag. De prestaties zijn dan vergelijkbaar met een monoblock lucht-water warmtepomp die water van 35°C levert voor vloerverwarming. Bij buitentemperatuur onder 3°C daalt de COP en wordt maximaal 2,5 kW vermogen geleverd. Bij 3,5 à 4 kW is de COP 1 à 1,3 lager dan bij 2 kW warmtevraag. De laagste COP werd gemeten bij 1,0 kW warmtevraag. Ontwikkeling van vermogenssturing in combinatie met het cv-systeem is dus de moeite waard. De lagere COP bij hoge vermogens hangt samen met de hoge temperatuur van koudemiddel en uitblaaslucht in de binnenunit. Dit hing samen met de relatief lage luchtstroom en de warmteoverdracht in meestroom. Als airco’s vooral worden ingezet voor verwarming is het de moeite waard om de mogelijke COP verhoging door grotere binnenunits met tegenstroom te onderzoeken. Het regelgedrag is onderzocht bij constante warmtevraag, zowel van een airco alleen als in combinatie met een aan-uit geschakelde ketel die dezelfde ruimte verwarmt via radiatoren. Ook is het regelgedrag van een airco en ketel onderzocht bij een variabele warmtevraag, waarbij de ketel afzonderlijk werd geregeld door een ruimtethermostaat. De trage reactie van de cv-afgifte leidde tot een variabele ruimtetemperatuur, en maakt dat het airco- vermogen niet goed kan worden gestuurd door de ketel aan/uit te schakelen. In hoofdstuk 5 wordt voorgesteld hoe dit beter zou kunnen, en wat de mogelijke vervolgstappen in het ontwikkelingstraject zouden kunnen zijn.
DOCUMENT
Nederlandse mkb-ondernemers betalen 30% meer voor hun energie dan Duitse en zelfs 70% meer dan hun Belgische collega’s, stelt Martien Visser. “Boodschappen bij de buren zijn veel goedkoper, ook vanwege verschillen in accijnzen en btw. Nederlanders weten daar wel raad mee. Recent sprak ik iemand uit Ermelo die regelmatig een auto vol boodschappen uit Duitsland haalt en op tv zag ik een instructieve rapportage hierover. De forse accijnsverhoging op benzine per 1 juli 2023 leverde de schatkist netto niets op vanwege extra tanken bij de buren, zo berekende ik. Een Utrechter vertelde me onlangs dat hij alleen nog maar in België tankt. In deze column beperk ik me tot de energiebelastingen.”
LINK
Voor u ligt de eindrapportage van het project Transforming Regions dat binnen het zogenaamde ESTRAC-project is uitgevoerd. ESTRAC staat voor Energy Transition Centre, een langlopend (2017-2021) publiek-private samenwerking tussen Rijksuniversiteit Groningen, Hanzehogeschool Groningen, TNO, New Energy Coalition (penvoerder) en (financierende) partners provincie Groningen, NAM, EBN, Gasunie en Gasterra. Doel van dit Transforming Regions onderzoek was om vanuit verschillende sectoren - industrie en gebouwde omgeving - kennis te ontwikkelen voor het terugdringen van de CO₂ uitstoot en het verduurzamen van onze samenleving op lokaal en regionaal niveau. Dit rapport gaat over het de gebouwde omgeving en richt zich met name op het ontwikkelen van benaderingen die de besluitvorming voor belanghebbenden ten aanzien van het lokale en regionale energiesysteem ondersteunen. Voor Transforming Regions verschijnt ook een rapport over de industrie.
DOCUMENT
De energieconsument heeft zich in het laatste decennium steeds actiever opgesteld. Daar waar de liberalisering van de energiemarkten de passieve consument voorzag van een vrije leverancierskeuze, heeft de actieve consument een grotere rol verworven in het energiesysteem. De transformatie van de zwakke passieve consument in een ondernemende producent, al dan niet vertegenwoordigd in een lokale energiecoöperatie, heeft invloed gehad op het energierecht.
LINK